Portaalsite voor de échte zeeaquariaan

Zoeken op de site

Kweken Anemoonvissen

Inleiding

In dit artikel wil ik graag mijn ervaringen met kweken van Amphiprion ocellaris ofwel de 3 band anemoonvis. Hierbij moet opgemerkt worden dat het type eigenlijk niet uit maakt. Alle anemoonvissen (beenvissoort) kunnen op deze manier gekweekt worden. Deze methode is overigens mijn 'best practice' beschrijven en er zijn ook hier meerdere wegen die naar Rome leiden.
Ik heb getracht om een simpele manier die zo weinig mogelijk inspanning en kosten met zich meebrengt te realiseren en hoop wellicht ook bij u de intresse te wekken om het gewoon ook eens te proberen.

Kweek voorbereidingen

Meestal is het zien van de eitjes van de anemoonvis aanleiding om effe snel de jongen op te vangen en groot te brengen. Nou 1 ding is zeker dat gaat niet lukken. Er zal een gedegen voorbereiding plaats moeten vinden voordat er ook maar 1 Nemo vis groot gebracht kan worden.

Overigens heb ik nog nergens een situatie gezien waar ook de jongen zijn gekweekt in de bak waar de eitjes zijn gelegd c.q. vissen rondzwemmen.

Wat heb je nodig om anemoonvissen te kunnen kweken :

  • Kweekbak
  • Phytoplanktonkweek
  • Brachionuskweek
  • Artemia(naupli)kweek
  • Uitzwembak

Kweekbak

 

kweekbak.jpg

De kweekbak kan in principe een klein bakje zijn, echter moet wel gemakkelijk verzorgd kunnen worden. Derhalve adviseer ik het volgende :

  • Aquarium van 60 liter
  • Koppeling naar de grote aquarium waarin het ouderpaar zit. (dus aanvoer en afvoer)
  • Mogelijkheid om licht aan te doen in de bak.
  • Mogelijkheid om lucht(regelbaar) aan te brengen in bak.
  • Mogelijkheid om de temperatuur te regelen in de bak.
  • Mogelijkheid om de bak te verduisteren.
  • Mogelijkheid om schoon te kunnen maken
  • Mogelijkheid om stroming te kunnen creëren

Ikzelf heb de ervaringen gebaseerd op een zoetwater 60 liter aquarium wat ik 2e hands heb gekocht voor een paar tientjes. (dus licht, temperatuur, stroming) was geregeld.

Verduisteren heb ik gedaan door hem aan alle zijden (inc. onderkant) in te pakken en te beplakken met een vuilnis zak. Verder heb ik een lucht pompje met een regelkraantje geïnstalleerd.

Schoonmaken spreekt voor zich. Door de kweekbak voor 1/3 te vullen met zuiverwater zeewater heb je de mogelijkheid om na 1 week nogmaals 1/3 toe te voegen en na 2 weken nog een keer 1/3. Op deze manier verdun je de vervuiling van het water en verstoor je de rust in de kweek bak zelf niet. Het bezinksel kun je na 1 week voorzichtig afzuigen met een 5 mm slangetje.

Het Legsel

Het vrouwtje van de anemoon vissen legt in goede gezondheid ongeveer iedere 3 weken een legsel eitjes. Dat is te zien aan het feit dat ze redelijk voor op dezelfde plaats met haar bek over de ondergrond schraapt en dat ze een dikke onderbuik heeft gekregen.

Plaats van het legsel

Als er rust in het aquarium heerst zal het legsel altijd op dezelfde plaats worden gelegd en meestal op een plek waar ze zelf altijd aanwezig zijn (dus op de steen bij de anemoon of op de achterruit).

In mijn geval op de achterruit net boven de plaats waar ze altijd in de ruwe oren liggen te slapen s'nachts. Hier een foto van een legsel dat onder de tepelanemoon is gelegd.

eitjes.jpg

Afzetten legsel

Zoals al gezegd markeert het vrouwtje de plek door deze met haar bek af te schrapen. Nu zal ze binnen 2 uren beginnen met het afzetten van de eitjes (normaal gesproken tussen 16:00 - 19:00 uur).

Dit doet ze door over de plek te zwemmen en tegelijkertijd de eitjes tegen de ondergrond te drukken. De eitjes hebben een sterke kleefkracht zodat ze vast genoeg zitten. Direct hierna zwemt het mannetje over de eitjes om ze te bevruchten.

Dit schouwspel duurt soms wel 2 uren, en legt het vrouwtje geschat zo'n 150-200 eitjes.

Vaak worden eitjes afgezet vlak na een verversing/schoonmaak omdat dan de waterkwaliteit optimaal is.

Bescherming en onderhoud van het legsel

Direct nadat het legsel compleet is begint het mannetje met het onderhoud. Hij haalt alle beschimmelde eitjes er voorzichtig tussen uit, maakt de plekken schoon, poetst de eitjes en beschermt het legsel. Hij zwemt ook vlak over de eitjes om ze zo te laten bewegen en voldoende te voorzien van zuurstof.

Het vrouwtje doet dat ook maar veel minder vaak, zij bewaakt het territorium en legsel met haar leven.

Gedurende de broed periode zal er ongeveer 60 % van de eitjes uitvallen en blijft er een legsel over van zo'n 30 - 70 eitjes.

De eitjes moeten redelijk doorzichtig zijn en een stipje (blinkend) bevatten dan zijn ze bevrucht en van goede kwaliteit. Als ze wit/troebel zijn dan zijn ze beschimmeld en zullen ze worden weggehaald door het mannetje. Soms eten ze zelf ook het legsel op. Redenen hiervoor kunnen zijn : honger, geen veilig gevoel, slechte leg.

Uitkomen van het legsel

Precies 8 dagen na het afzetten van de eitjes komen ze uit. Hierin kan variatie zitten i.v.m. de temperatuur. Of de eitjes uit zullen komen die dag is met een beetje ervaring te zien aan de eitjes.

Zij verkleuren van bruin naar doorzichtig en ook zie je de oogjes en blinkend buikje al. Daarbij gaan de eitjes ook staan tegen de ondergrond (alsof het een ballon is die gaat knappen). Nu is de tijd rijp om de wacht te gaan houden.

Meestal gebeurd alles op exact dezelfde manier en tijd. Zo zette mijn vissen tussen 16:30 en 18:30 de eitjes af en kwamen ze 8 dagen later tussen 22:15 en 23:25 uit.

Of anders gesteld normaal hatchen (= uitkomen) de eitjes binnen 3-uren na zonsondergang (ofwel het moment dat alle lampen uit zijn gegaan). In mijn situatie ging de laatste lamp uit om 21:15. Om 22:15 zag ik dan de eerste larve.

Een temperatuurschommeling kan het uitkomen bevorderen, (dus verwarming 2 graden hoger zetten) of zo.

Larven

Als de eitjes zijn uitgekomen zijn het larven. Ik noem het in dit geval bewust larven omdat je van visjes nog zeker niet kunt spreken.

larv1108.JPG

 

Larven (in dit geval met een buitenboord motortje) die maar 1 ding kunnen, zich bewegen in de richting van het licht. Daarbij komt dat de buitenboord motor energie vreet en dat de brandstof heel snel op is. 80 % van de larven sterft al binnen 12-uren als er geen voedsel is.

Verder zijn de larven zeer gevoelig. Zoals eerder geschreven zijn de omstandigheden in de natuur zo stabiel dat de organismen geen mogelijkheden hebben om zich aan te passen aan de omgeving. Dit geldt dus zeker voor de larven. Temperatuur verschillen, veranderende stroming, watersamenstelling, licht, enz. enz. enz. kan funest zijn voor de larven.

Dit is ook de reden waarom ik aanraad om de kweekbak vlak voor het hatchen (uitkomen) te vullen met water uit de hoofd aquarium.

Opvang voorbereiding

Op de dag dat de eitjes uitkomen moet er een en ander gebeuren. S'ochtends kan de kweekbak al gevuld worden met aquariumwater en op temperatuur gebracht worden (27 graden Celsius). Ook het ververs proces kan worden gestart (afvoeren water naar de sump en dit water wordt dan weer automatisch aangevuld vanuit de hoofd aquarium).

Kweekbak kan helemaal (ook onderkant) worden verduisterd (deksel moet wel afneembaar blijven). Dat deed ik met een vuilnis zak.

S'middags rond 16:30 een dubbele hoeveelheid (10 liter) geconcentreerde brachionus zeven en deze in 1 liter brachionus water (wat je net hebt gezeefd) doen en hierin extra voedingssupplementen doen (omega vetzuren en vitaminen). De overgebleven 9 liter water kun je terug doen in de brachionus kweekbakken. Op deze manier voeden de brachionussen zich zodat ze om 22:15 ongeveer het ideale voedsel kunnen zijn voor de nemo larven.

Om 21:15 zeefde ik de brachionussen nog een keer uit het 1 liter bakje (water kan terug in de brachionus kweekbak) en voegde ik ze al toe aan de nemo kweekbak zodat ze zich konden verspreiden over de kweekbak. Nu is ook het moment aangekomen om de verversing stop te zetten en een luchtbellenstroom op gang te brengen van 1 bel (groot) per 2 seconden).

Nu is de kweekbak klaar om de larven op te vangen.

opvangbeker.jpg

Nu kan de opvangbeker/vangklok geplaatst worden in de hoofdbak.

Vervolgens moet de stroming in de hoofdbak uitgezet worden direct nadat de laatste lamp is uitgegaan (om elk risico uit te sluiten), dus zowel de stromingspompen alsook de opvoer pompen. Het zwemmen tegen de stroming in zou veel te veel energie kosten en ze zouden uiteindelijk belanden in de overloop, of meer dood dan levend in de vangklok.

Ook kan/moet er na ongeveer een half uur strikt donker te zijn geweest een zaklampje (kleine lichtsterkte) voor de vangklok worden geplaatst.

Laat nu de larven maar komen.

Vangen larven

Nadat er ongeveer 1 uur is verstreken wordt de eerste glinstering zichtbaar van de 1e larve die naar het licht van het zaklampje is gezwommen en zodoende in de vangklok terecht is gekomen.

Kalmte is nu gewenst, wacht tot er zoveel mogelijk larven (laten we zeggen 15 of zo) in de vangklok zitten en haal de klok in 1 beweging boven water. Doe deze klok in zijn geheel in de kweekbak die al klaar staat.

Herhaal deze handeling een aantal keer tot er geen visjes meer worden waargenomen. Nogmaals het streven is om zo veel mogelijk larven zo snel mogelijk in 1 of enkele keren over te brengen naar de kweekbak.

Nadat alle larven in de kweekbak zitten kan deze worden gesloten. Nu kan de stroming in de hoofd bak weer inwerking worden gesteld en is het nerveuze afwachten begonnen.

Je kunt naar bed.

Zoogfase, eerste 36 uren

Direct nadat de larven zijn aangekomen in de kweek bak zullen ze gaan rondzwemmen. Ze kunnen niks, weten niks, doen niks, enz. enz. Door het zwemmen en door de luchtstroming (1 bel per 2 seconden) zullen ze botsen tegen de in overvloed aanwezige (verrijkte) brachionus, welke ze graag bereid zijn om door te slikken. Dit gaat de hele dag en nacht door gedurende 36-uren ongeveer.

larve.jpg

Het enige wat je in deze 36-uren moet doen is iedere dag 3 keer ongeveer 2 liter gezeefde brachionus toevoegen.

Ook kun je na deze 36-uren al enkele keren per dag zo'n 15 minuten aan 1 zijde (ik deed de voorzijde) het plastic weg halen om te kijken hoe het gaat.

Voedfase, dag 3 t/m dag 8

Na 3 dagen kun je langzamerhand de tijd dat de verduistering weggehaald wordt gaan verlengen. Kijk hierbij hoe de larven reageren als ze naar de bodem gaan, of allemaal tegen de ruit gaan hangen dan is er teveel licht aanwezig. Zwemmen ze daarentegen gemoedelijk rond, dan is er niks aan de hand.

Vanaf dag 4 kun je starten met het toevoegen van Artemia naupli samen met de brachionus uiteraard (20-80 verhouding). Deze fase is cruciaal, als er veel sterfgevallen te melden zijn dan is er iets niet in orde, meestal de voeding. Je kunt haast niet overvoeden in deze situatie. Wel kun je zien of de naupli nog voldoende aanwezig is, dat moet je wel controleren.

 

4larve.jpg

Visjes peuterschool, dag 9 t/m dag 21

Zo rond dag 8/9 kun je tijdens het naupli voeden de tl-verlichting al aanschakelen en zie je als het goed is de visjes ook kijken en zwemmen (jagen) naar de naupli. Nu zijn het pas visjes geworden.

nemovergroot.JPG

Ook kan de verduistering stapsgewijs verwijdert worden aan de overige zijden.

Tevens is het zinvol om een stapeltje pvc buisjes te plaatsen waar ze doorheen kunnen zwemmen en kunnen spelen. Je ziet nu ook dat ze met elkaar spelen.

2bands.JPG

Zo rond dag 9 begint ook de kleur te veranderen van bruin/zwart naar oranje en worden de banden langzaam zichtbaar. Doordat de lamp al soms aan mag kun je de visjes beter zien en dat biedt ook mooi de mogelijkheid om schoon te maken. Zuig de bodem voorzichtig schoon en ververs zo'n 10 liter (met water uit de hoofdbak), doe dit zo'n 1 a 2 keer per week.

Ook kun je zo rond dag 14 beginnen te experimenteren met kleine korreltjes vlokvoer. Ook kan nu het kunstlicht de hele dag aanblijven.

Als alles goed gaat kan er rond dag 19/20 een zwak stromingspompje aangezet worden voor enkele kwartieren en dit kan uitgebreid worden als het goed geaccepteerd wordt.

Visjes kleuterschool, dag 22 t/m 43

Na 3 weken kunnen de jonge vissen worden overgezet naar een uitzwembak. In deze bak gelden dezelfde condities als in de hoofd aquarium alleen zijn er nog geen andere vissen en geen overloop en moeten ze ook nog zichtbaar blijven dus enkele stenen kan wel. Ook kun je nu een anemoonkoraal toevoegen waarmee de jonge visjes een symbiose gaan vormen.

visjes.jpg

Ze gaan nu zwemmen/spelen/verkennen jagen enz.enz.

Uitzetten jonge visjes, dag 43 en later….

Afhankelijk van de condities in het hoofd aquarium is het moment aangebroken om de jonge generatie over te brengen naar de hoofd bak.

Denk erom dat de rust wel eens flink verstoord zou kunnen worden. Het zou niet de eerste keer zijn dat de jonge anemoonvisjes bruut verjaagd worden door een toch zeeer vredelievend juffertje.

anemoon2.jpg

Mochten er twijfels bestaan of dit al zou kunnen dan kun je nu een drijf kweekbakje plaatsen als test/gewenning. Ook zullen ze mee moeten kunnen eten met de overige bezetting dus er moet ook klein voer bij zitten wat voor de jonge visjes bereikbaar is.

anemoon.jpg

De kweek cyclus is voltooid.

 

 

Bijlagen:
Bewaar het bestand Nemokweek.pdfNemokweek[ ]735 kB

Kweken van Zeepaardjes.

Inleiding

Het H.reidi vrouwtjes zeepaardje legt de eitjes in de broedbuidel van het mannetje. Nadat de eitjes zijn uitgekomen en gerijpt zijn tot volwaardige zeepaardjes worden ze door het mannetje als een soort vulkaan uitbarsting uit gespuwd uit de buidel. Op dat moment moeten de jonge zeepaardjes volledig zelfstandig kunnen overleven. 


Hier een foto van een H.Reidi :

 

DSC03142_1.JPG

 

Als de jongen zijn geboren zijn ze ongeveer 1a2 cm groot en laten zich helemaal mee gaan met de stroming. Het is dus zaak om ze zo snel mogelijk op te vangen en te plaatsen in een apart bakje. Hier een foto van net uitgekomen jonge zeepaardjes in een cylinder met een doorsnede van 15 cm, zo krijg je een goed idee over de daadwerkelijke grootte.

 

1dagspaardejs.JPG

 

De worp

1 worp jonge zeepaardjes bestaat uit geschat zo'n 150-200 jonge paardjes. Zoals heel vaak gebeurd in de natuur vindt ook bij iedere worp natuurlijke selectie plaats. In het geval van de zeepaardjes is het zo dat alle jongen die niet in staat zijn zich zelfstandig een houding aan te meten in de stroming, die zullen sterven. 

De huisvesting

Zoals hierboven al aangegeven is het raadzaam om de huisvesting zodanig te kiezen dat de jonge zeepaardjes relatief eenvoudig met de stroom mee kunnen drijven en zich toch 'staande' weten te houden. Dit is om 2 redenen heel belangrijk :

1. Als er geen of te weinig stroming is, dan neigen de zeepaardjes boven te gaan drijven. Daar lopen ze het risico om lucht te happen, wat leidt tot een luchtbelvorming in het lijfje. Als dit plaatsvindt zijn ze ten dode opgeschreven.

2. Door voortdurend rond te stromen komen ze automatisch in contact met mogelijk voedsel (brachionus en naupli) en hoeven alleen maar te happen om te kunnen eten.

In mijn praktijk situatie heb ik derhalve gekozen om de paardjes te plaatsen in een glazen cylinder met een doorsnede van 12 cm en hoogte van 30 cm. Een luchtslangetje met een knikker eraan zorgde voor een voortdurende stroming.

 

cylinder.JPG

 

Deze cylinder stond op zijn beurt weer in een glazen bak waarin een verwarmingselement het geheel op temperatuur hield.

Voeding

Direct na de geboorte kunnen de jonge zeepaardjes eten. Een zeepaardje heeft geen darmen stelsel met als nadeel dat ze eigenlijk voortdurend moeten kunnen beschikken over eten. De eerst paar dagen (laat zeggen 4 a 5) heb ik ze gevoerd met verrijkte brachionus en naupli. De verrijking bestond uit selco, dit is een voedingsproduct met spoorelementen en de zeer belangrijke omega vetzuren. De concentratie van het voedsel moet zeer hoog zijn, zodat de zeepaardjes de hele dag kunnen eten.

Hier ontstaat een probleem, de voedingswaarde van de brachionus en naupli daalt zeer snel dus deze zullen regelmatig moeten worden ververst. Dit probleem heb ik ondervangen door 2 x per dag te voeren en het totale water iedere 2 dagen te verversen.

Je ziet de zeepaardjes eten en na een tijdje kun je dat ook constateren doordat ze een oranje buikje krijgen van de naupli.

 

solopaard.JPG

Groei

Nu begint de race tegen de klok. De zeepaardjes gaan steeds meer eten en groeien. Een gevolg hiervan is dat ook de uitwerpselem gigantisch toenemen, waardoor het water ook weer enorm vervuild. Het schoonmaken van het water kan op 2 manieren gebeuren. De eerste is door de bodem af te zuigen met een 5 mm buisje, hierbij moet je wel opletten dat je geen zeepaardjes meeneem. Een andere manier is door het water met paardjes door een zeef te laten zeven, nadeel hiervan is dat de paardjes veel te verduren krijgen (qua stress en mogelijke beschadigingen). Het is wel zo dat de zeepaardjes relatief sterk zijn, ze hebben een harde verhoornde huid die geldt als een soort pantser. Op onderstaande foto zie je hoe geconcentreerd de naupli is.

 

meerpaardjesvergroot.JPG

 

De afval race is ook begonnen, zeer regelmatig zullen er enkele jonge sterven als gevolg van stress, zwakte en ongelukjes.

 

paardjeszwemmen.JPG

 

Opgroeien

Na ongeveer 1 maand kunnen de paardjes worden overgezet naar een groter bakje. Hierin is het ook raadzaam om attributen te plaatsen waaraan de zeepaardjes kunnen gaan hangen.

 

1maandpaardjes.JPG

 

De zeepaardjes gaan nu zelf over de bodem 'grazen' en zullen ook steeds groter voer tot zich gaan nemen. Het is erg moeilijk om goed te voeren. Er moet gedurende de gehele dag genoeg voer aanwezig zijn om te eten, maar het mag eigenlijk niet gaan rotten. Devies is dus veel voeren en vaak verschonen en dit erg consequent.

Tergend langzaam gaan de zeepaardjes door met groeien, totdat ze een formaat hebben bereikt dat ze groter voer (mysis) tot zich kunnen gaan nemen, nu begint een inhaalslag en zullen ze snel volgroeid zijn (6 maanden ongeveer).

 

paarden.JPG

 

Hier zie je het resultaat, in totaal 35 jongen overgehouden van 1 worp.

 

meipaardjes.JPG

 

De jonge zeepaardjes zullen verder en sneller groeien als ze goed voedzaam voedsel krijgen, hiervoor is levende mysis aan te raden. Echter gezien mijn lokatie (afstand tot de zee) was dit voor mij ondoenlijk, des al niet te min is mijn kweekpoging toch geslaagd en heb ik de paardjes groot gekregen.

Ik hoop dat ik met dit artikel heb laten zien dat als je doorzettingsvermogen groot genoeg is dat het kweken van zeepaardjes ook te doen is.

 

Kweken Kauderni's

Inleiding

Dit artikel beschrijft op welke wijze de Pterapogon kauderni ofwel de juweelkardinaalbaars gekweekt kan worden. De Pterapogon kauderni, kortweg vaak Kauderni genoemd, is een vis die relatief makkelijk te kweken is. Dit komt omdat de larven de meest kwetsbare periode van hun leven doorbrengen in de muil van de vader. Deze krop groeit gedurende ongeveer 23 dagen. Hierna spuwt de vader de jongen bij voorkeur uit in een zee egel. Ook nep-egels (reefconstruct met daarin gestoken harde bezemharen) voldoen prima. Deze egels beschermen de jongen tegen aanvallen van andere vissen. De jongen zijn groot genoeg om direct artemia larven (naupli) tot zich te nemen.

 

Hier zie je een foto van 1-dags kauderni's

kauderni.jpg

Direct nadat de jongen zijn uitgespuugd kun je ze het beste vangen en plaatsen in een apart bakje. Zogenaamde drijfbakjes voor zoetwateraqauria voldoen prima, hierin wordt toch water ververst terwijl de naupli toch lang genoeg aanwezig blijft om gegeten te worden.

Uiteraard geldt ook hier dat zeker de 1e dagen ook Brachionus gevoerd kan worden gemengd met naupli, dit garandeert een goede voedselsamenstelling. Na 4 weken kunnen ze langzaamaan overgewend worden op vriesvoer en droogvoer.

DSC03106.JPG

Een leuke bijkomstigheid van het kweken van kauderni's is dat de kauderni met uitsterven is bedreigd. Door nakweek te produceren blijft de soort in stand en kunnen we toch genieten van deze mooie vis.

Inloggen Registreren

Uw account aanmelden

Gebruikersnaam *
Paswoord *
Onthoud mij

Account aanmaken

Velden met een sterretje (*) zijn verplicht.
Naam *
Gebruikersnaam *
Paswoord *
Herhaal paswoord *
E-mail *
Herhaal e-mail *

Foto van de maand

Centropyge Foto Tanne Hoff

Een koppel Rainfordia opercularis in het kweekaquarium van De Jong Marinelife tijdens het bezoek van het ReefSecrets-team in april 2012

Foto: Patrick Scholberg