Portaalsite voor de échte zeeaquariaan

Zoeken op de site

Ook zeevissen onderhevig aan Darwiniaanse evolutie

 

Recent onderzoek aan de K.U.Leuven toont voor het eerst aan dat ook zeevissen onderhevig zijn aan Darwiniaanse evolutie. Charles Darwin beschreef 150 jaar geleden al natuurlijke selectie als motor voor de evolutie van het leven. Anno 2009 blijft het echter onduidelijk in welke mate selectie in de natuur invloed heeft op evolutie. Vooral voor mariene organismen is het nog helemaal duidelijk of ook zij aangepast zijn aan hun nabije omgeving en of zij evolueren onder natuurlijke selectie.

Een nieuwe studie van Dr. Maarten Larmuseau en collega’s van het departement Biologie van Katholieke Universiteit Leuven en de Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee (MUMM-BMM), heeft voor het eerst aangetoond dat selectie ook de motor kan zijn voor de evolutie van mariene organismen. Zeevissen blijken immers genetisch aangepast te zijn aan de lokale lichtomstandigheden van hun omgeving. De nieuwe resultaten hebben belangrijke gevolgen het natuurbeheer in zee.

Tot voor kort gingen mariene biologen ervan uit dat zee-organismen zich amper aanpassen aan lokale omstandigheden. De open zee zou immers voldoende kansen bieden op migratie, waardoor lokale aanpassing niet noodzakelijk is. Recent onderzoek toont echter aan dat de zee helemaal niet zo ‘open’ en homogeen is als ze op het eerste zicht lijkt. Heel wat mariene organismen leven in populaties en blijken aan een vaste plaats gebonden te zijn. Het zou dus perfect denkbaar zijn dat ook zee-organismen zich aanpassen aan hun omgeving, maar dat werd tot nog toe niet waargenomen. Nochtans is dit een heel belangrijke vraag die directe gevolgen heeft voor de visserij. Als vissen lokaal aangepast zijn, kan een leeggeviste regio immers niet zomaar herbevolkt worden met gelijkaardige vissen uit naburige populaties.

De studie van Larmuseau et al. toont aan dat het gezichtsvermogen van mariene dieren zich aanpast aan specifieke lichtomgevingen. Het licht dat zeevissen waarnemen, varieert naargelang de troebelheid en kleur van het water. Omdat goed zicht belangrijk is voor het vinden van voedsel en geschikte partners voor de voortplanting, en voor het ontwijken van roofdieren is het belangrijk dat mariene vissen zich aanpassen aan hun lokale lichtomgeving.

Dr. Larmuseau onderzocht heel concreet het rodopsine-gen bij grondels of dikkopjes. Het rodopsine-gen staat in voor schemerzicht, grondels of dikkopjes zijn tien centimeter lange visjes die veel voorkomen langs de Belgische en Europese kust.

De resultaten van het multidisciplinair onderzoek tonen duidelijk aan dat de verschillende populaties van dikkopjes genetisch aangepast zijn aan de plaatselijke lichtomstandigheden. Dr. Larmuseau maakte daarvoor gebruik van satellietgegevens. Dikkopjes blijken goed aangepast te zijn aan de hoge troebelheid van de Baltische Zee en de lagunes van de Middellandse Zee en aan het meer blauwige licht in de Golf van Biskaje en langs de kusten van Spanje en Portugal. De sterk onstabiele lichtomstandigheden van onze Noordzee dwingen dikkopjes dan weer zich genetisch aan te passen aan verschillende golflengten en zich niet te specialiseren op één welbepaalde golflengte. Conclusie: dikkopjes zijn evolutionair en dus op lange termijn aangepast aan het licht van hun omgeving.

Ook voor andere mariene (commerciële) vissoorten zoals kabeljauw en haring zijn er aanwijzingen dat zij zich aanpassen aan lokale lichtomstandigheden. Het gevaar bestaat dat zeevissen zich moeilijk of zelfs helemaal niet kunnen aanpassen aan sterke vervuiling en snelle temperatuursveranderingen. Hun verdere bestaan wordt dan ernstig bedreigd. Volgens Larmuseau moet ook de visserij belang hechten aan de nieuwe inzichten van het onderzoek. Als bepaalde zeeën leeggevist zijn, kan het heel lang duren vooraleer er zich opnieuw vissen vestigen die zich aanpassen aan de omstandigheden.

Bron :

Het wetenschappelijke 'To see in different seas: spatial variation in the rhodopsin gene of the sand goby (Pomatoschistus minutus)' van Maarten Larmuseau et al. Verscheen  in het oktobernummer van het vaktijdschrift Molecular Ecology (Impact factor: 5.3).

Het artikel is ook te plegen via volgende link:
http://www3.interscience.wiley.com/journal/122582031/abstract

Inloggen Registreren

Uw account aanmelden

Gebruikersnaam *
Paswoord *
Onthoud mij

Account aanmaken

Velden met een sterretje (*) zijn verplicht.
Naam *
Gebruikersnaam *
Paswoord *
Herhaal paswoord *
E-mail *
Herhaal e-mail *

Foto van de maand

Centropyge Foto Tanne Hoff

De halloween heremietkreeft Ciliopagurus strigatus
in het aquarium van Stefaan Fabri

Foto: Patrice Cornelis