Op de verenigingsavond in juli werd tijdens de discussie gevraagd of iemand de Balling methode kende, kon uitleggen wat het is en of dit inderdaad zo goed is als in een artikel op de Duitstalige websites www.miniriff.de en www. sl-online.de wordt beweerd. Helaas moesten we toen het antwoord schuldig blijven. Thuis natuurlijk gelijk deze website opgezocht en eens gekeken waar het over gaat.
De Balling methode is een andere manier om kalkwater en sporenelementen toe te voegen.
Het lijkt een naar mijn idee een zeer handige methode om op een eenvoudige manier zowel het calciumgehalte als de sporenelementen op peil te houden.
Voor de mensen die geen internet hebben en/of de Duitse taal niet voldoende beheersen heb ik de hoofdzaken uit dit artikel vertaald. De chemicaliën voor het maken van de oplossingen kunnen waarschijnlijk wel bij een apotheek gekocht worden. Tevens zijn de oplossingen via internet te bestellen (www. sl-online.de).
De heer Balling heeft uitgaande van de samenstelling van koraalskeletten de verhouding van sporen en hoofdelementen bepaald en is tot een interessante oplossing gekomen.
Balling voegt de sporenelementen dagelijks toe in een vaste verhouding, proportioneel met het kalkverbruik. Dit is op zich al zeer interessant, omdat deze elementen niet of zeer moeilijk door middel van een sneltest in zeewater te meten zijn.
Voor de Balling methode worden totaal 6 sporenelementenoplossingen gebruikt. Slechts drie daarvan worden voor de eigenlijke dosering gebruikt, de andere worden slechts gebruikt om verdunningen te maken.
Sporenelementenoplossingen volgens Balling |
||
1 |
35,57 g Bariumchlorid-Dihydraat (BaCl2 × 2 H2O) |
1 Liter H2O |
2 |
243,45 g Strontiumchlorid-Hexahydraat (SrCl2 × 6 H2O) |
in 1 Liter H2O |
3 |
4 g Kobalt(II)-chlorid-Hexahydrat (CoCl2 × 6 H2O) |
in 100 ml H2O |
4 |
18,46 g Mangansulfaat-Hydraat (MnSO4 × 1 H2O) |
in 1 Liter H2O |
5 |
4 g IJzer(II)-sulfaat-Heptahydraat (FeSO4 × 7 H2O) |
in 1 Liter H2O |
6 |
2,5 g Kaliumjodide (KaJ) |
in 1 Liter H2O |
Vergeleken met de gebruikelijke kalkwater methode met een verzadigde calciumhydroxide oplossing heeft de kalkwater methode volgens Balling – ook zonder sporenelementen- reeds duidelijke voordelen.
De calcium- en bicarbonaat-ionen worden bij de Balling methode apart toegevoegd. En wel door een bicarbonaat oplossing en een calciumchloride oplossing. Deze zijn eigenlijk onbeperkt houdbaar, omdat geen CO2 uit de lucht wordt opgenomen.
Bij gelijke aanwezigheid van calcium en bicarbonaationen zijn deze in evenwicht met calciumcarbonaat en koolzuur. De ionen zijn vrij beschikbaar in het hele aquarium.
Door de zooxanthellen in de koralen en doopvontschelpen wordt onder invloed van licht CO2 opgenomen. Hierdoor wordt calciumcarbonaat afgescheiden, wat op een matrix van proteïnen opgeslagen wordt. Zo worden de koraalskeletten en mosselschalen opgebouwd.
Als afvalproduct blijven de Na+ en Cl- ionen over die natriumchloride , ook wel keukenzout genaamd, vormen. Dit zout komt sowieso voor 77% in zeezout voor en is dus niet storend.
Echter om een ionenverschuiving in de richting van natriumchloride te voorkomen, wordt ook nog gebruik gemaakt van een keukenzout vrij zeezout. Hierdoor wordt het evenwicht weer hersteld.
Omdat het Tropic-Marin exportzout blijkbaar niet meer te krijgen is, blijft als eerste keus het PREIS-mineraalzout over. Andere zoutmengsels zijn mij op dit moment niet bekend.
Zoals men hier ziet, kan uit 1 mol calciumchloride-dihydraat ( komt overeen met 147 g) theoretisch 100 g koraalskelet gemaakt worden.
Voor deze hoeveelheid aan calciumcarbonaat heeft men 43.6 liter van de gebruikelijke, verzadigde kalkwater oplossing nodig.
Nu de praktijk:
Eerst worden in twee verschillende vaten de beide oplossingen gemaakt.
In het eerste vat gaat 143 g calciumchloride-dihydraat, in het tweede 168 g natriumbicarbonaat. In de twee vaten wordt een gelijke hoeveelheid water gedaan. In twee liter water lost het natriumbicarbonaat volledig op. Dit kan enige tijd duren, goed schudden en roeren helpt.
Bij de calciumchloride oplossing komt nu na elkaar 10 ml van de sporenelementoplossingen 2 en 5.
Worden deze van tevoren samengebracht dan slaan de sulfaten van de zwaarmetaalzouten en de aardalkalimetalen als onoplosbare verbindingen neer.
Dus: eerst sporenelementoplossing 2 toevoegen, roeren of schudden, dan sporenelement oplossing 5 toevoegen. In de sterke verdunning gebeurt dan niets meer.
Bij de natriumbicarbonaatoplossing komt dan nog 10 ml van de sporenelementoplossing 6.
Van de beide oplossingen doen we nu dagelijks een gelijke hoeveelheid in het aquarium. Baling beveelt in eerste instantie 71 ml per 200 liter aquariumwater aan, wat dan verder verhoogd kan worden. Hierbij is het belangrijk de KH te controleren. Optimaal is een KH van 8 en mag niet te lang boven de 11 liggen. In dat geval moet de kalkwater hoeveelheid verminderd worden.
Dan is er nog die zaak met het keukenzout als afvalproduct: om de verhoging van het keukenzoutgehalte teniet te doen, hebben we nog 50 g NaCl vrij zeezout nodig.
Dit kan of apart toegevoegd worden bij het aanvullen van verdampt water of bij de eerste waterverversing 167 g van het normale zeezout vervangen door 50 g NaCl vrij zeezout.
Bij de eerste methode moet men natuurlijk het zoutgehalte in de gaten houden.
Gebruik bij een kalkreaktor:
De Balling sporenelementen kunnen ook bij het gebruik van een kalkreaktor toegepast worden. Hiervoor moet de verbruikte carbonaathardheid (°dKH/dag) per dag bepaald worden.
De kalkreaktor moet dan een aantal dagen uitgezet worden. Het verschil in KH gedeeld door het aantal dagen geeft dan de verbruikte carbonaathardheid per dag.
In onderstaande tabel kan men nu de hoeveelheid dagelijks benodigde sporenelementen per watervolume aflezen. De hoeveelheid slaat op het volume uit iedere fles.
Verbruik °dKH/dag |
100 l |
200 l |
300 l |
400 l |
500 l |
800 l |
1000 l |
2000 l |
0,5 |
0,09 ml |
0,18 ml |
0,26 ml |
0,35 ml |
0,44 ml |
0,70 ml |
0,87 ml |
1,75 ml |
1,0 |
0,18 ml |
0,35 ml |
0,53 ml |
0,70 ml |
0,88 ml |
1,40 ml |
1,75 ml |
3,50 ml |
1,5 |
0,26 ml |
0,53 ml |
0,79 ml |
1,05 ml |
1,31 ml |
2,10 ml |
2,63 ml |
5,26 ml |
2,0 |
0,35 ml |
0,70 ml |
1,05 ml |
1,40 ml |
1,75 ml |
2,80 ml |
3,50 ml |
7,01 ml |
2,5 |
0,44 ml |
0,88 ml |
1,31 ml |
1,75 ml |
2,19 ml |
3,50 ml |
4,38 ml |
8,76 ml |
3,0 |
0,53 ml |
1,05 ml |
1,58 ml |
2,10 ml |
2,63 ml |
4,20 ml |
5,26 ml |
10,50 ml |
3,5 |
0,61 ml |
1,23 ml |
1,84 ml |
2,45 ml |
3,07 ml |
4,90 ml |
6,13 ml |
12,26 ml |
4,0 |
0,70 ml |
1,40 ml |
2,10 ml |
2,80 ml |
3,50 ml |
5,61 ml |
7,01 ml |
14,01 ml |
4,5 |
0,79 ml |
1,58 ml |
2,36 ml |
3,15 ml |
3,94 ml |
6,31 ml |
7,88 ml |
15,77 ml |
5,0 |
0,88 ml |
1,75 ml |
2,63 ml |
3,50 ml |
4,38 ml |
7,01 ml |
8,76 ml |
17,52 ml |
Omdat bij het gebruik van koraalresten als vulling reeds sporenelementen opgelost worden, moet de toevoeging van sporenelementen hier verminderd worden. In dat geval moet men slechts ¼ tot 1/3 van de in de tabel aangegeven hoeveelheden gebruiken. De ervaring leert dat in de meeste gevallen ¼ van de aangegeven hoeveelheid voldoende is. Men moet wat experimenteren om de juiste hoeveelheid te bepalen.
Voorbeeld:
Aquarium met 600 liter inhoud. Carbonaat hardheid is op 11 °dKH ingesteld. De kalkreaktor is met koraal en schelpdeeltjes gevuld. Na het uitschakelen van de reaktor is de carbonaathardheid in twee dagen tot 7 °dKH gezakt: verbruik is dus 2 °dKH/dag.
Volgens de tabel is de behoefte aan sporenelementen 2.1 ml per dag. Bij het gebruik van koraalbrokken wordt ¼ van deze hoeveelheid gebruikt, dus 0.525 ml.
Om de oplossingen beter te kunnen doseren, worden ze met gedestileerd water verdund en kunnen met de hand of met een doseerpomp toegevoegd worden.
De oplossingen mogen in ieder geval nooit buiten het aquarium gemengd worden, omdat er dan een neerslag ontstaat.
De hele procedure is hieronder nog eens schematisch weergegeven:
Met deze oplossingen (ieder 2 liter) kan theoretisch 100 gram koraalskelet gevormd worden, waarbij de benodigde sporenelementen in de juiste verhoudingen toegevoegd worden.
Met de gebruikelijke kalkwater methode is hiervoor een hoeveelheid van 43.6 liter verzadigde calciumhydroxide oplossing nodig.