Het Geslacht Bryaninops
De grote familie der Gobiidae of Grondels bestaat uit 1875 soorten (juli 2003) die in 212 geslachten zijn ondergebracht.
De grootste onder hen kunnen meer dan 50 cm bereiken.
In de familie Gobiidae vinden we echter ook de kleinste gewervelde dieren op aarde nl. Trimmatom nanus, die slechts 8 millimeter lang wordt.
Het geslacht Bryaninops waarvan in 1906 de eerste nieuw ontdekte soort Chaenogobius erythrops door Jordan & Seale werd beschreven is later (1959) door Smith gewijzigd in Bryaninops erythrops.
De meeste soorten van dit geslacht werden in de 80-ger jaren door Helen Larson beschreven. Vandaag zijn ongeveer 10 soorten beschreven waarvan Bryaninops tigris (Larson, 1985) met zijn 5,5 cm de grootste is en B. isis (Larson, 1985) de kleinste met 1,5 cm lichaamslengte.
Verder: B. amplus Larson, 1985, B. dianeae Larson, 1985, B. loki Larson, 1985, B. nexus Larson, 1987 , B. natans Larson, 1985 en B. yongei Larson, 1985.
Bryaninops amplus Bryaninops amplus Bryaninops loki Bryaninops yongei
Foto's: http://www.wetwebmedia.com/gobies.htm
De dieren van het geslacht Bryaninops leven hoofdzakelijk op Waaier- en Hoornkoralen. B. notans vormt hierop een uitzondering daar hij hoofdzakelijk op Acropora steenkoralen voorkomt.
De Steenkoraaldwerggrondel B. ridens leeft dan weer op Porites koralen.
Vanwege hun dwerggestalte zijn deze dieren aan hun gastkoralen gebonden en daarmee danig in hun bewegingsradius beperkt.
Dit werpt vragen op in verband met de sociale structuur en de voortplantingsbiologie.
Hoe vinden deze dieren een juiste partner voor de voortplanting?
Alles hangt af van de grootte van het gastkoraal. Munday (2002) heeft dat grondig onderzocht en kwam tot de vaststelling dat:
Op waaierkoralen die slechts +/- 50 cm lang zijn er slechts plaats is voor 1 individu, koralen met een lengte van +/- 2 meter bieden plaats voor twee exemplaren.
De mogelijkheden om dan een partner ter voortplanting te vinden worden dan ook beperkt.
Men ontdekte dat Bryaninops soorten het geslacht zowel van mannetje naar vrouwtje als van vrouwtje naar mannetje kunnen veranderen. Men is er ook zeker van dat jonge dieren hun leven als vrouwtje beginnen.
De samenleving van Bryaninops yongei op het koraal Cirripathes anguina weerspiegelt zich in het feit dat de grondel zijn lichaamskleur volledig aan het koraal heeft aangepast, hij imiteert als zodanig de poliepen van dit koraal.
Bryaninops in het Aquarium:
De specialisatie van de Bryaninops soorten op bepaalde gastdieren laat vermoeden dat slechts weinigen voor het zeeaquarium in aanmerking komen.
Normaal kunnen B. notans, B. nexus, B. erythrops en B. ridens in een aquarium verzorgd worden, natuurlijk met in achtname van hun natuurlijke gast.
Zo kunnen B. notans op de vertakte stammen van Acropora koralen leven.
B. nexus verkiest Acropora formosa en B. ridens heeft een voorkeur voor Millepora spp. Of Porites cylindrica en P. lutea.
In de huidige literatuur is er over het leven of de verzorging van deze kleine sieraden weinig of niets te vinden.
De grondeltjes hebben als voedsel vooral kleine voedseldeeltjes nodig die in de stroming voorbij drijven. Als voedsel kunnen we cyclops, artemia nauplien en visseneieren aanbieden.
Volgens Söthel (1994) die uitgebreide onderzoeken heeft gedaan, namelijk vooral met B. yongei, B. notans en B. ridens is het houden van deze dieren in een zeeaquarium zeker mogelijk.
Mits enige voorzorgen in acht te nemen die bij het houden van speciale zeedieren altijd moeten genomen worden.
Bij voorkeur moet het aquarium minstens 80 cm lang zijn.
Er mogen ook geen te grote en drukdoende vissen in het aquarium verblijven.
Verder is de verzorging ongeveer zoals bij het geslacht Gobiodon.
Jennes Rudy.