Aan de toog, rond de bar, als twee of meer zeewater aquarianen elkaar vinden, ontstaan vaak geanimeerde discussies over “de beste” rifverlichting. En als het bier is in de man, kunnen we snel verhitte scènes ervaren die beter bekend zijn bij een voetbal interland. De verlichting boven een rif aquarium is inderdaad een belangrijk onderdeel in het goed houden van een riftuin.
Wij weten nu stilaan allemaal wel dat onze, gedeeltelijk fotosynthetisch gevoede, koralen afhankelijk zijn van een degelijke lichtinstallatie. Doch helaas staan nog veel aquarianen onder de invloed van allerhande verkeerde en verouderde theorieën. En dan zwijgen we nog van de diverse mythen en legenden die de rondgang doen in de hobby. Tel daarbij op de gebrekkige gegevens van de zogezegde “aquariumverlichting” fabrikanten en de desinformatie van sommige handelaars, en je hebt het perfecte scenario voor een verlichting chaos.
Met dit artikel beoog ik het licht uit de schaduw van onkunde te halen, met als enig doel: onze koralen een beter leven te gunnen in de toch kunstmatige omgeving van ons zeeaquarium. Diegenen onder U die tevreden zijn met een 95% effectiviteit voor een afdoende verlichting met een betaalbaar kostenplaatje kunnen rustig verder lezen. Behoor je echter tot die 5% van aquarianen, die persé de onderste 5% uit de kan willen halen maar ten koste van een tien- of meervoudige kost … pauzeer even … en denk eens diep na…. Het is onnatuurlijk, niet normaal, onnodig en veelal zelfs niet te verantwoorden het equivalent van een gemiddelde auto te besteden aan een degelijke verlichtingsinstallatie.
Want vergeet niet: de aanschaf is een éénmalige zaak, verbruik en onderhoud is een permanent durende uitgave. Jammer genoeg heeft de hoeveelheid licht een directe lineaire relatie met het verbruik. En dit ongeacht het type verlichting: meer lumen = meer watt.
En meer watt = meer euro’s, elk uur, elke dag. Dus is het meer dan zinvol om de verlichting binnen “betaalbare” perken te houden.
De twee meest gestelde vragen zijn: “Hoeveel licht moet ik hebben?” en “Wat zijn de beste lampen?”.
Goede vragen, directe vragen, zinvolle vragen! Maar jammer genoeg openen deze vragen de deur voor heel wat verkeerde informatie en slechte adviesverstrekking.
Zonder te weten welke koraalsoorten zullen gehouden worden is elk antwoord een kar die voor het spreekwoordelijke paard geplaatst word. Het is een absolute “must” voor elke aquariaan, eerst een inventaris te maken van die dieren die hij of zij heeft of wenst te houden en die te koppelen aan de individuele noden van elk koraal. Pas dan, is het mogelijk een afdoend verlichtingschema op te stellen om de fotosynthese, nodig voor de dieren, te verzorgen. Wij bedoelen hier met “fotosynthese”, de minimaal benodigde lichtstraling nodig opdat de endosymbiotische zooxanthellen genoeg zuurstof produceren voor de koolstof dioxide productie gedurende de ademhaling van de dieren (In de U.S. noemt men dit de hoeveelheid PAR = Photosynthetic Activity Radiation).
Tevreden met een minimale fotosynthese? Dat kan! Wij zien dit in de rifbakken van sommige aquarianen waar de koralen rustig in leven blijven maar amper of niet groeien. Met een beperkte verlichting hebben die dieren net genoeg voeding om te overleven.
Willen we wat meer groei stimuleren, en misschien de reproductie, dan kan (ik zeg wel “kan”) een graduele verhoging van het verlichtingsniveau een middel zijn. Doch nu komen we evengoed op het vlak van de voeding van koralen, en niet meer uitsluitend verlichting.
Beste lezer, koralen hebben net zoals alle levende wezens op deze wereld nood aan voeding. Kunnen wij hen niet voldoende geven met de verlichting, dan hebben onze dieren extra voeding nodig op een andere manier: meermaals per week en liefst in kleine hoeveelheden, alle dagen. En een feit is dat, de meeste koralen zich niet uitsluitend met fotosynthese voeden, maar door een combinatie van diverse voedingsstrategieën. Waar bijv. de stroming van het water ook een belangrijke rol gaat spelen. Voor het merendeel van de koralen geldt: “Van licht alleen valt niet te leven!”.
Voorbij het minimale lichtniveau voor de minimale fotosynthese kunnen wij de verlichting opdrijven naar een saturatiepunt. Dit is het punt waar extra lichtstraling de fotosynthetische activiteit niet meer gaat bevorderen. De zooxanthellen bereiken de limiet van zuurstofproductie die hun gastheer kan verbruiken. De aquariaan verkeert in de quasi onmogelijkheid om dit saturatiepunt te bepalen. Als we er al in zouden slagen, dit te doen voor één specimen, wat is dan het saturatiepunt voor het naaste buurkoraal.
Dit dilemma maakt heel duidelijk dat we hier te maken hebben met het meest onderschatte probleem van het moderne houden van een koralenrif: de realiteit van een “riftuin”.
Het houden van een “riftuin” is te vergelijken met het tuinieren in een engelse cottage tuin. Borders beplanten wij met een menging van de meest uiteenlopende plantensoorten, die wij in een voor ons oog mooi geheel, dwingen om samen goed te groeien. In onze rif aquaria doen wij precies hetzelfde, met een mengelmoes van diverse soorten koralen die dan nog eens uit heel verschillende delen van de wereldoceanen komen. In feite hebben we dan nood aan een verlichtingsniveau dat alle koralen in onze bak op hun minimum kan voldoen, in de wetenschap dat sommigen het dan inderdaad beter gaan hebben dan hun buren. Daarbij worden we ook nog geholpen door de absorptie van het licht in functie van de waterdiepte.
Gelukkig maar voor ons, in zeewater blijft op 50cm. diepte maar 60% van de aangeboden lichtstroom over. Wij laten hier de effecten van de continu veranderende reflectie aan de oppervlakte, door de waterbeweging, buiten beschouwing. Inderdaad: gelukkig voor ons … Zo kunnen we dieren die met minder licht tevreden zijn op een lager niveau in ons rif plaatsen en de koralen die meer afhankelijk van het licht zijn bovenaan zetten. Vanuit onze fauteuil hebben wij dan zicht op een prachtig samengestelde “rif border”. Zonder een overdadige lichthoeveelheid kunnen we dan voldoen aan de basiseisen van de meeste koralen.
En het is nog natuurlijk ook: bedenk even dat koralenkolonies in de natuur ook niet altijd evenveel licht krijgen: diepte van het vindingsgebied, weersomstandigheden, bewolking, regenseizoen, enz.. Enkele cijfergegevens: een zeer zonnige periode op een middag in de tropen zorgt voor ongeveer 200.000 lux licht op het wateroppervlak. Doch het grootste gedeelte van de dag (en het jaar) varieert het verlichtingsniveau tussen 50.000 en 100.000 lux. Op 50 cm. diepte hebben we nog 60% van dit licht en dan nog meestal in het blauwe gedeelte van het spectrum. Op 1 m. diepte is dat nog 36% licht en op 30 m. diepte blijft nog nauwelijks 1% over: dit is een verlichtingsniveau van 500 à 2.000 lux. En op deze diepten vinden we goed gevoede prachtige koralen. Wie sprak er dan van die enorme hoeveelheden licht in de natuur? Ongeacht het lampentype dat we gaan gebruiken is, met de huidige lichttechnologie, gemakkelijk een lichtniveau van 14.000 tot 22.400 lux op het wateroppervlak te bekomen. Op 50 cm waterdiepte, betekent dat in ons aquarium toch nog altijd een lichtniveau van 8.400 tot 13.400 lux. Op 25 cm. diepte spreken we rustig van 12.000 à 19.000 lux.
Lichtberekening voor mijn aquarium verlicht met 5xT5-80W
Met een dergelijk lichtniveau hoeven we niet bang te zijn te weinig licht aan onze koralen te geven. Zij passen zich aan, net zoals zij dat doen in de natuur: op verschillende diepten, seizoenswisselingen, weersomstandigheden. Alleen daar gebeuren de lichtniveau-wisselingen geleidelijk, haast nooit plots. Welke aquariaan kent niet het verschijnsel van “licht shock” bij pas ingevoerde dieren? … In de natuur groeiend op redelijke diepte, verscheidene transportdagen in het donker, en dan in een hel verlichte bak: dodelijk! Acclimatisatie is hier het code woord … maar … dat is voor een ander artikel.
Welke lamp te gebruiken? Nog een aanleiding voor fel verhitte discussies die eigenlijk kant noch wal raken. … Het maakt allemaal weinig uit als we spreken over lampen met een kleurenspectrum vergelijkbaar met dat van het natuurlijke daglicht d.i. gemiddeld 6.000° Kelvin. T5 fluorescentielampen of HQI lampen: het maakt hoegenaamd geen verschil, wat het verlichtingsniveau betreft nodig voor de fotosynthetische activiteit in onze koralen (de nodige PAR-hoeveelheid). Wat echter wel een verschil maakt in de keuze van het lampentype is het verbruik en de onderhoudskost op termijn. Laten we de verschillen eens in een tabel samenvatten:
Criterium |
HQI |
T5 - FQ reeks |
• Beschikbare vermogens per lamp |
35W - 70W - 150W - 250W - 400W - 1000W - 2500W |
24W - 39W - 49W - 54W - 80W |
• Lichtstroom per watt |
75 à 80 Lm/W |
80 à 85 Lm/W |
• Kleurtemperatuur |
6.500° K (klassieke lamp) |
8.000°K (type 880) |
• Kleurweergave |
goed Ra=1B |
goed Ra=1B |
• Lichtverdeling |
Puntlicht (dient goed gericht te worden met aangepaste spiegels) |
Uniforme lijnverdeling |
• Hoogte t.o.v. water |
Min. 30 cm. (afhankelijk van spiegel) |
Min. 5 cm. |
• U.V. straling |
Sterk (nooit te gebruiken zonder UV-beschermglas) |
Geen |
• Sprankelend lichteffect |
Hoog (door spiegelkarakteristiek + hoogte boven wateroppervlak) |
Weinig (uniforme lijnverdeling + beperkte hoogte t.o.v. wateroppervlak) |
• Warmte ontwikkeling |
Hoog |
Gemiddeld |
• Levensduur van de lamp |
10.000 uur |
> 18.000 uur |
De keuze maken tussen een HQI verlichting of een T5 (FQ) verlichting is voor de klassieke riftuin met een waterdiepte tot ongeveer 60 cm. een zeer persoonlijke aangelegenheid en/of nauw verbonden aan de verbruik- en onderhoudskost. De kost factor speelt zeer sterk in het voordeel van T5 (FQ) fluorescentie verlichting.
Voor grotere waterdiepten gaat de keuze meestal uit naar HQI-verlichting, om de eenvoudige reden dat een punt lichtbron beter te omspiegelen, en dus beter te richten, is. Het is dan ook veel eenvoudiger een HQI-lamp een kleinere meer gerichte stralingshoek te geven, wat de penetratie van het licht tot op grotere diepten vereenvoudigt. Dat betekent wel dat de uniformiteit van de verlichting over het totale rif oppervlak sterk gaat variëren. Die lichtvariaties, over de bak heen, zijn gemakkelijker beheersbaar met een T5 lijn verlichting karakteristiek.
Bewust heb ik in het kader van dit artikel nog geen gewag gemaakt van extra blauwe lampen, mix van kleuren en/of types. Ook dit is een persoonlijke keuze en ervaring. Sommige aquarianen zien hun koralen liever onder een harde blauwe kleur (= hoge Kelvin waarden). Bedenk even dat de zon dat niet doet maar dat de naam van blauwe planeet vooral afkomstig is van het sterk filterende effect van het zeewater dat overheerst op het aardoppervlak. Zelfs op geringe diepte blijft alleen nog blauw licht over. Vandaar dat velen zich geroepen voelen blauw licht boven hun aquarium te hangen. Overdrijf echter niet, want de kleurweergave onder blauw licht is erbarmelijk.
In het streven naar een maximale fluorescentie van de koralen, haal je, zonder er dieper bij na te denken, voordeel uit het gebruik van blauwe lampen. Echter de bijdrage tot de PAR valt erg tegen: nog geen 20% t.o.v. wit licht per verbruikte watt vermogen. Dat merk je dan weer wel in het kostenplaatje.
Mijn aquarium verlicht met 5xT5-80W kleur 880 – 8.000°K..
Een anticlimax over rif verlichting?
No-nonsens benadering van het kunstmatige milieu waar we onze dieren in onderbrengen?
De eenvoud van de natuur simuleren is veelal de meest gezonde aanpak vanuit het standpunt van de koralen die we zo graag zien floreren in onze persoonlijke riftuin.
Vragen en uitleg met betrekking tot dit artikel kunnen steeds gesteld worden op dit forum.
Maurice Hubin
23/08/2007.
Bibliografie: - Lighting your marine invertebrates – Anthony Calfo
- WetWebMedia.com