Door Marion Haarsma, onderwaterfilm.nl
Het eerste dier wat in gedachten komt bij dit onderwerp zijn de sepia’s (Sepia officinalis). De zeekatten zijn niet verlegen. Ze doen het zo voor de neus van iedereen. In de Oosterschelde ook. Minutenlang houdt het mannetje het vrouwtje vast bij de kop. (zie foto hieronder) Het zijn koppotigen, Chephalopods (Kephalos is hoofd en podos zijn poten).
De verleiding van de Sepia’s
VERLEIDING Het lijkt alsof het mannetje het vrouwtje stevig beetpakt, of ze wil of niet, maar ook is een enkele keer te zien dat het vrouwtje haar armen opent, als een uitnodiging. Heel goed is dan haar bek te zien met de scherpe tand. Het mannetje aarzelde niet en pakte haar beet. Het moment voor de fotograaf is dan over. Welge- teld een foto kunnen maken, het is een oude dia, maar hij is bewaard als een kostbaar bezit. De titel? De Verleiding!
Het mannetje doet zijn best, want met al zijn armen, het zijn er acht, houdt hij haar zo vast, dat hij altijd haar ogen vrij laat. Er kunnen nog zoveel foto’s worden bekeken, haar ogen zijn altijd onbedekt. Wat niet te zien is dat hij met zijn 2 lange armen zijn zaad bij het vrouwtje binnenbrengt. Zij bevrucht de eieren in haar lichaam en maakt ze zwart met haar inkt. Daarna gaat ze de zwarte eieren afzetten. Het is een fenomeen, wat nooit gaat vervelen...
Zeewolven in hun grot
RAZENDSNEL
Ook in de Oosterschelde de pijlinktvissen (Loligo vulgaris). Deze soort is nauw verwant aan de sepia, maar ze doen het toch anders. Het gaat razendsnel, goed opletten, want het is binnen een seconde gebeurd! Het verschil tussen de mannetjes en vrouwtjes is heel moe-lijk te zien, het vrouwtje zet de eieren af. Soms is ze heel groot en het mannetje klein, en soms is het andersom.
pijlinktvissenparing
Zo was er eens (geen sprookje!) een klein vrouwtje. Ze kwam tot heel dichtbij. Liever niet natuurlijk, niet bang, maar bekend is dat ze een scherpe bek hebben. Onderwaterhuis dus voor het gezicht gehouden. En jawel, ze zette haar eiersnoer op het toen nog analoge kamerahuis af.
Nog geprobeerd voorzichtig te zwemmen, om het legsel niet te verliezen, maar helaas bleef het niet lang zitten.
KRAAMKAMER
Een ander dier, dat alleen voor de voortplanting naar Zeeland komt is de snotolf (Cyclopterus lumpus). Ze komen in het vroege voorjaar, het mannetje kleurt fel oranje in de paaitijd. Het vrouwtje is groter en vaak donker van kleur. Het vrouwtje zet duizenden, meestal roze eieren af in klompen, meteen daarna gaat ze weg. Het mannetje blijft de eieren wekenlang bewaken. Zijn fel oranje kleur verdwijnt langzaam en de eieren veranderen ook van kleur en worden donkerder. Soms heeft hij meerdere legsels te verzorgen, dan duurt zijn creche bewaking wel maanden.
Snotolf met eieren
Pas als de eieren uitgekomen zijn, is hij vrij. Hij gaat de vrouwtjes achterna, die al het diepere water van de Noordzee opgezocht hebben. Voor al deze dieren is de Oosterschelde een ware kraamkamer. In het warme, ondiepe water kunnen de kleine diertjes goed groeien en vinden ze voldoende voedsel. In het voorjaar zijn al kleine snotolfjes, een centimeter groot, te vinden, en later, in de zomer de sepiaatjes. Die groeien ook als kool. In september zijn ze vaak al zo groot als de muis van een hand. De pijlinktvissen blijven schuw, soms is er een kleintje te zien tijdens een nachtduik.
OESTER
Het snotolfmannetje is niet de enige soort, waarvan het mannetje de eieren bewaakt. De mannetjesgrondel doet dat ook! Vaak heeft hij een schuilplaats in een openstaande oester. Hij krijgt het vrouwtje zover, dat ze haar eieren in de oester legt, dan verdwijnt ze weer. Het mannetje blijft bij het legsel. Een ander visje, dat soms in de Oosterschelde voorkomt, is het zeepaardje (Hippocampus hipocampus). Vaak zijn ze een paartje. Een heel beroemd stel werd Wilma en Dirk genoemd. Dirk was zwanger en hij werd dikker en dikker. Ook ‘s nachts dus kijken, in de hoop een geboorte te kunnen meemaken. Maar op een zondagmorgen was hij weer heel normaal, een beetje mager zelfs. ‘Het moment suprême’ dus gemist!
Mannetjesgrondel bewaakt zijn eieren in een oester
Niet alle vissen leggen eieren. Er zijn ook vissen, die de eieren in hun lichaam bewaren, dat heet ovovivipaar. Dan lijkt het alsof er levende vissen geboren worden, maar die komen toch uit het ei. In Nederland is dat onder andere de puitaal, maar meer spectaculair is dat te zien bij de citroenhaai. Op een foto genomen bij de Bahamas is de dikke buik duidelijk te zien!
Zwanger zeepaardmannetje
Dikke buik van een citroenhaai
GARNALEN EN KRABBEN
De fluwelen zwemkrabben (Macropipus puber) doen het ook en het is geen makkelijke taak. De mannetjes dragen de vrouwtjes wekenlang mee. Ze wachten op de verschaling. Zodra het vrouwtje verschaald is, draait hij haar om, zodat ze buik aan buik liggen, dan gebeurt het! Een keer ook gezien tijdens een nachtduik. Maar het omdraaien ging zo snel, er was geen foto te maken… Alleen dus maar van de buik aan buik positie.
Parende mantisgarnalen op Sabang
Andere krabbensoorten en ook garnalen zijn vaak met eieren onderaan hun schild te zien. Bijvoorbeeld aasgarnalen (Leptomysis gracilis) in de Grevelingen en op Curaçao de arrowcrab (Stenorhynchus seticornis). Op Sabang Beach vond de gids twee enorme mantis garnalen (Lysiosquilla maculata) in een kuil op het zand. (bovenste foto op pagina 16) Deze dieren zitten altijd verborgen in de grond en vaak zijn alleen hun ogen maar te zien, die uit het zand steken. In het boek van Helmut Debelius over Crustacea is te lezen dat het vrouwtje altijd verborgen zit in het hol, het mannetje jaagt aktief. Dus wat doet ze nu op het zand? Als er langzaam dichterbij wordt gekomen vertonen ze geen vlucht- of paargedrag. Ze kijken gewoon terug! Na de foto’s genomen te hebben, worden ze uiteraard met rust gelaten. In de hoop dat uit deze ontmoeting veel mantisbaby’s zullen ontstaan.
Fluwelen zwemkrabben Zwangere arrowcrab op Curaçao
Zeeëgel met zaad
SLAKKEN
Ja, slakken doen het ook. En ze doen het zoals het hoort: heel langzaam, ideaal voor de fotograaf! Naaktslakken hebben een opening achter hun kop. Ze bevruchten elkaar met mannelijke en vrouwelijke cellen. Ze zijn hermafrodiet, maar kunnen niet zichzelf bevruchten. Daar hebben ze toch een andere slak voor nodig. Bij gebrek aan een partner kunnen ze wel eieren afzetten, maar die hebben geen levenskansen, dat wordt niets.
Facelina auriculata, gekroonde ringsprietslak met eieren in zijn doorzichtige lichaam
Soms kunnen de eieren al in het lichaam worden gezien, bij een doorzichtige soort, zoals de gekroonde ringsprietslak (Facelina auriculata) uit de Oosterschelde, klaar om af te zetten. De slakkensoorten in slakkenhuizen paren ook. Het lichaam van de wulk (Buccinum undatum) komt dan helemaal uit het huis. Het wordt dan wel een rommeltje. De eieren zijn weer heel interessant, vooral als ze uitkomen. De piepkleine slakjes lopen over de eieren, ze zijn identiek aan hun ouders met schelpje en al.
Kleine wulkjes
In tropisch water zijn er behalve prachtige naaktslakken ook mooie slakken met schelpen. De slakkenhuizen van de Murex (Murex pecten) zijn werkelijk bijzonder , maar hoe doen ze het dan met al die stekels? Waarschijnlijk heel voorzichtig....
Murex paring
KOUD
De dieseltreinworm (Phyllodoce maculata) is een kleine, dunne zeeduizendpoot, met 2 rijen zwarte vlekjes. Normaal valt het wormpje niet op, alhoewel het een geduchte aaseter is, aktief zowel in de zomer als de winter. In het voorjaar maakt hij 1 centimeter grote flesgroene geleiachtige klonten met eieren.
Het duurt soms wel 2 weken voordat de eieren uitkomen, het hangt af van de watertemperatuur. Het water is dan nog koud, zo’n acht graden. In Noorwegen zijn ook van die kleine bolletjes gevonden. Daar was het water 6 graden in de maand mei, alles gebeurt daar zo’n 2 maanden later.
Dieseltreinworm
Dat is ook de periode dat de zeesterren (Asterias rubens) zich voortplanten. Ze doen dat met hoog water en springtij. In Nederland is dan meestal geen helder water, in Kristiansand gelukkig wel. De zeesterren doen dat heel opvallend, ze gaan hoog op hun poten staan, zo van ‘hier ben ik’! En zodra er eentje begint, doen de anderen mee. Ze laten sperma los vanuit hun oksels en geven het mee aan de stroming. De mannetjes hebben zo van die slierten, de vrouwtjes laten duidelijk eieren los. Even goed kijken, dan is het verschil te zien.
Zeestermannetje Zeestervrouwtje
KALENDER
Zelfs zeeegels (Psammechinus miliaris) doen het. Helaas maar een keertje gezien. Bij Soetersbout, een paar dagen na volle maan in juni. Daar komt de duikalender weer! De dieren houden zich aan de kalender, ze zijn vaak voorspelbaar. Natuurlijk is de watertemperatuur ook heel belangrijk. Maar het komt niet altijd als een verassing, wanneer ze ‘het’ gaan doen. Dat is ook het moment waarop ze zich manifesteren en het ‘aha’ moment voor de fotograaf. De massale voortplanting door koralen en sponzen wordt vaak afgedaan door de duikers als een periode met slecht zicht. Maar voor de vissen en alle planktoneters zijn de eitjes een waar feestmaal.
Spookfluitvissen Spitssnuitkoraalklimmers
Vissen zijn vaak samen te vinden tijdens de paartijd, net als de zeepaardjes. De tropische spookfluitvissen (Solenostomus cyanopterus) zijn ook zelden alleen. Andere vissoorten zoeken elkaar alleen voor de voortplanting op, zoals de snotolf. Op Sabang wist de gids een grote gorgoon met twee spitssnuitkoraalklimmers (Oxycirrhites typus). Ze zitten vaak met meerdere vissen in de gorgoon, maar zo netjes naast elkaar is echt toevallig, of niet?
SCHUW EN VERLEGEN
De zeewolf uit Saltstraumen doet het in de zomer. Het is er daar dan toch maar 10 graden... De zeewolf (Anarhichas lupus) ziet er gevaarlijk uit, met die tanden, maar het is een schuwe en vooral verlegen vis. Hij verschuilt zich graag onder de rotsen of verdwijnt tussen de stenen. Hier zitten ze samen in een grot, alleen de snuitjes kijken naar buiten.
De mandarijnvissen houden zich niet zo aan de kalender. Wel doen ze het op een vaste tijd, iedere dag, tussen 5 en 6. Daar wordt het borreluur voor opgeschoven. Op Sabang vonden de gidsen, behalve de groene mandarijnvis, ook de bruine gestippelde, de picture dragonet (Synchiropus picturatus). Het ondiepe koraal, waarin de visjes leven, is massaal afgebroken tijdens een grote storm (Durian). Maar het koraal groeit gewoon door, dat zorgt voor een mooie achtergrond op de foto!
Parende mandarijnvissen
FORELLEN
Tot slot terug naar Nederland, het Oostvoornse Meer. Daar zijn forellen gesignaleerd. Ze zijn weliswaar uitgezet door de hengelaarsorganisatie, maar dat doet er niet toe. Aan het eind van de zomer zoeken ze elkaar op! In het ondiepe water, zo’n 2 meter diep, maakt het vrouwtje de kiezelsteentjes schoon. Haar staart is al helemaal gerafeld. Helaas maakt ze veel zweefvuil bij deze aktie. De duikers, die in en uit het water gaan om een oefenduik te maken, helpen ook niet met het zicht. De vissen gaan onverstoorbaar door met om elkaar heen te draaien. Het mannetje heeft een prachtige rode buik en spierwitte streepjes op zijn vinnen. Te zien is dan dat het vrouwtje met haar neus in de buik van het mannetje stoot om hem te stimuleren. Het eierlegsel zal niets worden, want de eieren hebben stromend water nodig en dat is er niet in het Oostvoornse Meer. Maar het schouwspel is zeker de moeite waard om te observeren.
Het laatste diertje in deze rij is eigenlijk een landdier, maar het komt ieder jaar in maart terug naar het zoete water om zich voortteplanten. De gewone pad (Bufo bufo) houdt zich keurig aan de kalender. De padden doen het ieder jaar heel stilletjes, eigenlijk heeft niemand er last van. Ze maken nauwelijks geluid, alleen de mannetjes kunnen piepen. Soms zitten ze ‘s nachts massaal op de straat, waarom weet eigenlijk niemand. Mischien wordt de straat door de auto’s verwarmd? Dan lopen ze wel de kans om overreden te worden, vaak worden wegen in die periode afgezet. Gelukkig blijven er altijd genoeg over, het is geen bedreigde diersoort. De padden verblijven een paar weken in het water, al die tijd zit het mannetje op het vrouwtje en hij houdt haar stevig vast. De eieren komen uit haar achterste, het zijn snoeren met zwarte eieren, twee naast elkaar. Als het goed is, bevrucht het mannetje tegelijkertijd de eieren. De terugtocht verloopt nog minder opvallend. De eieren komen uit in het ondiepe water, wat snel in de voorjaarszon opwarmt. De kleine kikkervisjes groeien voorspoedig uit tot kleine kikkertjes. Ook die verlaten in het voorjaar het water om aan land te gaan leven. Daarom zijn de padden zo leuk. Ze kondigen het einde van de winter aan en brengen het voorjaar!