Bij vermeerderen splitst de moederpoliep zich in 2 of meer dochterpoliepen. vb: Caulastrea
Rifbouwende of hermatypische koralen vertonen een waaier aan verschijningsvormen. Om door het bos de bomen te zien worden ze nogal vaak geklasseerd in een tiental hoofdvormen:
Bij vertakkende koralen (branching corals) vertakken de takken zich steeds opnieuw.
Digitale of vingerkoralen (digitate corals) zijn vingervormig zonder secundaire vertakkingen.
Tafelkoralen (table corals) hebben een plaatvormig uitzicht en zijn opgebouwd uit 'versmolten' takken.
Elandkoraal (elkhorn coral) heeft grote, afgeplatte takken.
Blad/plaatvormige koralen (foliose corals) zijn gekenmerkt door brede, plaatachtige takken die verticaal op het basissubstraat staan (bvb Pavona cactus)
Foto : Michael de Recht
Plankton is de verzamelnaam voor alle vrij in het water zwevende organismen. Het fytoplankton is het plantaardige deel hiervan. In de Noordzee zitten in een liter zeewater tussen de 100 duizend en 100 miljoen planktonalgen. Al het andere leven in zee voedt zich - direct of indirect - met deze algen. Zij zijn in staat om organische stoffen te maken met behulp van zonlicht als energiebron. Fytoplankton groeit snel waardoor de massa per jaar een veelvoud kan toenemen. Zo ontstaat aan de basis van de voedselketen een grote hoeveelheid voedingsstoffen.
Bij dit proces van fotosynthese komt zuurstof vrij dat in het water of in de lucht terecht komt. Het overige leven in zee kan zelf geen organische stoffen maken en is dus vrijwel volledig van het fytoplankton als voedselbron afhankelijk. De vrijkomende zuurstof is een belangrijke aanvulling van de voorraad zuurstof die voor dieren noodzakelijk is.
Afname van voedingsstoffen door fytoplanktongroei.
Fytoplankton is voor de groei afhankelijk van licht en voedingsstoffen als stikstof, fosfor en kiezelzuur. De hoeveelheid licht en voedingsstoffen kunnen in de loop van het jaar nogal verschillen. In de winter is er te weinig licht om het fytoplankton te laten groeien. Er zijn volop voedingsstoffen in het zeewater aanwezig, maar die worden niet gebruikt. In de winter is er dan ook weinig fytoplankton.
Toename van zonlicht is de belangrijkste factor die de toename van fytoplankton in het voorjaar bepaalt. Eerst beginnen de diatomeeën zich te vermenigvuldigen. Deze soorten hebben betrekkelijk weinig licht nodig en groeien al goed bij lage temperaturen. Die groei kan snel gaan, tot één celdeling per dag. Daarbij wordt de in het zeewater opgeloste nitraat, fosfaat en kiezelzuur verbruikt. Het kiezelzuur wordt gebruikt voor de vorming van de kiezelschaaltjes, het nitraat en fosfaat voor de vorming van andere bouwstoffen (organische stoffen zoals koolhydraten, eiwitten en vetten).
Als na enige tijd het kiezelzuur in het water op raakt, houdt de productie op en sterven de diatomeeën langzaam af. Intussen is de instraling van het licht en de temperatuur in de bovenste waterlaag toegenomen. Andere algensoorten, die geen kiezel nodig hebben, met name de flagellaten, krijgen nu een kans.
In de zomer, als de hoeveelheid nitraat en fosfaat door deze soorten is uitgeput, houdt de groei op. De algen die niet zijn opgegeten door aanwezige dieren sterven af en zakken naar de zeebodem. Daar worden ze opgenomen door bodemdieren of afgebroken door bacteriën. Bij de afbraak van algen komen de eerder opgenomen voedingsstoffen weer vrij, en zijn zo opnieuw beschikbaar voor het fytoplankton.
In de ondiepe delen van de Noordzee gaat zo het groeien en afsterven van de algen door tot de herfst. Daarna zijn de lichtperioden zo kort geworden dat verdere groei vrijwel onmogelijk is.
De meeste planktonalgen zijn alleen met een microscoop te zien. Ze hebben vaak prachtige vormen, van rond tot langwerpig, soms met fraaie uitsteeksels. In de cellen is het groen en bruin van de bladgroenkorrels te zien. De meeste bestaan uit één cel, maar er komen ook kolonies van meerdere cellen voor. Als je wat nauwkeuriger kijkt, dan is het fytoplankton in twee groepen te onderscheiden: er zijn soorten met en soorten zonder zweepharen. Een zweephaar of flagel is een soort draadje dat heen en weer kan bewegen en zo gebruikt wordt voor voortbeweging. De algen zonder zweepharen behoren vooral tot de diatomeeën, die met zweepharen worden samengevat onder de naam flagellaten.
Zweven in het water.
Voor het fytoplankton is het belangrijk om in de bovenste waterlaag te blijven zweven en niet naar de bodem weg te zakken. 'Boven blijven' is een levensvoorwaarde. Zonder zonlicht gaan ze dood. De planktonplantjes zijn dan ook niet voor niets klein en licht. Hoe kleiner je bent, des te groter is het oppervlak in verhouding tot het gewicht. En hoe groter je oppervlak naar verhouding is, hoe langzamer je zinkt. Bij diatomeeën wordt het drijfvermogen vergroot door allerlei uitsteeksels in de vorm van haren en stekels. Sommige soorten hebben een oliedruppeltje in hun huisje om hun zweefvermogen te vergroten. Verder dienen de ingewikkelde patronen van groefjes, putjes en perforaties op de huisjes ook om het oppervlak en daarmee het drijfvermogen te vergroten. Tot slot heeft een platte cel een groter draagvlak dan een bolle cel. Ook flagellaten hebben dergelijke aanpassingen. Zo heeft het lichaam van Pyrocystis elegans een pantser met grote uitsteeksels, die het drijfvermogen vergroten. Bron: de Vleet, Ecomare |
|
Weblinks
Relatie van algen met de met waterkwaliteit:
http://www.watermarkt.nl/index.cfm?page=meetprocessen.biologie.b2v
Site met veel foto's van algen uit de Oostzee:
http://www.io-warnemuende.de/research/en_galerie.html
Satellietfoto's van algenbloeien:
http://www.keesfloor.nl/artikelen/zenit/kleurzee/.
Informatie over fytoplankton:
http://www.cerianthus.nl/leesvoer/dieren/fytoplankton-p.htm.
Engelstalige site over algen in het Skagerrak-Kattegat (klik links op de namen):
http://www.marbot.gu.se/SSS/diatoms/diatom_frame.htm
Uitzending van en informatie over onderzoek naar zoetwateralgen:
http://www.teleac.nl/jota/aflevering.jsp?aflnr=38377
Database met tienduizenden algen (voor foto's: ga naar search>images>browse an album):
http://www.algaebase.org
Uitleg over algen en hun plaats in de voedselketen:
http://www.nioz.nl/nioz_nl/2a6a77ba0d837e03d1c1db23da6646e6.php
Verschillende kennislink-artikelen over algen (zoek op 'algen'):
http://www.kennislink.nl/web/show
Artikel over algengifstoffen in schelpdieren:
http://www.voedingscentrum.nl/voedingscentrum/Public/Dynamisch/voedselveiligheid/natuurlijke+gifstoffen/in+algen/