Portaalsite voor de échte zeeaquariaan

Zoeken op de site

Ervaringen met en de verzorging van Doktersvissen in een rifaquarium

Ervaringen met en de verzorging van Doktersvissen in een rifaquarium.

In vrijwel ieder zeeaquarium kom je ze tegen, vertegenwoordigers van die grote familie Acanthuridae. Het aanbod van geschikte soorten is groot. Als je hun lange termijn eisen opvolgt en hun een behoorlijke huisvesting geeft, blijven het de mooiste blikvangers in een rifaquarium.
De meest populaire is zeker de gele Zebrasoma flavescens, ijzersterk en altijd in de kijker. Wil je wat meer pit ? Dan kan je kiezen voor de hemelsblauwe Picassodokter : Paracanthurus hepatus. Je hebt het meer voor een klassieker ? Dan is de meest vreedzaamste, Ctenochaetus strigosus ook wel de Geeloogdokter genoemd, bijzonder geschikt. Wie wat geduld heeft kan op zoek gaan naar een Ctenochaetus hawaiiensis, een minder frequent aangeboden model die de zelfde eisen stelt als zijn voorganger. Die “hawaiiensis” zoals ze hem noemen, wordt zonder twijfel één van de mooiste dokters in uw aquarium. Zijn jeugdkleed is zeer aantrekkelijk en later als hij volwassen is, wordt het een zeldzame schoonheid die een blikvanger zal blijven.

 
Foto Hans Peter: Acanthurus coeruleus                                                Foto Hans Peter : Zebrasoma xanthurum
Er is heel wat keuzemogelijkheid, sommigen kunnen best met meerdere exemplaren aangekocht worden en soms hoor je terecht de opmerking dat er in elk rifaquarium minstens één Doktersvis moet aanwezig zijn. Als dat ook uw mening is moet je zeker mijn ervaringen lezen.
De systematiek. 
Op de grote familiestamboom staat bovenaan de Orde Perciformes : de baarsachtigen waarin de suborde Acanthuridei de doktersvisachtigen een ruim aandeel hebben. De subfamilie Acanthuridae kende 4 Genera. 
Acanthurus
Ctenochaetus
Paracanthurus
Zebrasoma
Deze 4 namen klinken vertrouwd in de wandelgangen bij de liefhebbers van Doktersvissen. Om volledig te zijn moet daar nog de subfamilie Prionurinae nl. de Eenhoornvissen bij en de subfamilie Nasinae (Koekopvissen). Deze laatste hebben elk nog het genus Naso waaronder de Familie Zanclidae (Wimpelvissen) en Siganidae (Konijnvissen).

Foto Hans Peter: Siganus vulpinus (konijnvis)
Verder hebben we het uitsluitend over 4 families : Acanthurus, Ctenochaetus, Paracanthurus en Zebrasoma.  Een voorbeeld uit de eerste familie nl de A. Leucosternon kan je zonder twijfel als de moeilijkste EN de meest problematisch beschouwen. De familie Acanthurus herbergt die dokters die het meest aandacht vragen. Binnen die groep zijn in onze vereniging alleen met de A. lineatus, A. olivacus en A. sohal, in aquaria vanaf 2 meter, goede ervaringen bekend.
Veel meer goede ervaringen zijn bekend met Ctenochaetus, Paracanthusrus en Zebrasoma.

Hun verblijfplaats, uw Rifaquarium..
Doktersvissen zijn drukke zwemmers. Vandaar dat ze een groot aquarium eisen. Als het aquarium ingericht is als een dichte wand met enkel vooraan zwemruimte, dan voelen ze zich niet in hun natuurlijk doen. Beter is een groot aquarium met steenformaties waardoor of waarrond ze kunnen zwemmen. Als het nodig is moeten ze zich kunnen terugtrekken. Ze houden van ordeloze formaties met veel gaten en ruime spleten. 

  foto Hans-Peter : Acanthurus olivaceus.                                                      foto Hans-Peter : Zebrasoma desjardinii .


Je kan duidelijk observeren dat rust, hiërarchie en vrede in een groot zeeaquarium heerst als het interieur van stenen aan die voorwaarde voldoet.
Van belang is ook de waterkwaliteit. Deze is in een aquarium met rifbouwende steenkoralen meestal uitstekend. Vissen die in de natuur in openwater zwemmen, zijn gewoon aan een zeer laag bacteriegetal. Dit is een getal dat aangeeft hoeveel bacteriën per liter zeewater aanwezig zijn. In de meeste zeeaquaria is dat getal honderd tot duizend keer groter dan in de natuur. Een laag bacteriegetal kan je o.a. bereiken door het water te laten vloeien langs de wanden van een sterke UV-lamp. Deze methode is de laatste jaren in de vergeethoek geraakt en soms wordt een UV lamp beschuldigd van het doden van ook de “goede” bacteriën. Dat is de reinste onzin. Een UV lamp doodt geen bacteriën maar zorgt er voor dat hun DNA structuur hen niet meer toelaat te delen (vermenigvuldigen). Goede bacteriën die behulpzaam zijn bij de biologische afbraak, de nitrificatie of de denitrificatie zijn substraat gebonden en “zwemmen” niet door of langs de wand van de UV-lamp. Er zijn dus goede redenen om met een technisch hulpmiddel de natuur na te bootsen en de UV-lamp continu in bedrijf te houden.
  Foto : Jean-Paul Vandersteen Acanthurus pyroferus
 
 
 
Microbiologen van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) en het Marine Biological Laboratory (MBL) in Woods Hole, Verenigde Staten hebben vastgesteld dat er wel 20.000 verschillende soorten bacteriën in een liter zeewater zitten. De resultaten van het onderzoek zijn in aug 2006 gepubliceerd in het prestigieuze Amerikaanse tijdschrift 'Proceedings of the National Academy of Sciences' (PNAS).
Een Nederlandstalige bespreking vind je op 
http://www.nwo.nl/nwohome.nsf/pages/NWOA_6S9H54
 
 
 
 Foto: Jean-Paul Vandersteen : Acanthurus tennentii.
Er is trouwens nog een voordeel aan het gebruik van een UV-lamp. De lichtdoorlaatbaarheid van het water neemt toe en op zijn beurt is dat gunstig voor alg en wierengroei in de diepere regionen. Verder zal je nog overtuigd worden van de noodzaak aan die algengroei. Op dat fijne koraalzand groeien vele microscopische wiertjes en samen met het koraalzand nemen Doktersvissen dat uiterst fijne koraalzand naar binnen. Dat laatste is dan weer noodzakelijk bij de vertering van de hardere diatomeeën die tot hun standaard voedselpakket behoren.
Wat hebben alle Doktersvissen gemeen ?
Doktersvissen kan je altijd herkennen aan hun unieke typische lichaamsvorm en hun sierlijke zwemwijze, te vergelijken met de lipvissen. Alleen de zijvinnen worden gebruikt en de staart als roer of wapen. Toch kunnen ze in een groot aquarium behoorlijk op snelheid komen. Hun “doktersnaam” danken ze aan een scalpelvorige stekel aan het staartvlak. Een inklapbaar zakmes die alleen bij grote gevechten bovengehaald wordt. Doktersvissen verplaatsen zich in alle waterlagen in het aquarium. Ze laten een onvermoeibare indruk na. De bijna alle doktersvissen houden hun prachtig jeugdkleed gedurende hun hele leven, ten minste als wij aandacht schenken aan hun levenswijze (lees voeding). Er zijn enkele uitzonderingen op die regel, o.a. Acanthurus. coeruleun die geel is in zijn jeugdkleed en later volwassen blauw met donkere strepen. Een voorbeeld van mimikry naar kleurvormen kan je zien bij de Acanthurus pyroferus. Die kan nl. gemakkelijk verward worden met een Centropyge flavissimus, of met Centropyge eibli of met een Centropyge vroliki.
 
Doktersvissen blijven altijd uitermate gevoelig voor plotse bewegingen vóór het aquarium, zeker wanneer ze als enkelingen in het aquarium verblijven. De stressgevoeligheid is sterk soort afhankelijk.

  Foto: Jean-Paul Vandersteen : Zebrasoma gemmatum
De voeding van Doktersvissen in de natuur.
In de natuur voeden de meeste volwassen Doktersvissen zich met algen en in de buurt van de riffen met zeegrassen. Allen geven de voorkeur aan draadalgen, niet de lange maar wel de kortere, vers uit het steen ontstane begroeiingen. Ze grazen ook op het dak van een rif. Pionurus scalpus eet uitsluitend kalkalgen. In hoger gelegen koraalrifgebieden onder invloed van sterke golfslag leven o.a. Acanthurus achilles, A. leucopareius, en de A. guttatus. Maar de A. thompsoni en de Naso hexacanthus leven uitzonderlijk in open water en moeten het dan ook eerder hebben van plantondiertjes.  
De voedselgewoonten kunnen ook veranderen in de loop van hun levensloop. Het is bekend dat jonge vissen uit de Naso familie bladalgen eten en pas later als ze volwassen zijn, meer energie nodig hebben, overschakelen op plankton. Het op gang komen van de hoornvorming is daar niet vreemd aan.
Onderzoek in de Rode zee bij de C. Nigrofuseus leerde ons dat hij in de winter vetreserves aanlegt in de geslachtsorganen en in de staartvin. Deze vetten bevatten hogere waarden onverzadigde vetten en tryglyserol dan in bvb de spierweefsels.
Waarnemingen in de natuur hebben ons geleerd dat Doktersvissen tot 10 u per dag grazen op en tussen stenen en koralen. Je kan zich dus best voorstellen dat zelfs in een groot aquarium, de bruikbare algenreserves voor 1 doktersvis reeds na 5 dagen opgebruikt is. Ook is een test gedaan waarbij een gedeelte van een rif ontoegankelijk werd gemaakt voor vissen. Na enkele weken was een duidelijke algen en wierengroei zichtbaar. Voldoende groenvoer bij het verzorgen van meerdere exemplaren, wordt een probleem ook in grote aquaria. Ofwel vermageren ze, ofwel stopt hun groei wanneer ze nog niet volwassen zijn. Sla er eens een encyclopedie op na en kijk hoe groot ze in de natuur worden. Dat is niet allemaal te wijten aan kleinere zwemruimte.

  Foto Luc Loyen :  Zebrasoma flavescens (Gele zeilvindoktersvis)
Erg belangrijk : de juiste voeding !!
De meeste Doktersvissen zijn herbivoren. Om het in mensentaal te zeggen: het zijn vegetariërs, ze lusten geen dierlijke kost. Tenzij ze niet anders voorgeschoteld krijgen of zoals bekend bij de Naso (hierboven vermeld) uit noodzaak, blijven ze ook herbivoor. Ctenochaetus strigosus is uitgerust met borstelvormige tandjes en samen met C. striatus en hawaiensies behoren ze tot de borsteltandigen onder de Doktersvissen. 
Geef je toch uitsluitend dierlijk voedsel dan kunnen de eerste problemen beginnen. Als men het voedselaanbod niet aanpast krijg je op lange termijn problemen. Hun darmkanaal is nu eenmaal langer dan bij carnivoren en dit om de afbraak van plantaardig materiaal aan te kunnen. Krijgen ze altijd mysis of ander dierlijk voedsel aangeboden, dan is de kans op verstoppingen groot en zijn darminfecties niet uit te sluiten. Zebrasoma flaviecens is daar het minst gevoelig voor en deCtenochaetus hawaiiensis meest gevoelig.
De spijsvertering bij Doktersvissen is een wonder op zich !

  Foto EdgarDonkervliet: Acanthurus sohal (Rode zee doktersvis)

Het verteringsmechanisme van Doktersvissen is nog niet zolang bekend. Speciale micro-organismen leven met elkaar in symbiose. Het verteringswerk wordt uitgevoerd door bacteriën en dinoflagellaten in samenwerking met Protisten. Deze laatsten blijven langer dan andere micro-organismen in de maag van de Doktersvissen. Men vindt ze in aantallen van 20.000 tot 100.000 per ml in de maaginhoud. Slechts 2 tot 3 uur hebben ze nodig om hun werk te doen. Die korte tijd is ook de reden waarom Doktersvissen die sterk vermagerd uit een transport komen soms ten dode opgeschreven zijn. Het lang vasten zorgt voor een lege maag en het afsterven van de noodzakelijke micro-organismen. Is geen voeding in de darmen aanwezig dan sterft de darmfauna af. Dit wordt soms in de hand gewerkt door de antibiotica kuren die in de groothandel gebruikt worden. Breng je later die vissen in uw aquarium dan eten ze wel vlug maar hun verteringssysteem is vernietigd. Ze sterven een hongerdood terwijl ze toch voldoende eten. 

 
 
 
 
 
 
Maar meestal loopt het niet zo’n vaart want de natuur “legt” soms nog iets om het hoekje. Je hebt het waarschijnlijk reeds opgemerkt, Doktersvissen eten graag de ontlasting van hun medebewoners op. Daarin komen resten voor van de darmfauna van hun collega’s en dat kan best van betere kwaliteit zijn. Je kan deze rare eetgewoonten nu wel begrijpen !
 
 
  foto Hans-Peter : Naso lituratus                                                                    foto Hans-Peter : Acanthurus achilles            

Hoe voedt je uw Doktersvissen in het Rifaquarium
Wanneer de waterkwaliteit perfect is, de Doktersvissen een behoorlijk onderkomen hebben in een ruime bak met geschikte medebewoners staat niets meer in je weg om er jarenlang plezier aan te beleven. De voeding blijft nu de het belangrijkste aandachtspunt te worden..
·      Bijvoeren met plantaardig materiaal is levensnoodzakelijk.
De natuurlijke aangroei van groenvoer in mijn aquarium (bruto 1200 l) was niet toereikend. Mijn bezetting was één gele doktersvis en één blauwe picasso, respectievelijk 7 jaar en 4 jaar oud. Ze deelden de natuurlijke groene tafel. De rest, een stel anemoonvissen, 6 gramma loretto’s , 2 Caribische lipvissen, een rifwachter, een pincetvis, en enkele pitvissen kijken enkel uit naar het aanbod diepvries artemia, bijna dagelijks met wat toegevoegde vitaminen aangeboden.
Je kan dus best “vooraf” de Doktersvissen een portie groenvoer aanreiken.
In de zomer is dat 2 keer per week enkele blaadjes zelf gekweekte sla. Wanneer dat niet meer beschikbaar wordt grijp je naar alternatieven. Plantaardig droogvoer, algen uit de leidingen, (zie verder), spirulina enz.
Het zijn garanties op een lang en gezonde levenswijze voor alle Doktersvissen.

 
Foto Vanie : Ctenochaetus hawaiiensis
·      Sla als groenvoer... maar !
Ik durf het niet en zou het niemand aanraden : sla uit het commerciële circuit geven is levensgevaarlijk. Deze sla kan bespoten zijn met zowel fungiciden als pesticiden. Hoe gevaarlijk dat is toont volgend rekenvoorbeeld. Een volwassen gele dokter weegt vb. 30 gram en hij kan rustig een paar blaadjes sla naar binnen werken die samen 3 gram wegen. Dat is 10 % van zijn eigen gewicht. Als een volwassen persoon van 75 kg het zou aankunnen om 7,5 kg sla te eten die met de gebruikelijke sproeistoffen zijn behandeld, dan houdt hij daar een voedselvergiftiging aan over !
Over eigen sla beschikken, zelfs al heb je geen tuin is eenvoudig. Koop in een tuincentrum enkele sla-plantjes. Plant het in een ruime bloempot met compost en zet het voor een raam in volle licht. Compost altijd vochtig houden en nooit gieten op de bladeren. Eventueel kunnen zich bladluizen ontwikkelen op de bladeren van de sla maar die kan je gewoon afspoelen vóór het gebruik.
·      Zacht gekookte groenten ?
Er zijn heel wat artikels en recepten over ervaringen met spinazie, broccoli (de groene variëteit) en zelfs “doperwten” beschreven als zeer waardevol maar de Doktersvissen moeten er wel aan wennen. Soms is het verbazend te merken dat ook andere vissen zoals anemoonvissen de nieuwe spijs eerst aannemen. Doktersvissen zijn kieskeurig maar eens ze het lusten worden het slokkoppen.
·      Spirulina.
Spirulina is een veilig alternatief. Het product is in de gespecialiseerde voedingszaken, dieetwinkels enz. te verkrijgen in verschillende handelsvormen.
Het is een 100% natuurproduct afkomstig uit de spiruline alg en wordt onder speciale omstandigheden gesteriliseerd of gevriesdroogd zonder toevoeging van kleur- of bewaarstoffen. Het bevat 60 tot 70% eiwitten, 13 tot 20 % koolhydraten, en 6 tot 7% mineralen. Het is zeer rijk aan vitamines en essentiële aminozuren. Nu is het een rage in de VS om naast de dagelijkse extra vitaminen ook nog spirulina tabletten te gebruiken... maar dat is een ander verhaal !
Persoonlijk geef ik de voorkeur aan de vlokkenvorm of de tabletten. Sera brengt een handige blitsverpakking op de markt onder de naam “Premium Tabs”. Leuk om een tablet met een lichte druk van je vinger op de voorruit te plakken. Aan stenen fixeren kan ook maar dat is lastig en onpraktisch. Doe je dat voor het eerst, dan zullen de dokters niet de eersten zijn om van die snoepjes te eten. Eens ze de donkergroene “pil” kennen, zijn ze er niet meer van weg te jagen !
In korrelvorm nemen de meeste Doktersvissen het niet op in open water. Slokkoppen moeten het hebben van vlokken. Ook anemoonvissen lusten het.
·      Slangen uitknijpen ?
Het idee is begonnen als een toeval. Om de waterbeweging van rifaquaria maximaal na te bootsen zijn meerdere stromingspompen noodzakelijk. Mijn aquarium was uitgerust met 5 Eheimpompen model 1060. Elk van hen was verbonden met slangen in transparante siliconen rubber en dus licht doorlatend. De darmen liggen op meerdere plaatsen vlak naast de TL lampen. Vandaar dat de binnenwand begroeid wordt met algen die zich op de siliconenwand vastzetten en een soort “binnenband” of “binnenvel” vormen. Wanneer je nu knijpt op de soepele siliconenslang, sleur je met de stroming de losgekomen vellen mee. Ik kan je verzekeren dat Doktersvissen dat als een grote lekkernij beschouwen ! De donker groen-bruine vellen smeeralg hebben de kans niet met de stroming weg te zweven, ze worden onmiddellijk verorberd door de Doktersvissen. Eens per week “knijp” ik de slangen uit en ook dat is weer een bron van groenvoer : gratis voor niets en zeer gebruiksvriendelijk te bedienen !
·      Externe algen en wieren:
Het inbrengen van veralgde stenen is ook een mogelijkheid. Maar dokters geven de voorkeur aan “verse algen”. Als je leden uit uw vereniging kent die nog Caulerpavelden bezitten dan moet je met hen een deal sluiten ! Ook stenen afkomstig uit cichlidenaquaria zijn het afgrazen wel waard.
Een extra verlichtingslamp boven het compartiment van wat ze vroeger een “biologisch filter” noemden  kan dan weer een onuitputtelijke bron van bealgde stenen worden. Maar niet iedereen heeft die extra plaats om aan groenvoerproductie te doen, nochtans is het een meerwaarde voor de vissen. 

·      Watervlooien en cyclopsen
Watervlooien zorgen ervoor dat in het voorjaar, in een visarme tuinvijver, een explosie van groene algen (groenwater) ophoud of uitblijft. Het voedsel van watervlooien en cyclops is hoofdzakelijk fyto-planton. Op hun beurt zijn watervlooien ideaal voedsel voor Doktersvissen. Samen met de cyclops, die meestal samen aanwezige zijn in natuurlijke vijvers, voer je dan wel dierlijk materiaal rijkelijk gevuld met groenvoer van de beste kwaliteit. Voor wie een tuinvijver heeft : het proberen waard.
Toch moet erop gewezen worden dat dit voer geen hoofdzaak mag worden voor bvb andere vissen in uw zeeaquarium. Het is belangrijk dat zeevissen gevoederd worden met voedsel voor hen geschikt. Watervlooien, tubifex en cyclopsen bvb zijn dat niet. Als afwisseling is wel geschikt.
Stipgevoeligheid van de Paracanthurus hepatus 
 foto: Hans Peter: Paracanthus hepatus

De meeste doktersvissen zijn wat je kan noemen weinig stipgevoelig. Ervaringen zullen bevestigen dat er een uitzondering is   de Picassodokter : Paracanthurus hepatus
Zelden loopt het fataal af maar zowel jonge exemplaren als halfwassen vissen kunnen plots van de ene dag op de andere witte stippen op hun huid en kieuwen vertonen. Meestal na een te plotse waterwissel, een verhuis of aanvoer uit een ander aquarium of en niet zelden als er een nieuwe aanwinst in de bak is aangekomen. De fact
Inloggen Registreren

Uw account aanmelden

Gebruikersnaam *
Paswoord *
Onthoud mij

Account aanmaken

Velden met een sterretje (*) zijn verplicht.
Naam *
Gebruikersnaam *
Paswoord *
Herhaal paswoord *
E-mail *
Herhaal e-mail *

Foto van de maand

Centropyge Foto Tanne Hoff

De halloween heremietkreeft Ciliopagurus strigatus
in het aquarium van Stefaan Fabri

Foto: Patrice Cornelis