Goed houdbare en redelijk goed houdbare gorgonen.
Tekst en foto’s: Jacques van Ommen (Eigen, deels oudere aquariumopnamen)
(http://zeeaquarium-jh-van-ommen.nl/)
Tot de mooiste lagere aquariumdieren behoren toch zeker de hoornkoralen Plexauridae en Gorgoniidae
Ze zijn er in bijna alle kleuren en komen in praktisch alle zeeën voor. De meeste soorten komen in dieper water voor maar er zijn er ook die in de bovenste waterlagen groeien en daarom geschikter (zoöxanthellen) zijn om in ons aquarium te houden. Ik heb de foto’s gemaakt van gorgonen in mijn aquarium waarvan ik er verschillenden zo’n dertig jaar verzorg in diverse bakken. Tientallen stekken hebben een nieuwe eigenaar gevonden. Op de foto van mijn aquarium (2014), ziet u linksboven tegen het wateroppervlak een Rumphella sp. Rechtsboven een gorgoon die ik niet op naam heb kunnen brengen maar waarschijnlijk ook een lid van de familie Plexauriinae net als de Rumphella. Deze gorgoon werd in mijn aquarium ongeveer een twintig cm hoog,is goudgeel tot lichtbruin van kleur en groeit struikachtig. Rechts van de blauwe tapijtanemoon staat de paars/blauwe Leptogoria miniata. Deze paarse gorgoon is na een jaar of drie helaas door misschien teveel stekken en een valpartij in de tapijtanemoon ter ziele gegaan. Die knaap in het midden is een lid van de familie Pseudoplexaura
Rumphella sp. afhankelijk van de belichting bruin, grijsbruin tot lichtbruin met een roze gloed.
Deze gorgoon (kan de juiste benaming niet vinden) heeft een goudgele kleur bij de juiste verlichting. Vervelt af en toe. Wordt in mijn aquaria tot ongeveer 20 cm hoog. Geen echt buigzame takken. Lijkt op de grotere broer de Pseudoplexaura sp. maar vertakt meer en vormt op die manier een dichte compacte bos armen. Meer dan twintig jaar in mijn bakken. Prima voor kleine aquaria.
De voor het aquarium meest geschikte soorten komen uit het Caribische gebied. Ze staan bekend als fotosynthetische gorgonen die zoöxanthellen bevatten. Hoornkoralen hebben kleine poliepen die gebruikt worden om voedsel te vangen. Deze poliepen kunnen zich terugtrekken. Deze poliepenhuid omvat een hoornachtige kern. Vandaar de benaming hoornkoraal. De groeiwijze varieert van rechtopgaande takken tot hangende takken, struikvormig en vertakt of waaiervormig.
De meeste fel gekleurde hoornkoralen uit de Indo-Pacific zee die binnen komen bij de handel zijn niet of nauwelijks houdbaar in het aquarium, dit in tegenstelling tot de soorten uit de Caribische zee. Problemen zijn o.a. de voedselopname en de bealging. Stroming, licht, irritatie en temperatuur spelen natuurlijk ook een rol maar dat probleem is redelijk eenvoudig op te lossen. Het toedienen van het benodigde voedsel is een ander verhaal. Nu zijn er natuurlijk altijd uitzonderingen die de regel bevestigen en ook de techniek en wetenschap staan niet stil zodat er hier en daar voor dit soort dieren een surrogaatvoedsel wordt "uitgevonden’‘. Maar op de lange duur is ook dat voedsel in de meeste gevallen niet toereikend. Maar nogmaals, er bestaan natuurlijk uitzonderingen en in speciaalaquaria kunnen goede resultaten worden behaald. Hoornkoralen kunnen vrij oud worden. Ik heb kolonies van tegen de veertig jaar oud waarvan ontelbare stekken zijn genomen. De voet van die gorgonen zijn praktisch niet door te zagen.
Gelukkig komen de laatste tijd steeds meer redelijk tot goed houdbare hoornkoralen, voornamelijk uit de Caribische zee, bij de handel binnen. In de volksmond ook gorgonen of gorgoontakken genoemd, hoewel de literatuur verschil maakt. Deze houdbare hoornkoralen/gorgonen die zoöxanthellen bevatten zijn niet alleen prima houdbaar maar onder goede aquariumomstandigheden ook goed te vermeerderen.
Drie goed houdbare hoornkoralen en een redelijk goed houdbare Leptogoria miniata kan ik u aanraden en zal ik nu bespreken. Ze zijn de laatste jaren veelvuldig bij de handel en bij liefhebbers te verkrijgen.
De nu volgende beschrijvingen gelden trouwens voor de meeste (goud)bruine hoornkoralen/gorgonen die in de handel zijn. Ik heb jarenlang een zestal soorten in mijn bakken verzorgd die voor wat de levensomstandigheden betreft op elkaar lijken. Deze soorten variëren in kleur van lichtbruin, goudbruin tot donkerbruin en hebben verschillende groeiwijzen. Wanneer de poliepen zijn ingetrokken is er ook een duidelijk verschil te zien. De ‘’ondergrond’‘ ( kleur van de takken wanneer de poliepen zijn ingetrokken) is bij de één lichtbruin tegen wit aan, de ander heeft juist een donkere ondergrond tegen zwart aan en bij weer een ander is de kleur bruin gelijk aan de kleur van de openstaande poliep. Ook komen er regelmatig exemplaren binnen die een paarse basis hebben met bruine poliepjes. De benamingen van de door mij gehouden Caribische gorgonen zijn niet allemaal bij mij bekend maar ik noem ze voor het gemak ledergorgonen omdat het zachte weefsel gelijkenis vertoont met die van het bekende lederkoraal en sommigen ook vervellen. Sommige soorten heb ik niet zien vervellen, andere juist weer wel. De afmeting van de poliepen en de doorsnede van de takken verschillen ook. Sommige gorgonen hebben buigzame takken anderen weer onbuigzame, rechtop staand of hangend.
De voor het aquarium meest geschikte soorten komen uit het Caribische gebied. Ze staan bekend als fotosynthetische gorgonen die zoöxanthellen bevatten. Hoornkoralen hebben kleine poliepen die gebruikt worden om voedsel te vangen. Deze poliepen kunnen zich terugtrekken. Deze poliepenhuid omvat een hoornachtige kern. Vandaar de benaming hoornkoraal. De groeiwijze varieert van rechtopgaande takken tot hangende takken, struikvormig en vertakt of waaiervormig.
De meeste fel gekleurde hoornkoralen uit de Indo-Pacific zee die binnen komen bij de handel zijn niet of nauwelijks houdbaar in het aquarium, dit in tegenstelling tot de soorten uit de Caribische zee. Problemen zijn o.a. de voedselopname en de bealging. Stroming, licht, irritatie en temperatuur spelen natuurlijk ook een rol maar dat probleem is redelijk eenvoudig op te lossen. Het toedienen van het benodigde voedsel is een ander verhaal. Nu zijn er natuurlijk altijd uitzonderingen die de regel bevestigen en ook de techniek en wetenschap staan niet stil zodat er hier en daar voor dit soort dieren een surrogaatvoedsel wordt "uitgevonden’‘. Maar op de lange duur is ook dat voedsel in de meeste gevallen niet toereikend. Maar nogmaals, er bestaan natuurlijk uitzonderingen en in speciaalaquaria kunnen goede resultaten worden behaald. Hoornkoralen kunnen vrij oud worden. Ik heb kolonies van tegen de veertig jaar oud waarvan ontelbare stekken zijn genomen. De voet van die gorgonen zijn praktisch niet door te zagen.
Gelukkig komen de laatste tijd steeds meer redelijk tot goed houdbare hoornkoralen, voornamelijk uit de Caribische zee, bij de handel binnen. In de volksmond ook gorgonen of gorgoontakken genoemd, hoewel de literatuur verschil maakt. Deze houdbare hoornkoralen/gorgonen die zoöxanthellen bevatten zijn niet alleen prima houdbaar maar onder goede aquariumomstandigheden ook goed te vermeerderen.
Drie goed houdbare hoornkoralen en een redelijk goed houdbare Leptogoria miniata kan ik u aanraden en zal ik nu bespreken. Ze zijn de laatste jaren veelvuldig bij de handel en bij liefhebbers te verkrijgen.
De nu volgende beschrijvingen gelden trouwens voor de meeste (goud)bruine hoornkoralen/gorgonen die in de handel zijn. Ik heb jarenlang een zestal soorten in mijn bakken verzorgd die voor wat de levensomstandigheden betreft op elkaar lijken. Deze soorten variëren in kleur van lichtbruin, goudbruin tot donkerbruin en hebben verschillende groeiwijzen. Wanneer de poliepen zijn ingetrokken is er ook een duidelijk verschil te zien. De ‘’ondergrond’‘ ( kleur van de takken wanneer de poliepen zijn ingetrokken) is bij de één lichtbruin tegen wit aan, de ander heeft juist een donkere ondergrond tegen zwart aan en bij weer een ander is de kleur bruin gelijk aan de kleur van de openstaande poliep. Ook komen er regelmatig exemplaren binnen die een paarse basis hebben met bruine poliepjes. De benamingen van de door mij gehouden Caribische gorgonen zijn niet allemaal bij mij bekend maar ik noem ze voor het gemak ledergorgonen omdat het zachte weefsel gelijkenis vertoont met die van het bekende lederkoraal en sommigen ook vervellen. Sommige soorten heb ik niet zien vervellen, andere juist weer wel. De afmeting van de poliepen en de doorsnede van de takken verschillen ook. Sommige gorgonen hebben buigzame takken anderen weer onbuigzame, rechtop staand of hangend.
Rumphella sp. ( familie Gorgoniidae)
Binnen de familie van de hoornkoralen is de Rumphella, uit de Indo Pacific, voor het aquarium zeer geschikt en prima houdbaar. Het is een van de weinige soorten die zoöxanthellen bevat. Ze groeien snel, vertakken zich, kunnen vervellen (worden daarom ook ledergorgoon genoemd) en zijn voornamelijk bruin tot goudbruin van kleur. De systematiek van de soorten is onzeker en het aantal Rumphella- soorten is niet bekend. Dit is de meest verbreide soort in onze aquaria. Niet dood te krijgen. Buigzame takken.
De meest voorkomende soort is R. aggregata, het eerst beschreven door Nutting (1910) Twee andere beschreven soorten zijn R. suffruticosa, tamelijk onbekend en het eerst beschreven door Dana (1846) en verder wordt R. antipathes, waarvan slechts een exemplaar ontdekt is voor de kust van Ambon in de literatuur genoemd. Voor het eerst beschreven door Linneaeus (1758).
In de jaren tachtig werden deze gorgonen zo af en toe in Utrecht te koop aangeboden. Ik spreek hier van twee soorten. De meest aangeboden soort is een struikachtige rechtopgroeiende soort. De tweede soort die ik regelmatig ben tegengekomen heeft hangende takken en groeit ook vertakt. Ik was toen nog woonachtig in die stad en omdat ik bijna wekelijks aquariumzaken bezoek, konden binnengekomen gorgonen bijna niet aan mijn aandacht ontsnappen. De gorgoon die ik voor de eerste maal in het aquarium bij de handel kon aanschouwen was geel-bruin van kleur en had vrij dunne takken met een diameter van ongeveer 4 mm in gesloten toestand. Deze struikachtige gorgoon was duidelijk aan het vervellen zoals dat gebeurt bij bijvoorbeeld het lederkoraal. Dat leek mij een positief punt. Door die vervellingen kan het gorgoon zijn eventuele bealging van het lijf houden. Ik besloot dit gorgoon eens ‘’uit te proberen’‘. Thuis aangekomen heb ik dit gorgoon in mijn aquarium gezet, goed in het licht. Als je tenminste daarvan kan spreken wanneer je ‘’slechts’‘ T8-verlichting gebruikt. (1 x 140 Watt Actinic 03, 1 x 58 Watt nr 18 blauw, 1 x 58 Watt Aquarelle en 3 x 58 Watt nr 96) We spreken over de jaren tachtig toen led voor aquaria nog onbekend was.
De stroming was in mijn bakken niet permanent. Ik gebruikte apparaten die de pompen onregelmatig aan en uit schakelden zodat er een wat natuurlijker stroming in de bak ontstond en de dieren niet naar één kant werden geblazen. Nu kunnen we prima zogenaamde wave-pompen kopen. De dieren konden dus op en neer bewegen. De volgende dag al veranderden de geelbruine takken in prachtige lichtbruine 10/12 mm dikke hangende waaiers. Het gorgoon bleef de hele dag uitstaan en sloot s’ nachts zijn/haar poliepen. Na verloop van tijd vervelde het gorgoon. ( Zoals gememoreerd, dit is een groot voordeel want op deze manier krijgt algengroei geen kans). Het gedraagt zich op dat gebied vergelijkbaar met het lederkoraal. Ook voor wat het aannemen van voedsel betreft. Het nam wel voedsel aan maar liet het op een later tijdstip weer los. Of het echt op deze manier voedsel tot zich neemt betwijfel ik. Watervlooien, pekelkreeftjes en plankton werden graag gepakt maar ook vaak weer losgelaten. Een uitzondering wordt misschien gevormd door tot stof fijngewreven droogvoer. Zelfs met behulp van een vergrootglas heb ik niet kunnen zien of dat voedsel inderdaad werd geconsumeerd. Maar het zou natuurlijk best mogelijk kunnen zijn. Verder leeft het gorgoon mijns inziens hoofdzakelijk van de symbiotische algjes zoals dat bij het lederkoraal het geval is. Ik voerde niet gericht meer, slechts af en toe spoot ik wat planktonvoer in de bak voor de planktoneters. Het gorgoon groeide letterlijk de bak uit werd ruim veertig cm hoog en vormde veel nieuwe armen. Ik ben toen begonnen met het afsnijden van een aantal armen om die te gebruiken voor vermeerdering. Ik had namelijk geconstateerd dat armen makkelijk vastgroeiden aan substraat. En inderdaad, het is geen probleem om armen te amputeren en tussen het steen vast te laten groeien. Wanneer de armen beschadigd worden ‘’genezen’‘ ze vrij snel. Een kale plek ontstaan door beschadiging is binnen enkele dagen verdwenen. Dit geldt voor alle ledergorgonen die ik ken. Het vormen van nieuwe takken kan maanden duren. Het vormen van een kern (hoornachtig zwart, vandaar de benaming hoornkoraal) kost blijkbaar meer energie. Rumphella sp. is net als veel leden uit de familie Plexauridae en Gorgoniidae een sterk gorgoon en de door mij beschreven soorten zijn dan ook eenvoudig te stekken. In de loop der jaren zijn er meerdere leden van de familie Plexauridae en Gorgoniidae binnen gekomen en veel liefhebbers zullen deze soorten nu wel kennen.
Het tweede hoornkoraal waar ik uw aandacht voor wil vragen lijkt veel op de vorige voor wat de kleur en levenswijze betreft.
Pseudoplexaura
Na een aantal jaren Rumphella sp verzorgd te hebben kwam ik zijn grote broer tegen, een hoornkoraal die veel gelijkenis vertoont met de hierboven besproken Rumphella sp. Alleen dit hoornkoraal groeit praktisch niet vertakt maar meer rechtop naar het wateroppervlak. In de afgelopen meer dan 40 jaren heb ik zoveel ervaringen opgedaan met deze soort (Pseudoplexaura ) dat ik nu ook deze ervaringen op papier kan zetten.
Pseudoplexaura (zie foto hierboven) die ik nu wil beschrijven zijn ook ledergorgonen met ongeveer dezelfde goudgele kleur. De gorgonen van die familie die ik gehouden heb groeien niet vertakt als Rumphella maar vormt meer statige armen die snel het wateroppervlak van het aquarium kunnen bereiken. We hebben dan ook met een grote soort te maken en een tamelijk snelle groeier. De lengte van de armen in mijn aquarium ( zie foto) strekt zich uit tot aan het wateroppervlak. De armlengte in mijn bakken bedroeg tot ruim vijftig cm) De diameter van de hoornachtige kern is ongeveer 5 mm. Staan de poliepen ingetrokken dan zijn de armen plusminus 2 cm dik. Rekenen we de uitstaande poliepen mee dan is de doorsnede ruim tweemaal zo groot. Van tentakeluiteinde tot tentakeluiteinde gemeten zijn de poliepen ongeveer een halve cm in doorsnede Deze maten heb ik opgenomen bij exemplaren die zo'n veertig à vijftig cm hoog waren. Deze ledergorgoon groeit snel en recht naar het wateroppervlak. Het geeft wel vertakkingen maar dat zijn er niet veel. De meeste takken komen voort vanuit de basis en groeien dan voornamelijk recht naar boven. De takken zijn licht buigzaam.
Wanneer men van dit gorgoon een tak afsnijdt ziet men dat de kern ook uit een hard zwart hoornachtig materiaal bestaat (vandaar de naam hoornkoraal).
Men moet dus wel een scherp mes of kniptang gebruiken en flink wat kracht zetten om een tak te amputeren. Wanneer men die arm afgesneden heeft dan kan men die afgesneden arm in een van tevoren in een steen geboord gat plaatsen. Wanneer de tak in het gat blijft bewegen zal het beschadigen en uiteindelijk afsterven, dus vastplakken heeft de voorkeur. Het is raadzaam de stek in een lichte stroming te plaatsen, niet te donker.
Na verloop van tijd = weken zal de stek vastgroeien aan het substraat ( u moet de stek dan weer in de volle stroming zetten) en uiteindelijk nieuwe zijtakken gaan vormen. Wanneer alles goed gaat zal het gorgoon zelfs over het substraat heen groeien en zich zo uitbreiden. Mijn grootste kolonie had meer dan 20 armen en was ongeveer 50 cm hoog. Hoger laten groeien was voor wat de ruimte betreft niet mogelijk.
Op deze manier heb ik in het verleden tientallen stekken genomen en verschillende mensen kunnen bevoorraden. Deze manier van vermenigvuldigen pas ik op alle door mij gehouden hoornkoralen met succes toe.
Een nog betere manier van stekken vind ik persoonlijk de horizontale manier. Ik bind de afgesneden arm horizontaal vast aan een steen. Het gorgoon groeit in de lengte vast aan het steen en zal snel over de gehele lengte van de arm uitlopers vormen die naar het wateroppervlak groeien. U heeft dan eerder meerdere opgaande takken maar de lengtegroei van de armen zal langzamer verlopen. Hoe groter de gorgoon hoe sneller de groei.
Het stekken van veel hoornkoralen/gorgonen is heden ten dage geen probleem meer.
Leefomstandigheden: (geldend voor o.a. beide beschreven ledergorgonen) matige tot sterke stroming. Voor de kust van Curaceau heb ik dit soort gorgonen tot bijna onder het oppervlak zien staan in matige tot zeer sterke stroming.
Verlichting: Niet te donker (zoöxanthellen) en langzaam wennen aan meer licht als u bijvoorbeeld het gorgoon van onder een TL naar een HQI-verlichting overbrengt. Hoewel Plexauridae veel licht verdraagt hadden de exemplaren in mijn bak bij plotseling meer licht de neiging zwart te worden (te verbranden) en wanneer u er niet snel bij bent dan sterft het af.
Voeding: Ook leden van deze familie (Plexauridae) hoeven mijns inziens niet direct gevoerd te worden maar nemen wel onder andere fijngewreven droogvoer aan, evenals gedroogd plankton, watervlooien en dergelijk klein voedsel. In het geval van voedseltoediening lijkt het gorgoon op de duur beter te groeien en dikkere armen te vormen.
Veel leden van de familie Plexauridae uit het Caribische gebied worden nogal groot en zullen uiteindelijk tot tegen het wateroppervlak aan kunnen groeien. Ze groeien niet boven het wateroppervlak uit maar buigen af en volgen het wateroppervlak. Men kan dan het beste de bewuste arm amputeren want de bovenkant van de arm die toch af en toe boven water uitkomt wordt zwart en sterft gedeeltelijk af. Die arm is dan niet mooi meer en niet geschikt om een mooie stek van te maken.
Voor de kust van Curaçao heb ik deze opname gemaakt. Ik heb dergelijke gorgonen gezien die armen hadden met bijna een dikte waar mijn pols veel op leek. Maar die gorgonen waren dan ook meer dan een meter hoog. Ik denk dat het aquarium wel erg hoog zal moeten zijn om deze gorgonen tot hun recht te laten komen.
Tot een jaar terug verzorgde ik onder andere bij bedrijven door mij geplaatste zeewaterbakken, ook bij particulieren die door omstandigheden niet in staat zijn dat zelf te doen (ouderdom, invalide…). Dat gaf mij de gelegenheid mijn stekken (en niet alleen mijn stekken maar ook bijvoorbeeld vissen) onder verschillende licht- en aquariumomstandigheden uit te zetten en hun ontwikkeling te volgen. Door mijn waarnemingen met behulp van al die bakken kan ik zeggen dat het voor deze hoornkoralen/gorgonen niet veel uitmaakt onder welke lichtomstandigheden ze worden gehouden als we maar rekening houden met het feit dat ze wel in verband met hun zoöxanthellen licht nodig hebben. De stroming en waterkwaliteit is mijns inziens belangrijker. Er bestaan meerdere soorten die gelijkenis vertonen met deze door mij beschreven hoornkoralen/gorgonen. Het is moeilijk deze dieren te determineren. Over het algemeen mag ik toch wel stellen dat de bruine soorten, vooral exemplaren die kunnen vervellen, uitstekende aquariumdieren zijn die zonder problemen gehouden en gestekt kunnen worden.
Wanneer u in de gelegenheid bent om deze hoornkoralen/gorgonen aan te schaffen, sommige exemplaren zijn wel vrij prijzig, dan kan ik u dat ten zeerste aanbevelen. U zult er veel plezier aan beleven.
Hoornkoralen uit dieper water.
Wanneer u zich wil laten verleiden tot het houden van de felgekleurde hoornkoralen die veelal uit dieper water komen, houd er dan rekening mee dat deze hoornkoralen voedsel nodig hebben, (en kunt u ze dat geven?) snel bealgen bij teveel licht en onder normale omstandigheden in gezelschapsbakken niet lang houdbaar zijn. Of u moet eens een speciaalaquarium met deze dieren proberen.
Hieronder laat ik wat afbeeldingen zien van een paar veel geïmporteerde soorten die ik zelf in mijn bakken heb verzorgd.
Familie Elllisellidae
Deze paarse gorgoon, heeft heel kleine poliepen en is moeilijk te voeren en daarom ook moeilijk te houden. Geldt voor alle hierop lijkende gorgonen. De gele gorgoon op de tweede afbeelding wordt ook regelmatig aangeboden .Ik heb deze twee niet langer dan ongeveer anderhalf tot twee jaar kunnen houden in mijn gezelschapsbak. Meer geschikt voor een speciaalbak. Deze gorgonen hebben voedsel nodig. De poliepen van de gele gorgoon zijn wat groter dan die van de paarse en nemen makkelijker voedsel aan. Zijn daardoor wat beter te houden. Deze gorgonen werden door mij gevoerd met fijn plankton, cyclops en stofvoer. Hoe groter de poliepen hoe makkelijker gevoerd kan worden.
Leptogoria miniata
Deze gorgoon heeft ruim drie jaar in mijn aquarium gestaan en heb ik regelmatig kunnen stekken. Helaas in een tapijtanemoon gevallen. Staan de poliepen in dan is deze gorgoon diep paars van kleur. De poliepen zijn klein en lichtbruin.( zie de tweede afbeelding) Prima houdbaar bij de juiste verzorging. Kan donkerder staan. Vervelt af en toe. (Zie de eerste foto rechts naast de blauwe tapijtanemoon)
Deze licht blauwe met blauwe poliepen( rechts) en paarse gorgoon met licht paarse poliepen heb ik tot ongeveer een jaar in leven kunnen houden. Lijken mij zeer moeilijk tot niet houdbaar of misschien proberen in een speciaalaquarium.
Ten slotte.
Voor wat de juiste benamingen betreft moet ik u verwijzen naar het internet of nieuwste literatuur. Maar niet alle dieren zijn al gedetermineerd. ( sp)
Nog even wat aanvullende aquariumgegevens waaronder ik deze dieren houd en gehouden heb.
Voor wat mijn gezelschapsbak betreft 200 cm x 60 cm x 60 cm (waterhoogte), is de verlichting in de afgelopen jaren van T8 via HQI naar T5 veranderd. Ik gebruikt nu 1 x T5 80 watt blauw, 1 x T5 80 watt 10.000 Kelvin en 6 x T5 80 watt 15.000 Kelvin. Zes lampen branden van 10 uur ‘s morgens tot 20 uur ‘s avonds. De stroming werd bepaald door tweemaal Turbelle 2000 liter pompen en tweemaal 1600 liter pompen die onregelmatig in verschillende combinaties werden aangestuurd. Dat betekent dat er, of even geen stroming ontstaat, of 7200 liter per uur wanneer alle pompen tegelijk aan staan. (met variaties). Nu gebruik ik twee Turbelle 2000 pompen en een Wave pomp van 16000 liter. De twee turbelle pompen hangen boven het water zodat ik in de zomer geen last heb van bv opwarming door dompelpompen. Het nadeel van deze pompen is het stroomverbruik, Dat is wat hoger maar de stroming is twee meter verder nog duidelijk aanwezig. Door de opstelling van deze pompen (de kruising van de sterke gerichte waterstralen) heb ik zonder gebruik van een zogenaamde wavemaster toch in combinatie met de wave 16000 liter pomp een turbulentie in het water en bewegen de lagere dieren overal op en neer in de stroming.
Temperatuur rond de 24/25 graden.
Medebewoners zijn ( in de loop ter tijden) diverse symbiose-anemonen, Cerianthussen, (pas op, niet overal bij te plaatsen) tapijtanemonen, diverse oren, poliepenkolonies, doopvontschelpen, soft- en steenkoralen. Alles groeit prima. Ook bevolken natuurlijk diverse vissen, garnalen, zeesterren, heremietkreeftjes enz. het aquarium. De gorgonen groeien prima samen met deze medebewoners, er zijn geen problemen binnen deze multiculturele samenleving (met uitzondering van het gestelde met betrekking tot de gorgonen uit dieper water).
De pH is gemiddeld 8.2, geen meetbaar nitraat, nitriet of fosfaat dank zij het VOF filtersysteem. Pas de laatste jaren in de zomer gebruik ik een afschuimer omdat mijn bak eigenlijk overbevolkt is en ik onder andere daardoor in de zomer wanneer de watertemperatuur tot zo’n 28 graden kan stijgen een zuurstofprobleem krijg. De afschuimer heeft als taak mijn aquarium te beluchten. De laatste jaren heb ik een koelaggregaat onder de bak staan en blijft de temperatuur in warme zomers op 25/26 graden staan.
Bij mijn (oud)klanten groeien de hoornkoralen ook onder andere omstandigheden, T5- en HQI-licht en ook onder minder sterke stroming. Hoewel men niet teveel moet bezuinigen op licht en stroming want dat vertraagt de groei.
De laatste jaren heb ik geprobeerd de fel gekleurde gele, paarse en blauwpaarse gorgonen te verzorgen en ik ben in een gewoon gezelschapsaquarium tot zo’n twee tot drie jaar gekomen mede dank zij het gebruik van een mijns inziens een prima stofvoer dat gebruikt wordt voor het opkweken van vislarven. Ik denk dat in een speciaalaquarium de resultaten beter kunnen zijn. Gericht voeren heeft mijn voorkeur i.p.v. het zogenaamde reefpearl voeder waar ik slechte ervaringen mee heb opgedaan onder andere doordat dit zwevende voedsel tussen de stenen verdwijnt en op die manier de waterkwaliteit negatief beïnvloedt en borstelwormen teveel voedsel geeft.
Ik hoop dat ik heb kunnen bijdragen aan wat meer kennis met betrekking tot deze prachtige dieren. Het is geen uitgebreid wetenschappelijk artikel, dat ben ik mij bewust, maar geschreven door een ervaren liefhebber. Vooral een beginnend aquariumliefhebber kan er zijn of haar voordeel mee doen.
Veel succes met de hobby en … wees geen hebber maar een liefhebber met respect voor de natuur!