De Luciferanemoon (Condylactis gigantea)
Tekst en foto's: Jacques van Ommen
Condylactis gigantea |
|
Indeling |
|
Stam: |
|
Klasse: |
|
Order: |
|
Familie: |
|
Geslacht: |
Condylactis |
Soort: |
C. gigantea |
Condylactis gigantea is een tropische anemoon die voorkomt op ondiepe riffen en in andere ondiepe kustgebieden in de Caribische zee. In het bijzonder in de West- Indische en de westelijke Atlantische Oceaan inclusief Zuid Florida tot aan de Florida Keys. Je vindt ze in rotsspleten en op harde ondergrond in lagunes, havens of in binnenriffen, alleenstaand of in losse groepen, maar nooit als kolonies. Deze anemonen kunnen voorkomen tot een diepte van ongeveer dertig meter in licht stromend water met een temperatuur van 20 tot 24 graden Celsius. De tentakels kunnen afmetingen bereiken tot ongeveer 15 cm, zijn prachtig gekleurd en meestal voorzien van een paarse punt.
Deze anemoon is in Nederland bekend onder de namen Caribische zeeanemoon, luciferanemoon en Florida-anemoon.
Het is één van de grootste en meest spectaculaire anemoon uit het Caraibisch gebied
Condylactis gigantea speelt een belangrijke rol in het verstrekken van onderdak aan een verscheidenheid van in symbiose levende dieren. Symbiosepartners zijn o.a. Periclimenis pedersoni, Periclimenis yucatanius, Thor amboinensis en andere kreeftachtigen.
In de literatuur staat vermeld dat deze dieren een sterke verlichting prefereren. Maar wat is sterk? Op een diepte van 35 meter leven deze dieren onder andere lichtomstandigheden dan op bv. 5 meter. Om een indruk te geven, in mijn aquarium staan ze onder 8 T5 lampen van 80 watt waarvan er 6 tegelijkertijd branden. Toen ze boven in de bak stonden liepen ze weg. En nu ze beneden staan hebben ze hun plaats gevonden onder twee 15000 K lampen en twee 20000 K (blauw) lampen waarvan een 15000 K lamp en een 20000 K lamp slechts 6 uren branden. Voor wat de waterbeweging betreft vermeldt de literatuur een middelmatige stroming. Bij de exemplaren die bij mij in een wat sterkere stroming staan zodat de tentakels (om en om) plat liggen, zijn de tentakels langer en dunner dan die van die exemplaren die bij mij meer in de luwte staan.
Sterke stroming zorgt voor langere tentakels.
Deze anemoon is vanaf boven in mijn aquarium naar deze plek gekropen. Hij staat nu uit de stroming en heeft dikkere tentakels. Ze kunnen zich ingraven wanneer ze in het zand op een harde ondergrond staan.
Vermeerderen
De luciferanemoon vermeerdert zich in het Caribische gebied het sterkst in de maand mei maar ook in de rest van het jaar, zij het dan op een lager niveau.
De luciferanemoon kan zich niet delen maar is over het algemeen tweehuizig, (wat betekent dat een groep uit verschillende mannelijke en vrouwelijke individuele organismen of kolonie bestaat. Een kolonie bevat alleen mannelijke of vrouwelijke individuen.)
Tweehuizigheid (dioecisch) is een methode die zelfbevruchting uitsluit en allogamie bevordert (uitkruising) en heeft derhalve de neiging om de vorming van recessieve schadelijke mutaties die aanwezig zijn in een populatie te verminderen.
Ook zijn deze anemonen af en toe hermafrodiet, dit betekent dat ze zowel de mannelijke als de vrouwelijke geslachtsorganen bezitten. Hij heeft een sexratio van 1 (de verhouding mannelijk tot vrouwelijk is gelijk).
De meest algemene reproductie bij de Caribische zeeanemoon is vergelijkbaar met die van een zoutwatervis; dat wil zeggen dat de bevruchting buiten het lichaam plaatsvindt. Het succes van deze externe bevruchting is afhankelijk van de nabijheid van afzonderlijke anemonen. De vermeerdering geschiedt via het uitstoten van eitjes die in het water bevrucht worden door het tegelijkertijd vrijgekomen sperma. De bevruchting leidt tot een larve van de planula, die is ontstaan uit voedingsstoffen van de dooier. Deze planula-larve kan op de zeebodem een voetschijf ontwikkelen en uitgroeien tot een volwaardige anemoon.
Uiterlijke kenmerken.
Deze Caribische anemoon is ongeveer 15 cm hoog en 30 cm breed, waardoor de schijfdiameter in de natuur, ongeveer 40 cm kan bedragen. De anemoon kan verschillende kleuren hebben, variërend van wit, lichtblauw, roze, paars, oranje, bleekrood, tot groen of lichtbruin. In de meeste gevallen zijn de tentakels voorzien van duidelijke doorgaans paars-rood gekleurde of soms bijna onzichtbaar tentakelpunten. Daar komt dan ook de Nederlandse naam Luciferanemoon vandaan. De mond is omgeven door 100 of meer tentakels. Deze tentakels verschillen per individu en de meestal paarse of roze tentakeluiteinden kunnen fel gekleurd zijn of zelfs bijna onzichtbaar van kleur. De voet kan helderrood zijn maar ook vuilwit. De meest bekende kleurcombinatie is licht grijsbruin met paars-rode tentakeltoppen. Deze kleur werd het meest geïmporteerd. Gelukkig komen de andere kleurvariëteiten nu ook steeds meer binnen. Ik heb onlangs bij Diebo in Nieuwegein verschillende prachtig gekleurde exemplaren gezien die in een speciaal anemonenbakje worden gehouden. Helaas was het licht boven het aquarium te blauw om de kleuren duidelijk te kunnen zien.
Aquariumopname Diebo
Zoals bij de meeste anemonen het geval is, moeten ook deze anemonen op een voor hen geschikte plaats staan om niet weg te lopen. Dus niet eigenwijs zijn en zelf bepalen waar u deze dieren en andere anemonen wilt zetten. De anemoon is eigenwijzer en u verliest het toch. Ik verzorg al ruim dertig jaar anemonen en ben regelmatig tegen het plafond gesprongen als de nieuwe aanschaf van mening was dat hij of zij een betere plaats kon vinden. Eigenlijk zijn anemonen dieren voor een speciaalaquarium maar dat geldt natuurlijk voor de meeste dieren. Wij willen dat niet weten en blijven eigenwijs. Toch met geduld en met aanpassen, lees verplaatsen van andere aquariumdieren, lukt het om te kunnen genieten van deze prachtige dieren zonder in het psychologisch observatiecentrum te komen. Maar sterke zenuwen zijn wel nodig. Sterke verandering van stroming en/of belichting kan ervoor zorgen dat anemonen van plaats veranderen. Maar ondanks alles ben en blijf ik een anemonenliefhebber. Ik heb dan ook geen showaquarium waar alle dieren netjes op die plaats staan waar de eigenaar dat wil. Bij mij staan ze op die plaats die voor het dier de beste optie is. Ik heb een bak om van te leren én te genieten. Anemonen kunnen altijd van plaats veranderen (hoewel de meesten bij mij maanden tot jaren op dezelfde plaats zijn blijven staan). Ze hebben een eigen wil en zijn net zo eigenwijs als ik. Maar ik kan tegen mijn verlies. Ze mogen hun plek uitzoeken en ik stuur ze een beetje bij. Het is daarom ook belangrijk om te weten waar de nieuw aangekochte anemonen in de natuur gedijden. Heeft u die kennis niet dan kunt u ze ook niet alvast op die meest geschikte plaats zetten die u voor deze diertjes in uw bak gecreëerd heeft. Helaas kunt u niet exact weten op welke diepte de aanschaf heeft geleefd (licht en temperatuur) en onder welke stroming en wordt het in de meeste gevallen toch uitproberen.
Ik ben in het gelukkige bezit van twee paarse exemplaren, en een driekleurig exemplaar met paarse tentakelpunten. De voet van de tentakels is lichtpaars, dan gaat de kleur over naar groen en aan het einde van de tentakels de paarse punten. (zie onderstaande foto).
Leefwijze.
De luciferanemoon leeft een vastzittend bestaan (onder optimale omstandigheden) maar kan ook, zij het heel geleidelijk, van plaats veranderen. Het heeft zoals de meeste anemonen een netelende tentakelkrans. Zoals veel anemonen kan ook deze anemoon zich helemaal intrekken tot een fractie van zijn/haar grootte, zodat ze zich ook op deze manier kan beschermen tegen aanvallers.
Deze Caribische anemonen hebben nog een andere, meer effectieve verdediging in hun nematocystes. Dit zijn de grote capsules in gespecialiseerde cellen in de tentakels van neteldieren zoals koralen, kwallen en dus anemonen, met daarin draadvormige buisjes die een giftige steek kunnen toedienen aan prooien of roofdieren.
De tentakels van deze Caribische zeeanemonen zijn gevuld met dergelijke nematocysts. Wanneer aangeraakt, ontploffen de capsules en spietsen de neteldraden als het ware de aanvaller. Het gif dat dan ontladen is, veroorzaakt pijn en verlamming. In mijn bakken heb ik trouwens meer last van de netelwerking afkomstig van de rode tepelanemonen.
De luciferanemoon kan redelijk agressief zijn tegenover andere aquariumdieren en vecht als het ware, zoals bij de meest anemonen het geval is, om een plaats in het aquarium. In de praktijk valt het allemaal nogal mee maar het is toch ook een punt om rekening mee te houden. U zou zomaar uw exclusieve steenkoraal met het gouden randje kwijt kunnen raken in een gevecht met de luciferanemoon.
In het aquarium kunt u het garnaaltje Periclimenes yucatanicus als symbiosebewoner aan de anemoon toevoegen. Niet verwarren met de P. brevicarpalis die veel geïmporteerd wordt. Deze garnaal hoort niet in deze Caribische anemoon thuis. De P. brevicarpalis garnaal woont in mijn aquaria in de tapijtanemonen, Stichodactyla (niet de minitapijtanemoon) en Heteractis. Ze zijn nog nooit overgestapt naar de luciferanemonen.
Groen exemplaar met symbiosegarnaaltjes. Er bestaan ook groene exemplaren met paarse tentakelpunten. Een prachtige kleurencombinatie. Foto: MarineBio
Voeding
De luciferanemoon is een echte carnivoor en zijn diner bestaat uit vis, mosselen, garnalen, zoöplankton en zeewormen. Houd wel rekening met het feit dat een anemoon voor het grootste gedeelte uit water bestaat. Wanneer het zich heeft ingetrokken ziet u de vaste massa. Denk daar bij het voeren aan en geef die hoeveelheid voedsel die past bij de vaste massa. De meeste ‘onervaren’ liefhebbers geven anemonen teveel voedsel, te vaak en in te grote brokken. Later zal het onverteerde voedsel worden uitgebraakt en het aquarium vervuilen.
De anemonen die o.a. van de zoöxanthellen leven worden in mijn bakken slechts af en toe een beetje bijgevoerd met een kleine hoeveelheid artemia, mysis of krill die ik via een voederspuit toebreng. Als u vissen voert komt er ook voedsel in de anemonen terecht. Andere anemonen die minder of helemaal niet afhankelijk zijn van zoöxanthellen voer ik iedere week met een grotere portie, afhankelijk van de afmeting van de anemoon. Ook gebruik ik regelmatig kleine regenwormen.
Bent u verstandig (natuurlijk bent u dat) en ook een anemonenliefhebber/ster, verzorg deze prachtige dieren dan in een speciaalaquarium met bv als medebewoners vissen, garnalen, zeesterren, heremietkreeften en zee-egels. Ook kunnen de meeste softkoralen tegen een stootje en kunt u deze er gerust bij plaatsen.
Bent u een eigenwijze liefhebber (zoals ik) die het niet zo nodig vindt om een statisch aquarium te verzorgen met dieren die op een bepaalde plaats moeten staan omdat de bak een showbak moet zijn met dure koralen die vooral op anderen een grote indruk moeten maken, probeer dan rustig eens een anemoon in uw (niet speciaal) bak te verzorgen. Ze zijn zo mooi en brengen kleur én beweging in de bak.
U moet hem/haar wel in de gaten houden, ze willen wel eens zonder bij mij bekende reden van plaats veranderen, maar u als liefhebber houdt toch al altijd uw dieren in de gaten, nietwaar?
Heeft u vragen over de verzorging van anemonen neem dan gerust contact met mij op. Ik help u graag aan ervaringsinfo. Kijk eens op Google afbeeldingen om de kleurvariëteiten te kunnen zien.
Jacques van Ommen