Portaalsite voor de échte zeeaquariaan

Zoeken op de site

Het stekken van Fungia

Het stekken van Fungia.

Tot nu toe hebben we bij steenkoralen en consoorten vooral de actieve vormen van het stekkenwerk besproken. Zoals iedere aquariaan waarschijnlijk al meermaals heeft mogen ondervinden zijn er -en gelukkig maar- altijd wel (on)verwachte uitzonderingen en afwijkingen op de voor en door ons opgestelde regeltjes en indelingen. Bij de term steenkoralen denken de meesten onder ons waarschijnlijk hoofdzakelijk aan Acropora- en Montipora-achtige verschijningsvormen, eventueel uitgebreid naar Euphylia-achtigen en soortgelijke LPS'en.
 
Eén van de andere verschijningsvormen van steenkoralen is niet als kolonie maar als individuele poliep: we hebben het dan natuurlijk over de koralen van de familie der Fungiidae. Wanneer men gaat kijken binnen de paleontologie, komt men te weten dat de Fungiidae behoren tot de oudste fossielen: van daaruit meent men te mogen besluiten dat ze behoren of afstammen van de groepen die als voorlopers van de kolonievormende steenkoralen gelden. De familie omvat een dertigtal soorten die allen een Indo-Pacifische verspreiding kennen en gekenmerkt zijn door een groot aantal korte, kleine tentakels (toch in verhouding tot de poliepgrootte) met veel nematocysten en een grote mondopening langswaar tevens de gameten (voortplantingscellen) uitgestoten worden.
Deze koralen vormen solitaire poliepen en over het algemeen geen kolonies (kolonies hebben per definitie meer dan één mondopening), alhoewel ook hier al direct een uitzondering opduikt: Fungia simplex vertoont steeds meerdere mondopeningen binnen een 'poliep'.
 
Aangezien deze soorten vrijlevend en dus niet op enig substraat vastgehecht voorkomen, zijn ze zeer ontvankelijk voor allerlei invloeden van buitenaf zoals stromingen, gesuspendeerd materiaal en andere meer fysische milieucondities. Ze komen dan ook voornamelijk voor in de meer afgeschermde lagunes of op iets grotere diepte tegen een opklimmende helling aan: in deze biotopen zijn ze meer beschermd tegen de inbeukende werking van golfslagen of branding en andere stoorzenders.
 
Deze 'losstaande' verschijningsvorm en het feit dat deze soorten de evolutie tot op heden probleemloos doorstaan hebben, impliceren dat deze koralen een sterk incasserings- en regeneratievermogen bevatten: ze moeten zich kunnen ontdoen van opgedwarreld zand en detritus en moeten allerlei beschadigingen kunnen oplappen en overleven.
 
De bij enkele gelukkigen in het aquarium soms waargenomen (cf. Fosså & Nilsen) seksuele voortplanting bestaat uit het uitstoten van mannelijke en vrouwelijke gameten door de respectievelijke poliepen.
Vindt er bevruchting plaats, dan kunnen deze nieuwe exemplaren op een substraat vastzittende zeer jonge anthocauli vormen: na een korte tijdsspanne maken deze zich los en groeien verder uit tot een volwassen (enkelvoudige) poliep. Ook kan men een insnoering en splitsing bij Fungia-achtigen meemaken en blijken in stukken gebroken exemplaren zich te herstellen en opnieuw uit te groeien tot volwaardige exemplaren, alhoewel deze laatste strategie niet echt aangewezen is voor het stekkenverhaal: er zijn nog te veel problemen in het succesvol tot een einde brengen via deze weg, vooral een consistente morfologie en de vorming van de mond kunnen echt zorgen voor fiasco's.
 
Fungia-soorten herstellen vaak van/reageren regelmatig op stresssituaties door de productie van anthocauli op het poliepenlichaam zelf: deze kunnen zeer snel groeien en maken zichzelf na verloop van tijd los. Op de achterblijvende voet stopt de productie van anthocauli zelden of nooit, dus ook niet na de loskoppeling van de nieuwe klonen. Er wordt als het ware een klein nakomelingenfabriekje gevormd... deze eigenschap is nu degene die het best bruikbaar is in een passief-stekken-verhaal.
Wanneer men beschikt over species die er slecht aan toe zijn omwille van het feit dat ze bijvoorbeeld door de stroming tussen de rotsen gevoerd zijn of door gravende dieren beschadigd werden, is het de moeite waard deze opnieuw een goede en stabiele plek te bezorgen in het aquarium of in de stekkenbak indien deze ter beschikking staat. Eenmaal dat de poliep terug op zijn of haar plooien komt en recupereert, kan ze reageren op de stresssituatie en heeft men heel veel kans dat er anthocauli gevormd worden en men dus een 'Fungia-productielijn' kan opzetten.
Wil men koste wat kost een bepaalde variëteit vermeerden, dan kan men het desbetreffende dier gewoon ondersteboven plaatsen en enige tijd zo laten liggen, tot wanneer anthocauli zichtbaar worden op de poliepenrand. Draait men dan de kolonie terug om, dan heeft men een verzwakte moederkolonie met een grote anthocauliproductie op de rand: normaalgezien herstelt de moederpoliep zich snel en verzekert men zich van een toevoer van kleine klonen. Vandaar is het nog maar eens aan te raden om species die er slecht aan toe zijn best bij te houden, omwille van de haast onuitputtelijke anthocauliproductie.
 
 
 
eigen kweek
 
 
jonge fungia op 'afgestorven' moederkolonie
 
 
een andere manier van zelfvermeerdering : splitsing
 
 
 
 
 
 
Inloggen Registreren

Uw account aanmelden

Gebruikersnaam *
Paswoord *
Onthoud mij

Account aanmaken

Velden met een sterretje (*) zijn verplicht.
Naam *
Gebruikersnaam *
Paswoord *
Herhaal paswoord *
E-mail *
Herhaal e-mail *

Foto van de maand

Centropyge Foto Tanne Hoff

Een koppel Rainfordia opercularis in het kweekaquarium van De Jong Marinelife tijdens het bezoek van het ReefSecrets-team in april 2012

Foto: Patrick Scholberg