Portaalsite voor de échte zeeaquariaan

Zoeken op de site

De Koraalfluisteraar (2)

De Koraalfluisteraar (2)

Witte koralen – Bleking en ziektes die er op lijken
Door Eric Borneman, vertaald door Rien van Zwienen

In het vorige artikel, heb ik koraal bleking besproken en het optreden bij koralen. In het bijzonder heb ik nadruk gelegd op de variaties in bleking en uitgeweid over het feit dat bleking in feite voortkomt uit andere gebeurtenissen die beslist geen bleking zijn. In het volgende artikel zal ik het laatste deel van de serie behandelen, bleking verschijnselen die te maken hebben met koraal ziektes. In dit artikel zal ik me beperken tot die koralen die witte gebieden hebben die niet veroorzaakt worden door ziektes.

Ik vermeldde ook al dat koraal bleking erg moeilijk te onderscheiden kan zijn van weefsel verlies. Gebleekte koralen hebben transparant weefsel zodat het skelet eronder zichtbaar is, of in sommige gevallen is het weefsel moeilijk te zien omdat het grotendeels teruggetrokken is.  Ook hier kunnen verschillende oorzaken tot bleking, weefsel verlies, of beiden leiden.

Mechanische stress en beschadiging
Koralen hebben erg dun weefsel dat snel beschadigd wordt. Er is niet veel voor nodig om verwonding of slijtage te veroorzaken.
Omdat koraalweefsel onmiddellijk op het skelet ligt, zal alles wat door de twee weefsel lagen (epidermis en gastroderm) prikt, die zelf meestal  slechts uit een eencellige laag bestaan,  het witte skelet  eronder bloot leggen. Het eenvoudig verplaatsen van een koraal van de ene plek naar de andere in een aquarium kan tot gevolg hebben dat door de druk van de vingers weefsel geperforeerd wordt, omdat de scherpe skelet segmenten door de lagen drukken. Door het plaatsen van een paar nieuwe koralen in mijn eigen aquarium, weet ik dat door het aan-drukken van het koraal in een bergje epoxy klei, de septale uitstulping door het weefsel van  een “Echinophyllia” prikte. Overeenkomstig, ko-ralen die in de natuur omgegooid worden of afbreken, en koralen die van hun plaats vallen in het aquarium, kunnen weefsel verwondingen opdoen, die aanleiding zijn tot het bloot leggen van het skelet.

Scheuren of doorboren is echter niet de enige manier waarbij verwon-ding tot witte plekken op een koraal skelet kan leiden. Koralen zijn erg gevoelig voor schuren door zand, voor plaatselijke bleking of weefsel verlies door sedimentatie.

Foto 1. De scherpe uitlopers aan de bovenkant van koraal septa kunnen als messen fungeren, door dun koraal weefsel snijdend en prikkend. Dit Cynarina lacrymalis skelet is erg “getand”en kan eenvoudig dun opgeblazen weefsel in een levend koraal doorboren. Foto: Eric Borneman

Foto 2. Deze Siderastrea siderea was omgedraaid zodat het witte gebied onderste boven in het zand lag. Het bleke gebied aangrenzend aan het witte gebied is over het algemeen een teken van gestrest weefsel. Foto: Eric Borneman

Op het rif zijn ondiepe wateren onderhevig aan verstoringen die weefsel, gedurende perioden met veel golfslag, kunnen afschuren, speciaal als het sediment bestaat uit zand. In het aquarium gebeurt dit veelal als er een powerhead van zijn ophanging  naar de bodem van het aquarium valt.  Powerheads en pompen kunnen nog een gevaar opleveren als zij los raken omdat de kracht van de waterstraal zelf weefsel van het koraal los kan blazen. Terzijde vermeld ik dat bepaalde onderzoekers gebruik maken van een variatie van deze waterstraal als er koraalweefsel verzameld moet worden voor onderzoek. Waterpikken (monddouche) en airbrushes worden gebruikt om koraal weefsel van het skelet te verwijderen.


Foto 3. Dit Acropora palmata fragment laat drie oorzaken zien van witte gebieden. Ten eerste, de groeiranden zijn wit, en dit is normaal omdat zij snel groeien en nog geen zoöxanthellen hebben. Ten tweede, er is een draad zichtbaar die gebruikt werd om deze fragmenten vast te maken tijdens een renovatie poging. De draad heeft witte gebieden veroorzaakt waar het koraal erover groeit. Ten slotte, zijn er witte gebieden te zien op het voorste fragment, en deze werden veroorzaakt door een gebroken draad die het oppervlak schuurt. Foto: Eric Borneman.

Een ander schadelijk gevolg van sediment is verstikking. Kleine vaste deeltjes en organisch vlokkerig materiaal (detritus, stof, etc.) ontstaan eenvoudig in het water waar het zich kan afzetten op koraal oppervlak. De mucus die het koraal bedekt, terwijl dit meestal helpt dit soort debris te verwijderen, is ook een soort plakkende val voor deze stoffen. Terwijl koralen zich voeden met organische vaste deeltjes, kan een overmaat om verschillende redenen problematisch zijn. Ten eerste, kunnen ophopingen van vaste deeltjes voorkomen dat licht het koraal oppervlak bereikt  in de omgeving van de kolonie. Dit kan bleking tot gevolg hebben. Ten tweede, kunnen vaste deeltjes het weefsel verstik-ken, wat resulteert in lokale hypoxie (een tekort aan zuurstof voor het weefsel) of anoxie (hypopxie dat schade veroorzaakt). Een groot ge-deelte van gedeeltelijk afsterven, en zelfs volledig afsterven,  bij kora-len zowel op het rif als in aquaria, gebeurt door dit soort sedimentatie beschadiging. Als het gebeurt, kan zowel bleking als weefsel verlies het gevolg zijn. Een laatste probleem met verstikking is dat het vaak orga-nische materiaal, verrijkt is met micro-organismen, inclusief bacteriën, ciliaten, cyanobacteriën, schimmels en andere flora en fauna die direct of indirect bleking en/of weefsel verlies veroorzaken. Sommige van deze componenten kunnen zelfs primaire pathogenen zijn, alhoewel het aspect van pathogeniteit in het volgende artikel behandeld zal worden.

Foto 4. De vlekken in het midden van het koraal zijn gebieden ver-oorzaakt door sedimentneerslag. Deze zijn al ouder, maar sediment neergeslagen op het koraaloppervlak zullen er eerst wit uitzien tot ze worden overgroeid door ander flora of fauna. Foto: Eric Borneman.

Predatie en kompetitie
Waarschijnlijk is de meest voorkomende oorzaak van witte koralen in het aquarium en in het wild het gevolg van andere op het koraalrif voorkomende planten en dieren. Maar al te vaak, vertonen koralen te-kenen die gemakkelijk  verward worden met bleking of ziekte. Ver-keerde identificaties komen bij aquarianen  evenveel voor als bij erva-ren wetenschappers.

Foto 5  Dit koraal, tezamen met het hele rif wordt bedekt door sediment van kust ontwikkeling. Zulke neerslagen brengen het weefsel van levende koralen in gevaar.   Foto: Eric Borneman.

Bij ten minste twee gevallen is predatie officieel verkeerd gezien als “nieuwe”koraal ziekte, met veel meer beschrijvingen die fout benoemd zijn als een bestaande koraal ziekte.  Toen ik vermeldde dat het vaak moeilijk was om het verschil tussen de omstandigheden aan te geven als koralen witte gebieden hebben, overdreef ik niet!

Foto 6. Ik stond perplex bij het zien van deze witte plek op een Montastraea faveolata. Totdat ik bij het bestuderen van de foto de boosdoener zag. Kijk goed naar een kleine kop. Let op hoe het bovenste oppervlak weefsel verdwenen is, maar de poliepen buiten het bereik van de mond blijven onbeschadigd in hun coralliten. Foto Eric Borneman

Rapid Wasting Disease werd voor het eerst genoemd in de nieuwsbrie-ven van NOAA’s “Coral Health and Monitor Program”. Spoedig daarna, verscheen er een artikel in de nieuwsbrief voor de International Society for Reef Studies”, Reef Encouter (Cervino et al. 1977). De beschrijving van Rapid Wasting Disease was allereerst voor massieve koralen in het Caraïbische gebied die tekenen van weefsel verlies hadden, een scherpe witte band die het gezond weefsel afbakent van de zieke band, en de erosie en ontbinding van het skelet weefsel. Eerste onderzoeksresul-taten duiden op de aanwezigheid van schimmelhyfen en die werden ervan verdacht de oorzaak te zijn, in afwachting van verdere studies. Rapid Wasting Disease werd uitgebreid besproken en verslagen vanuit gebieden door heel het Caraïbische gebied en zelfs tot in de Pacific. Het stond op het punt van epidemisch verklaard te worden. Echter, bepaal-de onderzoekers dachten dat dit totaal geen ziekte was, maar het gra-zend gedrag van papagaai-vissen. Andy en Robin Bruckner hebben Rapid Wasting Disease definitief bij de vals alarm categorie geplaatst  met verschillende artikelen die aantonen dat dit verschijnsel afkomstig is van uniek bijtgedrag van papegaaivissen (Bruckner en Bruckner, 1998a, 1998b,1998c, in druk). Spot, keek hier in meer detail naar, en het herhaald knaaggedrag (waar de vis herhaaldelijk op dezelfde plaats op een koraal bijt, zelfs na het wegzwemmen en later terug keren naar dezelfde plaats), is een interessant gedrag met weinig verklaringen - een aparte studie waard. Het is echter geen koraal ziekte (Bruckner et al, 2000). Schimmelhyfen worden beschouwd als normaal in gesteente of misschien zelfs op papagaaivissen kaken voorkomende schimmels.

Foto’s 7, 8 en 9. De stoplicht papagaaivis, Sparisoma viride, en anderen, hebben verschillend eetgedrag dat sporen achterlaat op een koraal dat abusievelijk een nieuwe ziekte “Rapid Wasting Disease” genoemd werd. Foto’s: Eric Borneman

Dit is echter niet de enige groep vissen die van koraal eet. Vele, zoals juffertjes, koraalvlinders, keizersvissen, trekkersvissen, en zelfs som-mige gobies, nippen of grazen va koraal weefsel of individuele poliepen. In zulke gevallen, kunnen geïsoleerde plekken gedeeltelijke of kompleet weefsel verlies laten zien. Deze beten zijn zelden zo diep als die van de papagaaivis, en kleine nippen gaan soms niet door het weefsel. Echter, lokale stress kan de oorzaak zijn van bleking van dit gebied. Verder kan er een continuïteit van bleke of witte plekken zijn als nieuwe beten worden gemaakt en oude beten herstellen.  Daarom is de oorzaak van deze plekken niet eenvoudig vast te stellen.


Foto’s 10-14. Veel vissen maken bijtsporen op koraal die erg misleidend kunnen zijn. Deze koralen van zowel de Caraïben als de Pacific hebben kenmerkende vlekkerige witte plekken die veroorzaakt zijn door bijtplekken in verschillende stadia van herstel. Foto’s 10-12 en 14: Eric Borneman. Foto 13: Mike Kirda
“Ridge Mortality Disease” is een ander berucht vals alarm (Abbot 1979, Bruckner, pers. comm.). Massieve Caraïbische koralen zoals Diploria spp. en Colpophyllia natans werden gerapporteerd dat ze weefsel verlo-ren met een bepaald patroon langs hun bovenste rand. Net zoals met Rapid Wasting disease, werd de eerste beschrijving al snel gevolgd door een rits rapporten, een volgende dreigende epidemie was op komst. Ik veronderstel dat de koraalziekte onderzoekers met recht een beetje paranoïde waren betreffende de omvang van echte “nieuwe ziekten”. Men zag dat bij het weefselverlies langs randen van aangetaste koralen twee dingen overeen kwamen: met de tijd een sterke toename van draadalgen, en de aanwezigheid van juffertjes rond de kolonie. Debbie Santavy, een koraal onderzoekster in Pensacola, Florida, geeft toe dat veel gerefereerde gevallen zeker aan activiteiten van juffertjes te wijten waren, maar ze heeft ook het gevoel dat er een echte dodelijke ziekte, behalve het nippen van juffertjes is en die het koraalweefsel doodt, om zodoende algenplakken als voedingsbron  te laten groeien. (Santavy, pers. comm.)


Foto’s 15, 16 en 17. Deze  losse witte vlekken zijn veroorzaakt door juffertjes. Echter, het lijkt veel op een beginnende “white band disease”of brandworm beschadiging. Let op de groene algen op sommige takken; deze gekweekte stukjes draadalg zijn de reden dat vissen aan het koraal weefsel nippen. Foto’s: Eric Borneman

Foto 18 en 19. Ondanks dat er geen juffertjes te zien zijn, wijzen de algen op het oudere genipte skelet erop dat ze in de buurt zijn. Dit patroon van nippen van de bovenkant van de kronkelende randen werd “Ridge Mortality Disease”genoemd, alhoewel het helemaal geen ziekte is. Foto’s: Eric Borneman
Vele andere organismen leven van koralen of kunnen tekenen van ziek-te of bleking veroorzaken door witte gebieden op koralen te veroorza-ken (tabel 1). Onder de veel voorkomende koraaleters zijn diverse ko-raaletende slakken. De Caraïbische brandworm, Hermadice carunculata, graast van vele steenkoralen, en kan zelfs gorgonen en sponzen eten. Grote brandwormen kunnen hele Acropora cervicornis takken opeten. Vaak zijn er graassporen te zien, maar niet altijd. Het is belangrijk te weten dat voor zover bekend de Hermadice de enige polycheate (worm) is die koraal eet (alhoewel velen zich in het koraal boren), en tenzij er levend steen uit dat gebied in het aquarium is of de worm op een andere manier geïntroduceerd is, zal koraalweefsel verlies door foute polycheaten waarschijnlijk niet voorkomen.

 

Tabel 1. Veel voorkomende sessiele op de bodem levende rivalen die in staat zijn koraal te beschadigen, resulterend in bleking of weefsel verlies en een wit uiterlijk. Mode: belangrijkste is als eerste in de lijst; C=chemisch, P=lichamelijk. Veel in aquarium voorkomende is geen volledige lijst.


Groep                Mode            Veel in aquarium voorkomende


Algen                    C                Caulerpa, Dictyota, Laurencia, Halimeda
Sponzen            C, P              Vele mogelijkheden
Leder koralen     C                Zie Aquarium Corals (Borneman 2001)
Steen koralen    P, C             Zie Aquarium Corals (Borneman 2001)
Tunicaten             C               Normaal geen
Bryozoa              C, P             Nornaal geen
Hydroiden          C, P             Velen, niet geïdentificeerd
Anemonen           P               Aiptasia, Condylactus, anemoonvis houdende anemonen,            anderen                                                 


Foto’s 20 en 21. Terwijl velen denken dat Hermadice carunculata zich alleen voedt met steenkoralen, heb ik ze ook zien eten van sponzen en gorgonen. Gelukkig zijn deze wormen zeldzaam in aquaria en ze worden alleen gevonden in  de tropische West Atlantic en Caraïben. Foto’s: eric Borneman.


Foto 22 en 23. Het lijkt onmogelijk, maar Hermadice is in staat hele takken Acropora cervicornis op te eten. Deze witte gebieden zonder weefsel worden vaak aangezien voor een ziekte. Foto 22: Dr. Andrew Bruckner Foto 23: Eric Borneman

Foto 24. Hermadice etend van Colpophyllia natans. Foto: James Wiseman

Andere bekende koraal bedreigers zijn naaktslakken en koraaletende slakken, waarvan de meeste waarschijnlijk alleen hoogstens één of een paar types koraal eten. Daarom, de aanwezigheid van wit koraal van vele verschillende koralen in het aquarium zijn waarschijnlijk niet te wijten aan naaktslakken. Zeesterren kunnen ook van koralen eten, en er is enig anekdotisch bewijs dat de kleine witte zeesterren die zich vermenigvuldigen in aquaria (Asterina sp.) wat koraal weefsel kunnen eten. Sommige kunnen veelvraten zijn, ander kunnen koralen totaal negeren. Er zijn verschillende zeer koraalminnende sterren, de meest beruchte is Acanthaster planci, de doornkroon zeester. Deze dieren kunnen volledige tafels koralen eten. Met duizenden of zelfs miljoenen kruipend over en etend van koralen op riffen waar zij een ware plaag zijn. Interessant is, dat de voornaamste bedreiging van deze zeesterren wulken zijn, reuze slakken waarvan de aantallen drastisch zijn verminderd gedurende de laatste eeuw wegens de curio (juwelen) han-del. Tevens zijn de symbiose krabben van de Trapezius en Tetralis soorten effectieve verdedigers van koralen. Deze kleine krabben die vertakte koralen bewonen voorkomen aanvallen van zeesterren door of aan de “doornen”van Acanthaster te nippen of hun buisvormige voet af te knippen (Pratchett, Vyotopil en Parks 2000). Gelukkig komen Acan-thaster en ander grote zeesterren zoals Culcita Sp. niet voor in de aquarium handel en zullen geen probleem zijn voor de aquarianen. Krabben en garnalen kunnen ook van koraalweefsel eten, net zoals sommige zee-egels. Vaak is het grazen van zee-egels incidenteel en geen enkele is volledig koraal minnend. Veel andere organismen kunnen in koralen boren door levend weefsel en daar blijven zitten. Over het algemeen schaadt dit het koraal niet, maar er kan lokaal een witte plek bij het boorgat aanwezig zijn.


Foto 26. Zeepokken en wormen (Spirobranchus gigantea op deze foto) zijn veel voorkomende borende organismen in levend koraal. Er bestaan nog vele anderen, maar zij doen normaalgesproken weinig kwaad aan de kolonie in zijn geheel. Let op het plaatselijke bleken van koraal weefsel nabij de zeepok. Foto: Eric Borneman.


Foto 27 en 28. Deze kleine naaktslakken veroorzaken het op bleken lijkende uiterlijk van Montipora sp. Ze schijnen bijna specifiek bij Montipora beschadiging te zijn. Foto’s: Tracy Gray


Foto 29. Alhoewel ze er uit zien als visbeten, zijn deze plekken ver-oorzaakt door koraalminnende slakken, Coralliophila abbreviata. Foto Eric Borneman.


Foto 30. Deze gorgoon etende slak, Cyphoma gibbosum, is erg mooi. Alhoewel hij niet van steenkoralen eet, is het een belangrijke consument van zeeveren en andere gorgonen, blootgesteld axiaal skelet zonder weefsel in zijn spoor achterlatend. Foto: Eric Borneman.


Foto 31 . Een Drupella sp. slak is een veel voorkomende koraaleter in steenkoralen uit de Pacific. Foto: Eric Borneman.

Kompetitie is een andere oorzaak dat koralen wit worden door bleking  en/of weefsel verlies. Dit houd zowel direct fysisch contact als kompeti-tie op afstand in, over het algemeen door middel van chemische giffen gemaakt door verschillende organismen. Deze giffen en verdovende stoffen zijn ook bekend als secondaire metabolieten of allelopatische stoffen. Aquarium  Corals (Borneman 2001) bespreekt dit onderwerp redelijk uitgebreid, maar schijnbaar alle groepen op het rif voorkomen-de ongewervelden en planten bevatten leden die componenten kunnen maken die witte koralen kunnen veroorzaken door bleking en/of weefsel verlies.  Een lijst met een aantal van hen staat in Tabel 1, met al-gemeen in aquaria voorkomende gehighlighted. Meer directe kompetitie komt voor als koralen met netelcellen gevulde tentakels en vechtdraden en andere middelen gebruiken om dichtbij staande en concurrerende soorten te verwonden. Ik gebruik koralen als voorbeeld, maar er zijn veel organismen met verschillende directe en indirecte concurrerende methoden die deze effecten kunnen veroorzaken.  Sponzen, zakpijpen, hydroiden, algen en eigenlijk alle rifbewoners moeten op een of andere manier strijden en kunnen volledig of gedeeltelijk als winnaar te voorschijn komen, waarbij zij hun effecten op het koraal achterlaten.

Foto 32. De Diploria strigosa op de voorgrond is in directe strijd met de Montastraea faveolata er achter. De Diploria blijkt de sterkste vechter, en de tentakels die het nabijgelegen Montastraea weefsel bereiken hebben een witte zone veroorzaakt die er gebleekt uitziet en kan weldra weefselverlies laten zien. Dit soort marginaal effect ziet men ook waar ziekte lijnen worden gevormd, en zodoende kunnen die twee eenvoudig worden verwisseld. Foto: Eric Borneman.


Foto 33. Algen kunnen ook sterke concurrenten zijn. Er is een kale zone rond deze Halimeda sp. Normaal gesproken zou men aannemen dat sediment of andere beschadiging een dode plek op deze koraalkolonie veroorzaakt heeft, waarop de Halimeda zich alleen gehecht heeft en gegroeid is. Echter, de witte plek duidt op voortdurende effecten, en het is bijna zeker te wijten aan de allelopatische effecten  van metaboliten gemaakt door Halimeda. Deze algen zijn, ondanks dat ze een verdediging hebben, veel minder giftig dan vele anderen. Foto: Deborah Lang

Foto 34. Sponzen kunnen zeker weefsel verlies of bleking door hun productie van secondaire metaboliten veroorzaken. Hier kunnen slechts kleine locale effecten gezien worden, als het sponsweefsel het koraal weefsel raakt.
Foto: James Wiseman.


Foto 35. Vechttentakels van een  Euphyllia ancora zijn middelen die door vele koralen gebruikt worden om schade aan te brengen bij concurrerende kolonies.
Foto:  Eric Borneman.


Foto 36. Mesenteriale draden op een Hydnophora rigida zullen, terwijl ze zich terug-trekken, het hele contactgebied op de Stylophora pistillata gedood hebben. Deze structuren kunnen zich erg snel ontplooien en werken, dood weefsel en wit skelet in hun spoor achterlatend. Foto: Eric Borneman.

Recessie, verhongeren en verouderen

Een alles omvattend begrip, gebruikt om het progressieve en vaak langzame verlies van weefsel te beschrijven, is recessie. Over het al-gemeen laat terugtrekkend weefsel bij koralen slechte poliep expansie zien en misschien abnormale kleuring (bleek of anders), tezamen met een gebied met kale coraliten waar poliepen afgestorven zijn. Dit soort verlies is over het algemeen zo langzaam dat witte plekken niet gezien worden, omdat algen en andere organismen het skelet met een snelheid koloniseren die overeenkomt met het weefselverlies. Verhongering speelt waarschijnlijk in veel gevallen een rol en directe of opzettelijke verhongering kan dezelfde verschijnselen opleveren. Gebieden met recessie komen over het algemeen bij de oudere gebieden van een kolonie voor, bij de basis, in het midden van bekervormige platen, enz. De oorzaak dat recessie vaak in deze gebieden begint kan aan verschil-lende factoren te wijten zijn: Ten eerste, koralen vullen hun skelet als zij groeien, een ouder gebied van een kolonie kan misschien geen goed contact onderhouden met de jongere poliepen bij de groei randen. Zo-doende kunnen ze geïsoleerd raken en niet in staat zijn met andere poliepen door hun gastrovaculaire kanalen te communiceren, verliezen een voedingsbron en misschien andere voordelen van een kolonievor-mende levensstijl. Ten tweede, deze gebieden hebben de neiging minder waterstroming en licht te hebben, tezamen met het afgeschermd worden van potentiële prooi- en vangstmogelijkheden. Op deze manier kan respiratie en fotosynthese dramatisch verminderd worden en tot lokale verzwakking of dood van deze poliepen leiden. Ten derde, het is bekend dat koralen veroudering vertonen. In een eenvoudiger, mis-schien wat incorrecte bewoordingen, ze sterven van ouderdom. Elk van deze redenen kunnen potentieel de oorzaak zijn dat skelet gebieden blootgesteld worden, resulterend in een vlekkerig of zelfs breed wit gebied dat per abuis aangezien kan worden voor een reeks andere pro-blemen. Ik blijf herhalen dat het erg moeilijk is de ware oorzaak te kennen van deze op elkaar lijkende gebeurtenissen.

Anderen

Er zijn vele andere dingen die een wit uiterlijk bij koralen kunnen ver-oorzaken. Sommige van deze werden als oorzaken van bleking in het laatste artikel behandeld. Sommige echter kunnen ook weefsel verlies veroorzaken in additie van, of in de plaats van, eenvoudig verlies van zoöxanthellen. Bijvoorbeeld, chemicaliën, warmte, straling en anderen kunnen de directe dood van koraalweefsel veroorzaken inclusief of ex-clusief het verlies van symbiotische algen. Van bijzonder belang voor aquarianen zijn ongelukkige toevoegingen (en van tragische verhalen die ik gehoord heb, sommige opzettelijk door boze winkelbediendes, klanten, en ex-partners) van dingen zoals bleekloog, pesticiden, verf, en andere aërosolen. Het zal daarom niet verbazen dat de lijst met potentiële veroorzakers van weefselverlies dat resulteert in witte ge-bieden op koralen bijna niet voor te stellen is. Er zijn eenvoudigweg zoveel manieren voor een koraal om dood te gaan, en helaas zijn de symptomen van dood bijna altijd gebieden met zichtbaar of blootgesteld wit skelet eronder, of het ontbreken van gezond, gepigmenteerd, bedekkend weefsel.


Foto 37. Deze Acropora is beschadigd door cyanide vissers die kleine aquari-umvissen vangen, die tussen de tentakels leven. Giftige chemicaliën kunnen koraal bleken of koraalweefsel doden, de karakteristieke witte aangetaste plekken achterlatend. Foto: Eric Borneman.

In het volgend artikel zal ik enige koraal ziekten beschrijven die als groep bekend zijn als “witte syndromen”. Maar al te vaak zien aquaria-nen dingen die op deze ziekte lijken, concluderen te snel dat er een ziekte aanwezig is. Ik hoop dat dit artikel, en de vorige, de lezers zal helpen om ieder geval zorgvuldig en met goede waarnemingen te be-kijken. Er zijn zo veel mogelijke redenen voor een koraal om zichtbare witte gebieden te vertonen,  en slechts door te bepalen wat het pro-bleem echt is, en ook wat het niet is, kunnen stappen ondernomen worden om het verdere verlies te beperken en misschien herstel te bevorderen.

Referenties
1.    Abbott, R.E. 1979. "Ecological processes affecting the reef coral populations at the East Flower Garden Bank, northwest Gulf of Mexico." Ph. D. Dissertation. Texas A&M Univ., College Station, TX 154 pp.
2.    Borneman, Eric H. 2001. Aquarium Corals. Microcosm, T.F.H., Neptune City. 464 pp.
3.    Bruckner, A.W. and R.J. Bruckner_. In press_. "Coral predation by Sparisoma viride and lack of relationship with coral disease." Proc 9th Intern. Coral Reef Symp
4.    Bruckner_, A.W. , R.J. Bruckner and P. Sollins. 2000. "Parrotfish predation on live coral: “spot biting” and “focused biting”." Coral Reefs_. 19:50.
5.    Bruckner, A.W. and R.J. Bruckner. 1998a. "Destruction of coral by Sparisoma viride." Coral Reefs. 17:350.
6.    Bruckner, A.W. and R.J. Bruckner. 1998b. "Rapid wasting disease: pathogen or predator." Science. 279. 2023-2025.
7.    Bruckner_, A.W. and R.J. Bruckner. 23 July, 1998c. "_Rapid-Wasting “Disease”: Coral predation by stoplight parrotfish." Reef Encounters. pp.18-22.
8.    Cervino, J., T.Goreau, G. Smith, K. DeMeyer, I. Nagelkerken and R. Hayes 1997. "Fast spreading new Caribbean coral disease." Reef Encounter 22:16-18.
9.    Pratchett, M., Vytopil, E., and Parks. P. 2000. "Coral crabs influ-ence the feeding patterns of crown-of-thorns starfish." Coral Reefs 19: 36.

Inloggen Registreren

Uw account aanmelden

Gebruikersnaam *
Paswoord *
Onthoud mij

Account aanmaken

Velden met een sterretje (*) zijn verplicht.
Naam *
Gebruikersnaam *
Paswoord *
Herhaal paswoord *
E-mail *
Herhaal e-mail *

Foto van de maand

Centropyge Foto Tanne Hoff

Een koppel Rainfordia opercularis in het kweekaquarium van De Jong Marinelife tijdens het bezoek van het ReefSecrets-team in april 2012

Foto: Patrick Scholberg