BRUSSEL - Een primitieve spons die minstens 635 miljoen jaar geleden leefde, was het eerste bekende dier. Onderzoekers hebben haar chemische sporen teruggevonden.
PALEONTOLOGIE
De oorsprong van de dieren mag enkele tientallen miljoenen jaren verder achteruitgeschoven worden op de tijdlijn van de evolutie, als de bevindingen kloppen die een internationaal onderzoeksteam vandaag in Nature beschrijft. De wetenschappers onder leiding van Gordon Love van de universiteit van Californië hebben in minstens 635 miljoen jaar oude rotsen in Oman een chemische stof aangetroffen die typisch is voor sponzen (de zeedieren, niet het schoonmaakgereedschap).
Het is al lang bekend dat de dieren een spectaculaire entree gemaakt hebben op het toneel van het leven in het Cambrium, een geologisch tijdperk dat zo'n 542 miljoen jaar geleden begonnen is. Recenter is duidelijk geworden dat de dieren ook al op een bescheidener schaal aanwezig waren in de periode vóór het Cambrium, het Ediacarium. En nu schuift hun oorsprong nóg verder terug, naar het einde van het Cryogenium (van 850 tot 630 miljoen jaar geleden). Het Cryogenium was een periode die gekenmerkt werd door extreme ijstijden, waarbij op sommige momenten misschien zelfs het hele oceaanoppervlak bedekt was met ijs. Overigens werden de oceanen toen al miljarden jaren bewoond door eencellige organismen zoals bacteriën.
De wetenschappers vonden in de oude rotsen de stof 24-isopropylcholestaan, een afbraakproduct van een stof die enkel door sommige soorten sponzen wordt gemaakt. De onderzoekers vermoeden dat het product gemaakt is door vroege sponzen in de ijzige zeeën van het late Cryogenium. Maar omdat er geen andere resten gevonden zijn, is het moeilijk om daar zeker van te zijn. Het zou ook kunnen gaan om een prille voorouder van de sponzen die wél al de stof produceerde, maar nog geen echte spons was.
De wetenschappers zullen nu moeten uitzoeken of er andere resten te vinden zijn van de primitieve dieren, én of de chemische sporen misschien nog verder in de tijd teruggaan.