Portaalsite voor de échte zeeaquariaan

Zoeken op de site

Niet alles is altijd zoals het eruit ziet

Niet alles is altijd zoals het eruit ziet

Niet alles is altijd zoals het eruit ziet

Niet alles is altijd zoals het eruit ziet en niets is zo veranderlijk als een anemoon of een koraal.
Dit artikeltje heb ik geschreven voor de beginnende zeeaquariaan, hoewel?
 
Is het u wel eens overkomen dat een door u gekocht koraal, gorgoon of anemoon er in de winkel heel anders uitzag dan geplaatst in uw aquarium? Ging uw koraal, gorgoon of anemoon er na verloop van tijd anders uitzien?
Er zijn nog steeds veel (beginnende) liefhebbers die ‘er in trappen’ dit meemaken. Ze kopen een prachtig blauw of paars koraal, maar in het eigen aquarium is de kleur helemaal niet zo mooi.
Mij is het ook een paar maal overkomen. In de meeste gevallen ligt dit niet aan de winkelier, maar helaas, vaak wel. Onder een lamp met een bepaald lichtspectrum of door een stromingspomp kan een dier er heel anders uitzien of uit gaan zien. Een dier onder het licht van een 10.000º Kelvin lamp ziet er qua kleur heel anders uit dan hetzelfde dier onder een actinic lamp, om maar eens twee uitersten te noemen. Handelaren weten hierop in te spelen.


  Anemonia sulcata boven water bij eb.

Sommige handelaren gaan echter te ver en verkopen blauwe/paarse dieren die deze kleur van nature lang niet zo sterk hebben. Maar een blauwe lamp doet wonderen, sommige dieren krijgen een intensievere kleur en verkopen daardoor beter. Waar de handelaar niets aan kan doen is dat de door hem geïmporteerde dieren in de natuur nu eenmaal onder andere omstandigheden leefden dan u ze in het aquarium verzorgt en er dus anders uit kunnen (gaan) zien. Licht en stroming zijn belangrijke factoren maar ook het voedsel kan een rol spelen. Zelfs de fysieke gesteldheid of de watertemperatuur kan van invloed zijn op het uiterlijk van het dier. Dus niet alleen de belichting in de winkel kan u op het verkeerde been zetten.


  Anemonia sulcata bij vloed.

Ik wil de mensen die nog niet veel ervaring hebben op het gebied van dit onderwerp waarschuwen om teleurstelling te voorkomen maar ook om de bonafide handelaar/winkelier niet direct als onbetrouwbaar weg te zetten. De winkelier weet immers niet onder welke omstandigheden u uw dieren in het aquarium verzorgt en gaat er voor het gemak maar vanuit dat u toch enige aquariumervaring heeft en dat u zich heeft laten informeren (internet, boeken, enz.) over de optimale leefomstandigheden waaronder het dier gehouden moet worden. En laten we eerlijk zijn, die info behoort u voor aankoop ook te bezitten.
Welke zijn nu de meest voorkomende kleur- en gedaanteveranderingen die u kunt tegenkomen en welke factoren zijn hiervoor bepalend ?
 
Doordat ik al bijna zo’n vijftig jaar zeeaquarium ervaring heb opgebouwd en zo’n dertig jaren aquaria plaats en verzorg bij particulieren en instellingen, heb ik al heel wat veranderingen bij onder andere koralen, gorgonen en anemonen kunnen waarnemen. Vooral anemonen en softkoralen kunnen sterk van kleur en vorm veranderen. Ook in de natuur kan dit verschijnsel voorkomen. Gestekte dieren die ik in andere bakken plaatste bleken soms een andere kleur en/of vorm aan te nemen.
Dit maakt het nog moeilijker, zo niet onmogelijk, om een dier (op het oog) te determineren.
Ik ga u hier een paar voorbeelden geven van gedaanteveranderingen onder verschillende omstandigheden.


 
  Actinia equina kan nog donkerder van kleur zijn

In de jaren ‘70 van de vorige eeuw ging ik regelmatig op vakantie naar de Rivièra in Zuid Frankrijk. Ik verzamelde voor de kust dieren voor mijn zeeaquarium. De bekende knalrode paardenanemoon, (Actinia equina) en Anemonia sulcata, nu A. viridis genaamd, zijn twee soorten anemonen waarvan ik er een aantal jarenlang in mijn aquaria heb verzorgd. Door gebrek aan toenmalige kennis gebruikte ik te weinig (verkeerd) licht en een te zwakke stroming. Ook voerde ik deze anemonen twee tot driemaal in de week een stukje mossel of iets dergelijks. Dat was en is te veel. Ik was me niet bewust, zoals veel liefhebbers, dat een anemoon voor het grootste gedeelte uit vocht bestaat en dus eigenlijk helemaal niet zo groot is als het er uit ziet.
Laat het dier zich maar eens intrekken dan ziet u de ware hoeveelheid massa waaruit het dier bestaat. Soms is het stukje voer dat u het dier wilt geven bijna net zo groot als het ingetrokken dier.

Door mijn onkunde, helaas zijn er nog vele aquarianen die maar wat aanmodderen, werden na verloop van tijd de paardenanemonen groter dan in de natuur het geval was en verloren ze ook hun dieprode kleur. Met de Anemonia viridus gebeurde hetzelfde.
Sommige exemplaren werden ruim tweemaal zo groot als in de natuur.


  De oortjes staan nu onder een combinatie van 15000 Kelvin lampen en een blauwe lamp.

De vorm veranderde doordat de stroming in mijn aquarium, opgewekt door de toen in gebruik zijnde Eheim potfilters en wasmachinepompen, slechts een fractie bedroeg van de natuurlijke stroming waarin deze dieren leven. Deze anemonen veranderden van vorm en kleur en zagen er na verloop van tijd dus anders uit dan toen ik ze uit zee haalde. In zee staan deze dieren vlak onder het wateroppervlak in rotsspleten, in de branding of in sterk stromend water en is de steel van bijvoorbeeld A. viridus nauwelijks aanwezig.

De tentakels zijn lang en dun. In mijn aquarium kregen deze anemonen stelen van 10 tot 15 cm hoog met een doorsnede van zo’n 3 tot 4 cm. De tentakels werden korter en dikker. Eerder genoemde oorzaken: te weinig licht, te veel voedsel en te weinig stroming. Laat u niets wijsmaken door onervaren liefhebbers of boeken die melden dat anemonen dagelijks of om de dag gevoerd moeten worden. En zeker niet met mosselen of stukken vis.

Een ander voorbeeld.

Lang, heel lang geleden, ik was het stadium van Noordzeeaquarium en Middellandse zeeaquarium net gepasseerd en ik was nog jong en onschuldig, zag ik bij een handelaar een paar prachtige paarse oortjes. Die moest ik hebben. Ik had nog nooit dergelijke dieppaarse oortjes gezien. Ze waren niet goedkoop maar ja, je had dan toch wat bijzonders.
Thuis gekomen heb ik de aankoop natuurlijk direct in het aquarium geplaatst. Helaas, de oortjes waren blijkbaar van kleur af en meer bruin dan paars. Maar oren kunnen toch niet van kleur af zijn? Na een paar dagen in de veronderstelling levend dat die paarse kleur nog wel te voorschijn zou komen, wat helaas niet gebeurde, was ik zo teleurgesteld dat ik de handelaar opbelde. Op mijn vraag wat nu de oorzaak zou kunnen zijn van het feit dat de oren bruin waren in mijn aquarium, kreeg ik als antwoord dat mijn verlichting daar verantwoordelijk voor was. Een te hoge Kelvinwaarde volgens de handelaar. Het lag dus natuurlijk niet aan de handelaar, die gebruikte natuurlijk wel het juiste licht, nee het lag echt aan mij. Ik gebruikte 10.000º Kelvin en 15.000º Kelvin lampen, gecombineerd met een blauwe 20.000º Kelvin lamp. Dit gaf volgens mijn bescheiden mening de kleuren van de dieren redelijk natuurlijk weer en wat was daar nu mis mee? Nou, niets natuurlijk, maar als bruine oortjes onder ander licht onnatuurlijk paars van kleur worden, ja dan misschien toch maar andere verlichting aanschaffen?
Later, wijs geworden door ervaring, bleek dat die handelaar gebruik maakte van de toen nog vrij onbekende actinic lampen om de blauwe en paarse kleuren, om het maar netjes te zeggen, te accentueren. In feite gebruikte deze handelaar het actinic licht om de klanten te misleiden. Helaas gebeurt dat nog steeds. Alleen weten ervaren liefhebbers nu dat we bij handelaren/winkeliers moeten kijken onder welk lichtspectrum de dieren in de verkoopbakken staan. Ervaren aquarianen houden hier rekening mee en hebben vaak zelf verlichting boven de bak die de kleuren van de dieren accentueert. Vaak zo absurd dat het meer een kermisverlichting is. Maar dat is een kwestie van smaak en of je een echte liefhebber bent of een hebber die alleen het aquarium voor de show heeft staan.

Nog een voorbeeld.

Een paar jaren later, ik verdiende wat meer (of kreeg wat meer) kon ik mij permitteren wat verder op vakantie te gaan. Ik was nu op vakantie in Eilat, (Israël). Daar zag ik in een verlopen haventje, dat meer als stortgebied van airco’s enz. werd gebruikt dan als haven, een aantal prachtig gele softkoralen staan met een spierwitte steel. Het was een Lemnalia of Litophyton. Determineren zo op het oog is en blijft moeilijk zo niet onmogelijk.
Tussen de gedumpte airco’s, banden enzovoort groeiden deze pioniers blijkbaar prima. Ik ben toen bij een duik in de omgeving meer van  deze softkoralen (Lemnalia of Litophyton) tegengekomen en wat mij toen opviel was het feit dat in de bovenste waterlaag de dieren  een licht gele kleur hadden en dat die kleur in dieper water veranderde in lichtbruin/grijs.
Omdat ik dacht dat de gele kleur op grotere diepte er anders uit zou kunnen zien door de afzwakking van het zonlicht (ik had geen licht bij me) en hoe dieper hoe minder rood licht er overblijft, heb ik een exemplaar uit dieper water eegenomen naar de zonlichtzone om het dier eens goed te kunnen bekijken. Voor zover ik het dier kon determineren, ik deed dat heel onprofessioneel door slechts visueel de dieren te vergelijken, bleek het om dezelfde soort te gaan. Alleen de kleur was minder geel, meer lichtbruin. Het had dus niet te maken met het feit dat ik in dieper water de kleuren anders zag. De dieren waren echt anders van kleur. Ik had in mijn aquarium ook een paar Lemnalia’s/ Litophytons staan die lichtgele poliepen hadden met een witte steel (zie afbeelding). Ik heb toen een exemplaar geschonken aan een mede-aquariaan die slechts vissen verzorgde en geen koralen in de bak had staan. Hij gebruikte aanzienlijk minder licht  boven zijn aquarium. Een paar maanden later zag ik dat het exemplaar van kleur veranderd was en ook naar de bruine kant toeging. Ook hier had dit effect mijns inziens te maken met de verlichting. Ik moet hier wel nog even duidelijk stellen dat er ook Lemnalia en Litophytons zijn die bruin zijn en ook bruin blijven. Later heb ik deze proef nog een paar keer uitgevoerd met hetzelfde resultaat. Bij het terugzetten van de bruin geworden exemplaren naar de bak waarin ze gele poliepen hadden gaf als resultaat dat de oude kleur weer terug kwam.


  Een stek van de Gele Lemnalia in mijn stekkenbak. Groeide spontaan aan dit stukje slang.

Een voorbeeld van vormverandering.

Ik heb in mijn bak een schaduwzone gecreëerd om mijn acht (niet van veel licht houdende) Cerianthussen en diverse tapijtanemonen uit dieper water te kunnen verzorgen. Op de grens van die zone staat een groen softkoraal van ongeveer dertig cm hoog (op de afbeelding onder de rechter pijl). Meer naar links in mijn aquarium in het volle licht (op de afbeelding onder de linker pijl) ziet u hetzelfde koraal in een heel andere vorm. Het zijn twee helften van hetzelfde koraal.
Dit koraal heb ik een half jaar geleden gedeeld.


  Natuuropname.

Een deel staat nu in het volle licht en is in de breedte gegroeid, het andere deel in de schaduwzone is in de hoogte gegroeid en heeft een hoogte van ongeveer dertig cm bereikt. Over determineren gesproken, hoe moeilijk kan het zijn?
Gekochte anemonen kunnen er in uw aquarium anders gaan uitzien dan bij aankoop. De dieren kunnen onder invloed van de aquariumomstandigheden bij de winkelier anders van kleur en vorm zijn maar ook door de leefomstandigheden in de natuur. De tapijtanemoon Stychodactyla gigantea bij voorbeeld, kreeg in mijn aquarium langere tentakels (zie de afbeeldingen) en de mini tapijtanemonen werden in mijn aquarium juist feller van kleur.
De eerste afbeelding is genomen direct na aankoop en de andere afbeelding na een paar maanden. Ik heb dit vaker meegemaakt bij deze dieren. Ze komen binnen met vrij compacte tentakels en in het aquarium worden die armen na verloop van tijd langer. Wat zou de oorzaak zijn? Licht, stroming, voedsel, een combinatie hiervan? Eerst dacht ik dat die korte tentakels een reactie waren op het transport maar het zou natuurlijk ook kunnen dat deze dieren deze vorm van nature hebben.


  Opname in haventje bij Eilat


Hoewel, de S. helianthus, uit het Caribische gebied geïmporteerd, kreeg in mijn aquarium langere tentakels dan de exemplaren die ik voor de kust van Curaçao heb gezien. Daar was de stroming wel sterker dan in mijn aquarium.


  De bruine variëteit in mijn aquarium die ook later geel werd onder ander licht.


  U kunt hier duidelijk het verschil zien. De groene stek (helemaal links) in de lichtzone groeit langzamer en veel compacter en meer in de breedte. Ook de kleur is, waarschijnlijk door de compacte groei, intenser. De groene stek van hetzelfde moederdier die in de schaduwzone staat (helemaal rechts) groeit sneller en meer de hoogte in en is nu ongeveer 30 cm hoog. De stekken waren ongeveer even groot toen ik dit dier deelde. Ze lijken niet meer op elkaar.


  Hetzelfde groene softkoraal nu onder een andere verlichting. Het is lichtbruin van kleur geworden. Niet alleen van kleur veranderd maar ook de verlichting laat minder groen zien. Het is nu eigenlijk een lichtgroen exemplaar geworden met   een lichte neiging naar bruin. Dus hier wordt de kleur hier niet juist weergegeven door de verlichting boven deze bak. Ook dat kan dus ook een oorzaak zijn van kleurverschil.

Om de een of andere reden worden anemonen in de winkels niet altijd onder die lampen gezet die de kleur accentueren, dit in tegenstelling tot de steenkoralen die juist vaak onder speciale lampen/verlichting te koop worden aangeboden. Houd daar rekening mee. Vooral de minitapijtanemonen kunnen in uw aquarium fantastisch mooie kleuren ontwikkelen (zie een eerder artikel van mij over deze dieren, www.zeeaquarium.me)
De luciferanemoon (Condylactis gigantea) uit het Caribische gebied reageert bij mij sterk op stroming in het water.
Lederkoralen zoals de zg. paddestoelkoralen en vingerkoralen veranderen bij mij regelmatig van kleur en vorm als ik ze verplaats naar andere leefomstandigheden.


  Reuzentapijtanemoon Stychodactyla gigantea, gefotografeerd direct na aankoop


  Dezelfde anemoon gefotografeerd na enkele maanden


  In een (te) sterke stroming. De tentakels zijn langer en...


  Weinig stroming. De tentakels zijn dikker.

Een voorbeeld.
Het bruine leder-/vingerkoraal onder op de afbeelding heeft een bruingroene kleur in minder licht en wordt gifgroen in het felle licht. Dit exemplaar staat hier verkeerd. Ik heb ook de prachtige felgele variant zoals u op de afbeelding kunt zien. Deze verloor zijn kleur, ik had het dier in de onderste zone van mijn aquarium geplaatst. Na een hogere plaatsing kwam de gele kleur weer terug. Helaas was de kleur, op het moment van fotograferen, niet zo fel geel als bij aanschaf. Maar het scheelt op dit moment van schrijven niet veel meer.
Ook Euphelia verandert sterk van kleur onder meer of minder licht en/of ander spectrum.
Ik was op bezoek bij mijn vriend Hans Nooijen en die gaf mij een stek van zijn prachtige donkergroene Euphelia. Ik had zelf ook een Euphelia in mijn aquarium staan maar die was veel lichter van kleur, bijna doorzichtig en had lichtgeelgroene uiteinden. Ik dacht een andere kleurvariëteit van Hans te hebben gekregen. Later bleek dat de kleur bepaald werd door de verlichting. In mijn aquarium stond het dier in het volle licht boven in het aquarium. Bij Hans stond het dier onder ander licht.


  Geel leder en groen vingerleder

Ook vissen kunnen er anders uitzien onder andere omstandigheden. De verschillen zijn klein en slechts door ervaren liefhebbers te zien. Ik heb bv doktersvissen, keiservissen en vlindervissen in kleine bakken van 2 meter en in grote bakken van 3 en 5 meter verzorgd en dan is toch te zien dat in de grotere bakken de vissen er mooier uitzien en zich ook vaak anders gedragen. Deze vissen horen natuurlijk ook niet in een kleinere bak thuis. Het getuigt mijns inziens dan ook niet bepaald van kennis en ervaring, en zeker niet als navolgend voorbeeld, als iemand er trots op is dat hij of zij deze vissen in een kleinere bak in leven kan houden. Een goudvis in een kom is toch ook niet een goed voorbeeld van aquarium houden?


  In de schaduwzone  

Ik heb het ook nog even over voedsel gehad. Niet alleen stroming en de lichthoeveelheid, of het lichtspectrum, kan kleur- en/of vormverandering tot stand brengen. Ik ben van mening dat het soort voedsel en vooral de hoeveelheid voedsel ook een factor van betekenis kan zijn. (Zie mijn alinea waarin de A. viridus ter sprake komt) In mijn 2 meter kweekbak, waar ik naast andere dieren ook o.a. een dertig tot veertig rode symbioseanemonen (Entacmaea quadricolor) verzorg, wordt er driemaal in de week (indirect) gevoerd. Niet omdat dit voor de anemonen nodig is maar omdat er vrij grote vissen in het aquarium zwemmen.


  Boven in mijn aquarium

Er komt relatief veel voedsel in een keer in het aquarium terecht om deze vissen te voeren. Het voedsel verdwijnt voor een deel in de anemonen en daar moeten ze het mee doen. Boven deze bak staat veel minder licht en is de stroming ook veel minder sterk dan in mijn huiskameraquarium. De rode symbioseanemonen in de kweekbak hebben langere tentakels dan hun broertje of zusje in mijn huiskameraquarium met meer en andere belichting waarin de rode symbioseanemonen 1 x per maand gevoerd worden en die verder ook mee-eten tijdens het voeren van mijn vissen. Ik heb hier eigenlijk geen verklaring voor of het zou te maken kunnen hebben met het verschil van de hoeveelheid opgenomen voedsel, de stroming en verlichting.


  De bovenste rode tepelanemoon staat goed in het licht en stroming. De onderste rode tepelanemoon heb ik uit mijn kweekbak gehaald en hier in mijn aquarium geplaatst. Deze stek stond uit de stroming en kwijnde weg door waarschijnlijk    te weinig licht en voedsel. De schijf werd steeds donkerder en de tentakels kleiner tot ongeveer een cm of twee. Ook dit zijn stekken van elkaar. Let op de tepelvorming.

Deze bekende rode symbioseanemonen staan bekend om hun afwijkende vorm en kleur onder verschillende omstandigheden.
Te weinig licht resulteert in een lichte tot witte schijf met lichtere tentakels. Verkeerde leefomstandigheden zorgen juist weer voor een donkergrijze schijf met korte vaak ook lichtere tentakels. Zie afbeelding. Hier moet wel bij gezegd worden dat er meerdere soorten rode symbiose anemonen worden geïmporteerd die nauwelijks van elkaar te onderscheiden zijn. Ik heb zelf twee soorten verzorgd, een soort die echte tepelvorming liet zien en een andere die lange slanke tentakels had die bij mij nooit veranderden in tepelvormige armen. Ik heb nu alleen nog de tepelvorm die trouwens niet constant die tepelvorming laat zien, zeker niet in sterke stroming.

 
  Een van origine lichtbruin softkoraal (Lobophytum soort) staat al een jaar in te fel licht en is nu spierwit van kleur(verbrand?). Maar het blijft leven en groeit langzaam. De poliepjes zijn ook kleiner geworden. Ik laat het daar staan om de   ontwikkeling nog wat langer te kunnen volgen. Mijn aquarium is ook een experimenteel aquarium en geen showbak. Het is een stek van het bruine koraal uit mijn stekkenbak op de rechter afbeelding.

De verlichting van mijn huiskameraquarium bestaat uit (ouderwetse) 80 watt TL5 lampen. Acht stuks waarvan er niet meer dan zes tegelijkertijd branden. De kleuren zijn als volgt: 1x 10.000 K., 5x. 15.000 K., 1x actinic en 1x blauw 20.000 K. Voor o.a. het hierboven genoemde wit geworden softkoraal (en nog vele andere dieren) toch nog te veel licht of een verkeerd spectrum. Dit spierwit geworden koraal staat 15 cm onder het wateroppervlak en onder de 10.000 K. en 15.000 K. lampen. Mijn tapijtanemonen, waarboven ook een blauwe lamp hangt, vinden deze verlichting ook niet prettig en kruipen naar de schaduwkanten van het aquarium.  In de literatuur kom je onder andere het advies tegen dat een bepaald dier onder veel licht of sterke verlichting gehouden moet worden. Dit is een advies waar ik niets mee kan. Niet alleen de hoeveelheid licht is belangrijk maar vooral ook het lichtspectrum. Veel rood licht is heel wat anders dan veel blauw licht. En wat is veel? Houd er ook rekening mee dat het zogenaamde kijklicht is wat wij zien, niet het ideale licht voor onze koralen is. We moeten een goede combinatie gebruiken.


  Dit bleke dier is prachtig groen geworden. De natuurlijke kleur.

In het ieder geval is mijn verlichting te fel of heeft niet het juiste spectrum voor die dieren in mijn aquarium die volgens de literatuur veel licht nodig hebben. Boekenwijsheid is niet altijd gelijk aan ervaring. Ik heb daarom schaduwzones ingericht. Er zou eens een lezing gehouden moeten worden over dit onderwerp.



  Dit koraal werd nog geler van kleur toen ik het wat hoger in mijn aquarium plaatste.


  Het groene koraal rechtsboven het moederdier van die kleinere groene koraal rechtsonder. Het verschil in vorm is erg groot. Hetgroene vingerleder kan diepgroen worden onder een andere verlichting.


  Een stek van dit middelste koraal werd in mijn kweekbak geel van kleur.

Ik kan nog wel even doorgaan met het aanhalen van voorbeelden met betrekking tot gedaanteverandering van onze aquariumdieren. Er zijn zoveel voorbeelden te noemen maar ik denk dat ik genoeg voorbeelden heb aangehaald om aan te kunnen geven dat andere omstandigheden kunnen zorgen voor een anders uitziend dier. En wat de één veel licht noemt is voor de ander misschien weinig licht. En dat geldt ook voor stroming. Veel licht is een betrekkelijk begrip evenals veel stroming. Optimale aquariumomstandigheden hebben te maken met welke dieren er in het aquarium worden gehouden en welke levensomstandigheden voor dat dier belangrijk zijn. Kunt u die omstandigheden niet bieden dan kan het dier er anders gaan uitzien. Het kan ook andersom zijn. Een pas geïmporteerd dier of een dier dat bij de handelaar verkeerd is behandeld kan er anders, lees minder florissant, uitzien en in uw aquarium juist veel mooier worden. Een voorbeeld is de bleke anemoon die zijn zoöxanthellen verloren is. Eet het dier nog dan kan het worden aangeschaft en zullen die zoöxanthellen in het aquarium onder de juiste verlichting terugkomen en het dier zijn juiste kleur weer teruggeven.
Nog een punt dat te maken heeft met een eventuele verkeerde aankoop, is het feit dat niet iedere winkelier de juiste benaming kent van het dier en dus ook niet zijn of haar leefomstandigheden.
Ik heb meermaals een dier besteld dat toen ik het ophaalde bij de winkelier een heel ander dier bleek te zijn. Ook de importeur maakt die fout wel eens of gebruikt de achtervoeging sp. op de stocklist om aan te geven dat hij of zij ook niet de juiste benaming kent.


  Dit goudgele gorgoon in het midden van de afbeelding kan bruin of goudgeel van kleur zijn.

Zo is mijn ervaring met de S. haddoni en de S. gigantea dat deze dieren bij de handel nogal eens met elkaar verwisseld worden.
Tenslotte nog een waarschuwing. Er worden regelmatig fel gele anemonen aangeboden. Deze anemonen worden na verloop van tijd grijswit. Er gaan geruchten dat de handel deze anemonen kunstmatig gekleurd heeft zoals dat bij bepaalde vissen ook gebeurt.


  Hier is het goudgele gorgoon bruin van kleur.


Beste aquariaan, neem deze kennis ter harte en doe er uw voordeel mee. Dat voorkomt teleurstelling bij aanschaf van een dier en een (soms) verkeerde indruk van de winkelier. Houd er rekening mee dat wanneer u dieren uit verschillende biotopen bij elkaar in één aquarium wilt houden er dieren zullen zijn die kunnen “veranderen” omdat u ze niet de juiste levensomstandigheden geeft. Licht, stroming en voedsel kunnen ervoor zorgen dat het dier er anders uit (gaat) zien.


  Hetzelfde gorgoon op een andere plek. Door minder licht nu ook een andere vorm.

Wanneer u rekening houdt met de hiervoor genoemde factoren, geeft dat minder teleurstelling en u heeft weer wat geleerd. Bekijk ook eens de volgende webpagina. www.zeeaquarium.me Een beetje knullig in elkaar gezet maar bevat veel informatie door praktijkervaring.
En… , wees geen hebber, maar een liefhebber, met respect voor al wat leeft.

Inloggen Registreren

Uw account aanmelden

Gebruikersnaam *
Paswoord *
Onthoud mij

Account aanmaken

Velden met een sterretje (*) zijn verplicht.
Naam *
Gebruikersnaam *
Paswoord *
Herhaal paswoord *
E-mail *
Herhaal e-mail *

Foto van de maand

Centropyge Foto Tanne Hoff

Een koppel Rainfordia opercularis in het kweekaquarium van De Jong Marinelife tijdens het bezoek van het ReefSecrets-team in april 2012

Foto: Patrick Scholberg