Dit is deel 2 van het artikel ‘De vissen van de Noordzee’. Om te voorkomen dat dit artikel tot en met deel 20 door zou gaan worden lang niet alle vissoorten van de Noordzee besproken maar komen enkel de vissen die veel in het aquarium worden gehouden aan bod. Er zijn veel vissen die op elkaar lijken (qua uiterlijk, gedrag, etc.) of die uit dezelfde familie komen, wordt hiervan maar één voorbeeld genoemd, zoals bijvoorbeeld de schol terwijl in de aquariumhobby onder andere ook de bot, schar en tong worden gehouden.
Gewone pitvis
Andere Nederlandse namen: Schelvisduivel, geernaarsoomtje, spinvis en pilatusvisje
Wetenschappelijke benaming: Callionymus lyra
Engelse naam: Dragonet
Uiterlijk
De gewone pitvis,of meestal enkel pitvis genoemd, is een van de mooiste vissen van de Noordzee. De vissoort heeft iets weg van een tropische zeevis vanwege de opvallende kleuren. De opvallende kleuren zijn echter alleen in de paartijd waarneembaar, de rest van het jaar hebben de vissen een schutkleur en kunnen zich aan de kleur van de bodem aanpassen. Alleen het mannelijke dier is tijdens de paartijd intens gekleurd zoals op de afbeelding te zien is. Ook hebben de mannetjes een zwarte vlek aan de zijkanten van het lichaam welke het hele jaar rond zichtbaar is. Kenmerkend voor de gewone pitvis is de hoge en puntige voorste rugvin die de mannetjes hebben, deze wordt samen met de opvallend gekleurde tweede rugvin gebruikt om tijdens de balts de vrouwtjes te imponeren. De mannetjes worden langer dan de vrouwtjes, respectievelijk 30 centimeter en 20 centimeter, al zijn de meeste pitvissen niet groter dan 15 centimeter. Qua vorm hebben pitvissen iets weg van grondels, maar de kop is meer breed en afgeplat en de ogen staan verder buiten de kop dan bij grondels het geval is.
Callionymus lyra Foto © Biopix: JC Schou
Gedrag
De gewone pitvis mint zand- en moddergronden waarover hij zich steeds kleine stukjes voortbeweegt met behulp van zijn borstvinnen. De vis is dan ook voornamelijk grondgebonden en leeft op dieptes van 5 tot 400 meter, maar meestal niet dieper dan 30 meter.
Enkel tijdens de ei afzetting zwemmen de dieren aan het oppervlak van ondiep water. Aan de ei afzetting die tijdens het voorjaar en de zomer plaatsvindt gaat een kleurrijke balts vooraf waarbij de man zich van zijn beste kant laat zien door zijn schutkleuren om te zetten in een paarkleed, een bruine basiskleur met blauwe en gele vlekken. Met wijd uitstaande vinnen zwemt het mannetje rond het vrouwtje en wanneer het vrouwtje het mannetje accepteert zwemmen ze samen naar het oppervlak. Hier houden de dieren zich aan elkaar vast met hun vinnen waarna de paring plaatsvindt. De vissen worden maximaal 7 jaar oud.
Voorkomen
Dieet
De gewone pitvis eet voornamelijk bodemdieren zoals slakken, wormen en kleine kreeftachtigen. Hiervoor graaft de vis in de bodem, maar ook jaagt hij in het water.
In het aquarium
Weinig over bekend. De vis schijnt goed tegen wat hogere temperaturen te kunnen, al is dit natuurlijk niet wenselijk. Er zijn verhalen over pitvissen die in aquaria niet wilden eten maar ook verhalen dat de pitvissen vanaf dag één in het aquarium al gelijk boven op het voedsel duiken. Belangrijk is een zandbodem in het aquarium.
Schol
Andere Nederlandse namen: Pladijs
Wetenschappelijke benaming: Pleuronectes platessa
Engelse naam: Plaice
Uiterlijk
De schol is misschien wel de bekendste Noordzeevis. Dit komt door de visserij waarin hij een erg belangrijke rol speelt, het is namelijk de meeste beviste soort. Het is een platte ruitvormige vis met een bruine basiskleur. De schol is van de andere platvissen te onderscheiden door de oranje stippen aan de bovenzijde. De maximale lengte van de schol is 90 centimeter en hij wordt maximaal 50 jaar oud, helaas bereiken de dieren in de Noordzee maar een fractie van deze lengte en leeftijd door ernstige overbevissing. Bijzonder aan de schol is dat de vis niet als platvis wordt geboren. Wanneer de larven uitkomen zien ze er uit als gewone vissen zoals jonge haringen en harders. Naarmate ze ouder worden draait het linkeroog over de kopzijde naar de ander kant. Ook verandert de bek, deze gaat scheef zitten en de vinnen veranderen van vorm; de vis verandert in een platvis. Bijzonder is dat tijdens dit proces niet alleen de vorm van het dier verandert (skelet en spieren), maar ook de zenuwen veranderen. De vis krijgt dus echt een ander lichaam.
Pleuronectes platessa Foto © Biopix: JC Schou
Gedrag
De schol is een nachtactief dier. Overdag verschuilt de vis zich voornamelijk op de bodem en gaat ’s nachts op jacht naar voedsel. Hij leeft in de zone vanaf het strand tot 200 meter diep, maar wordt het meeste waargenomen op dieptes van 10 tot 15 meter. Jonge dieren leven vaak maar enkele meters vanuit de kustlijn, ze worden dan ook vaak gevangen tijdens het garnalenvissen met een netje.
De vis paart van januari tot maart. De ei afzetting gebeurt gewoon in vrij water waarna ze door de mannelijke dieren worden bevrucht. Vervolgens worden de eitjes naar de kust afgevoerd.
In strenge winters trekt de schol naar warmer zeewater.
Voorkomen
Dieet
De jonge schollen eten voornamelijk kleine ongewervelden zoals garnaaltjes, weekdieren en wormen. De oudere schollen eten ook andere vissen, kleine kreeftachtigen en schaaldieren. Om deze harde prooidieren te kunnen kraken heeft de schol sterke tanden achterin de keel.
In het aquarium
De schol is een relatief snelle groeier en is dan ook alleen als jong dier in het aquarium te houden. Gezien zijn dieet is het ook zeker niet wenselijk oudere dieren in een gemengd aquarium te houden, de meeste andere aquariumbewoners verdwijnen vroeg of laat in de bek van het dier.
Als jonge dieren zijn het wel geschikte dieren voor in het aquarium, ze kunnen goed tegen schommelingen in temperatuur, zuurgraad en zoutgehalte.
Omdat het een bodemvis is die zich graag ingraaft is een zandbodem een vereiste.
Het is een makkelijke eter maar het voedsel wordt niet meer als voedsel herkent als het stil op de bodem ligt.
Kabeljauw
Andere Nederlandse namen: Gul, Tor, Skrei, Stokvis (als gedroogde vis voor consumptie), Kibbeling (als gefrituurde vis voor consumptie)
Wetenschappelijke benaming: Gadus morhua
Engelse naam: Cod
Uiterlijk
De kabeljauw is een vis die veel mensen als kibbeling of stokvis kennen, maar het uiterlijk van het dier is bij de meeste mensen onbekend. De mensen die deze vis wel kennen herkennen hem waarschijnlijk vooral aan zijn baarddraad, al is de kabeljauw niet de enige vis die dit heeft. De basiskleur is olijfgroen, de rug is bruin gevlekt en de buik is wit. Over de zijkant van de vis loopt een lichte lijn. De vis kan wel twee meter lang worden en 25 jaar oud. De zwaarste kabeljauw ooit gewogen was 96 kilogram! Door ernstige overbevissing worden de meeste kabeljauwen niet groter dan 30 centimeter en zwaarder dan 1 kilogram.
Gadus morhua Foto © Biopix: JC Schou
Gedrag
Veel vissen zijn óf erg snel óf erg wendbaar. De kabeljauw is dit beide en is daarom een goede jager. Terwijl hij overdag in grote scholen bescherming zoekt gaat hij ’s avonds actief op jacht. Door zijn bouw kan hij erg snel over de bodem zwemmen en wanneer hij voedsel ziet remt hij hard en duikt op de prooi. Dit verrassingseffect is de basis van zijn jachtmethode.
De vis leeft op diepten van 15 tot 500 meter en heeft vanwege zijn jachttactiek een voorkeur voor de bodemzone.
Kabeljauwen paaien in de winter. Na de ei afzetting drijven de eitjes naar de bovenste waterlagen en komen dan na zo’n 20 dagen uit (tijd is afhankelijk van watertemperatuur). De jonge kabeljauwen kunnen beter tegen hogere temperaturen en kunnen daarom beter overleven in ondiepe wateren. Hier kunnen ze bij voedsel waar de volwassen exemplaren niet bij kunnen.
Voorkomen
Dieet
De kabeljauw eet kreeftachtigen, inktvissen, wormen, vissen en mosselen. Jonge dieren eten roeipootkreeftjes.
In het aquarium
Kabeljauw is een moeilijke vis om in het aquarium te houden. Doordat de dieren erg groot worden en erg snel groeien is het aquarium al snel te klein voor deze vis. Ook zijn eetgewoonte zorgt voor veel problemen met de andere aquariumbewoners. Dit is overigens bij de meeste vissen het geval en daarom zijn vaak de jonge dieren beter houdbaar dan de volwassen dieren. Helaas is dat bij deze soort een probleem, het is namelijk heel moeilijk om jonge kabeljauw te vinden.
Steenbolk
Andere Nederlandse namen: Steenwijting
Wetenschappelijke benaming: Trisopterus luscus
Engelse naam: Bib
Uiterlijk
De steenbolk is een kabeljauwachtige en heeft dan ook qua uiterlijk veel weg van de kabeljauw. Kenmerkend is dat het lichaam korter en hoger is. De vis wordt maximaal zo’n 40 centimeter lang en ongeveer 1 kilogram zwaar. De basiskleur is koperbruin, bij volgroeide exemplaren worden vier tot vijf verticale donkere banden over het lichaam waargenomen. Opvallend is de donkere vlek aan de basis van de borstvin. Net als veel andere kabeljauwachtigen heeft de steenbolk een baarddraad maar kenmerkend voor deze soort is de duidelijk langere en puntigere eerste rugvin.
Trisopterus luscus Foto © Biopix: N Sloth
Gedrag
De steenbolk is een scholenvis die voornamelijk bij de bodem in open water leeft, tussen 10 en 300 meter diep. Opvallend is dat vooral de kleinere exemplaren grote scholen vormen. De jonge dieren leven juist solitair of in kleine groepjes in ondiep water. De paartijd is in april, mei en soms augustus. Over het paren is enige onduidelijkheid, volgens sommigen worden de eieren na het paren wat op 100 meter diepte gebeurt afgezet en zweven daarna vrij door het water tot ze uitkomen. Volgens anderen worden de eieren juist aan de oppervlakte in schuimnesten afgezet en kort daarna bevrucht. De net uit het ei gekomen visjes gaan in ieder geval zo snel mogelijk naar de bodem en blijven daar tot ze groot gegroeid zijn en trekken dan naar dieper water. De vis is een typische ‘wrakvis’, en wordt door duikers dus vaak rond wrakken gezien. De maximale leeftijd van een steenbolk is 4 jaar.
Voorkomen
Dieet
Steenbolken jagen ’s nachts. De jonge steenbolken eten voornamelijk garnalen, andere kleine kreeftachtigen, wormen en schelpdieren. De baarddraad wordt gebruikt als tastzintuig en voor navigatie op de bodem. De volwassen exemplaren jagen daarnaast ook op inktvissen en kleine visjes, waaronder soortgenoten.
In het aquarium
Aangezien steenbolken vanaf het moment dat ze uit het ei komen erg snel groeien tot ze geslachtrijp zijn kan er door de gemiddelde koudzeewateraquariaan maar kort worden genoten van deze vis, ze groeien het aquarium uit. Omdat de volwassen dieren op andere vissen jagen en graag in scholen leven is het sowieso geen geschikte vis om als volwassen dier in het aquarium te houden. De jonge dieren zijn overigens geen moeilijke dieren om te houden, ze eten goed (voornamelijk mysis).
Niet alle vissen uit de Noordzee kunnen worden gehouden in het aquarium en over veel vissen die wel als aquariumvis geschikt zijn is erg weinig informatie over aquariumervaring bekend. Om toch een wat completer beeld te geven van de verscheidenheid aan vissen in de Noordzee hieronder een lijst met bondige informatie en afbeeldingen.
Grote Zeenaald
Andere Nederlandse namen: -
Wetenschappelijke benaming: Syngnathus acus
Engelse naam: Pipefish
Deze vis wordt regelmatig in aquaria gehouden. Het aquarium moet wieren bevatten.
Syngnathus acus Foto © Biopix: N Sloth
Paling
Andere Nederlandse namen: Gewone paling, Europese aal
Wetenschappelijke benaming: Anguilla anguilla
Engelse naam: European Eel
Hoewel het een erg bekende vis is is er weinig over bekend. Zo werd tot voor kort nog gedacht dat de jonge palingen en volwassen exemplaren twee verschillende vissoorten waren. Ze leven in zout water, zoet water en kunnen zich zelfs over het land voortbewegen.
Anguilla anguilla Foto © Biopix: JC Schou
Zeewolf
Andere Nederlandse namen: -
Wetenschappelijke benaming: Anarhichas lupus
Engelse naam: Wolf eel, wolffish, Seawolf
Een erg zeldzame vis in de Nederlandse- en Belgische Noordzee. Het is een bodemvis en kan wel anderhalve meter lang worden. Ze hebben hun naam te danken aan hun scherpe, lange voortanden. Absoluut geen goede aquariumvis.
Anarhichas lupus Foto © Joakim Engel
Haring
Andere Nederlandse namen: Bliek
Wetenschappelijke benaming: Clupea harengus
Engelse naam: Herring
De haring is een bekende vis omdat het een van de belangrijkste vissen is voor de visserij. Helaas lijdt de soort hier sterk onder want hoewel de vis wel 20 jaar oud kan worden en een lengte van 40 centimeter kan bereiken worden de dieren door de bevissing vaak niet ouder dan 6 jaar en worden er alleen maar relatief kleine vissen waargenomen.
Clupea harengus Foto © Biopix: JC Schou
Andere Nederlandse namen: Neushangertje, oude grootje, potskop, dikkop
Wetenschappelijke benaming: Agonus cataphractus
Engelse naam: Hooknose
Het harnasmannetje is een algemeen voorkomende vis in de Noordzee. Hij wordt niet groter dan 20 centimeter en eet kleine kreeftachtigen, wormen en weekdieren. De soort wordt vrij veel gehouden in aquaria.
Agonus cataphractus Foto © Biopix: JC Schou