Of moet de titel zijn; “dieren die niet in onze gemengde rifbakken thuishoren”? Dit Artikel (oorspronkelijk door Tom Verhoeven) heeft als doel een paar impulsaankopen te doen voorkomen. Een beknopte samenvatting van soorten en waarom we deze juist niet in onze gemiddelde rifbak zouden willen inzetten.
Haaien en murenen.
Haaien worden zo nu en dan toch nog aangetroffen in onze handel. Op bestelling zijn ze perfect te verkrijgen daar niet van, maar evident is het niet voor een winkelier om even een haai op te slaan. We zien ze dan ook vaak terug komen in een vroeg stadium. Namelijk het haaien ei. Deze eieren zijn meestal van de bamboe haai (Chiloscyllium punctatum). Zeer leuk is om zo’n ei uit te “broeden” om vervolgens te prachtig getekende diertjes te ontdekken na het uitkomen. De problemen starten nu al. De jonge dieren zijn enorm gevoelig en behoeven een speciaal dieet. Vervolgens gaan ze groeien en vervuilen ze het aquarium enorm. Deze soort wordt al snel 100 cm groot wat dus in weinig aquaria zal passen. Haaien in een aquarium kan mits de nodige voorlichting. Het kopen van een ei? Niet doen, later wil geen enkele dierentuin ze overnemen! Deze soort plant zich namelijk zo makkelijk voort dat er in de dierentuin wereld eerder een teveel is dan een tekort.
Murenen zijn een beetje een twijfelgeval. Je kunt ze goed houden als je weet wat je doet en je de juiste keuzes maakt. Net zoals bij haaien is het enorm spectaculair als je kunt zeggen: ik heb een murene thuis! Koop ze niet om deze laatste reden als je ze ziet in de handel. Besef dat kleine vissen vaak niet meer gehouden kunnen worden, onderhoud er niet eenvoudiger op wordt wegens bijtgevaar en dat het ware ontsnappingskunstenaars zijn en de bak dus goed afgesloten moet zijn. Veel individuen zijn ook nog eens erg moeilijk aan het eten te krijgen. Eten ze toch dan gaat er vaak enkele tientallen grammen voer per week speciaal voor dit dier in. Veel aquaria kunnen de belasting van dergelijk zwaar voer (vis/garnaal/mossel) niet op langere tijd aan. Vissen aquaria uitgesloten uiteraard.
Zee-paarden en -naalden.
Hier is al veel over geschreven. De meeste mensen weten dat deze dieren één speciaal dieet vragen. Ze horen niet thuis in een doorsnee zeewateraquarium maar in een speciaalbak. Voorral startende aquarianen zijn vaak geïntrigeerd door deze wonderlijke dieren en schaffen ze aan. Het is perfect mogelijk maar win eerst voldoende kennis in over deze bijzondere dieren. Ze vereisen namelijk een bijzondere discipline wat betreft hygiëne en voeding.
Pitvissen.
Prima te houden in het aquarium mits deze goed gerijpt is en van veel microleven is voorzien. Deze toch kleurrijke en aantrekkelijke visjes liggen goed op de markt. Wees er van bewust als startende aquariaan deze dieren enkel te plaatsen als u aquarium al enige tijd gezond draait. Pas wanneer er voldoende microleven (kreeftjes en andere schaaldieren) zijn ontwikkeld in en om uw rif zullen deze dieren een goede overlevingskans hebben. De combinatie met lipvissen en een klein aquarium is vaak een probleem doordat de lipvis een geduchte voedselconcurrent is van de pitvis. ( foto : Robertus, Doryrhamphus excisus )
Acanthurus sp. (doktersvissen).
Ik heb bewust deze alinea “Acanthurus SP.” genoemd. De zebrasoma en ctenochaetus doktersvissen lenen zich over het algemeen beter voor aquarium doeleinden.
A. Tenneti, A. olivaceus, a dussumeri en nog enkele anderen worden veel te groot voor ons aquarium dat doorgaans minder dan 1000 liter bevat.
Andere soorten als A. leucosternon, A. achilles, A. japonicus en A nigricans. hebben een enorm gevoelige slijmhuid en zijn erg vatbaar voor parasieten. Bij 9 op de 10 gevallen breekt er iets uit. Als u geluk hebt, nemen ze niet uw hele visbestand mee naar de vissenhemel. Daarnaast als 1 op de 10 het toch overleeft, worden ook deze dieren doorgaans veel te groot en dominant.
Voor een vissenbak met grote omvang en volwaardige medebewoners zijn deze dieren wel een optie. Toch zijn er ook enkele grotere soorten Acanthurus die zelfs in een grote vissenbak te dominant worden. Dit laatste punt geld vooral voor A. sohal, A. lineatus. Deze dieren worden vaak gekocht in het juveniele stadium wanneer ze lief en teder zijn met een schitterende kleurenpracht, helaas zijn deze dieren indien volwassen de snelste vechtersbazen die men in een aquarium tegen kan komen. Nieuwe vissen worden vaak in enkele minuten afgeslacht. Dit dominante gedrag heeft alles temaken met verdediging van hun foerageergronden. ( Foto : Acanthurus sohal )
Keizersvissen (pomacanthus sp.)
Een trend die voorral de laatste jaren doorzet. Het houden van grote keizersvissen in rifaquariums. Vroeger werden deze vissen massaal gehouden in de vissenbakken. De kennis over het houden en verzorgen van deze dieren is dan ook bekend. Toch lopen startende en onwetende aquarianen toch vaak een winkel uit met één keizervis zonder te weten wat voor bulldozer ze in hun bak gaan plaatsen. Het kan perfect zolang je keuze kan maken. Het is letterlijk kiezen of delen. Het delen zal zich manifesteren in het delen van koralen tussen u en uw vis. Dit is meestal het geval met alle keizers. De P. diacanthus en de P. navarchus behoren tot de zachtaardigere soorten die vaak tevreden zijn met het voer uit de pot. Toch zal op later stadium vaak gekozen moeten worden. Kwaad zijn op de vis heeft dus geen zin als u buttons, lps koralen en doopvontschelpen moet verwijderen. Bij deze weet u dat het perfect kan mits u weet wat lekker en niet lekker is voor deze vissen. In aquaria waar bijzonder stevig word gevoerd wil het nog weleens goed gaan. Helaas leven de meeste zeewatervissen bij ons in de aquaria behoorlijk ondervoed.( Foto: Jean-Paul Vandersteen Pygoplites diacanthus)
Koffervissen.
Koffervissen worden indien goed gehouden veel te groot voor het gemiddelde aquarium. De aparte vorm maakt hen wel aantrekkelijk. Toch zijn er meer reden dan alleen de uiteindelijke afmetingen van deze vis om hem van ons verlanglijstje te schrappen. De dieren zijn meestal voedselspecialisten en niet al te snel. Vaak komen ze er als slechtste uit tijdens het voederen waardoor ze ook snel verzwakken. Dit alles heeft de dood tot gevolg. Ook zijn koffervissen erg stipgevoelig, mogelijk door hun bijzondere huid, ze hebben namelijk beenplaten en geen schubben met slijmhuid.
Er komt nog een ander negatief punt boven drijven (letterlijk en figuurlijk). Bij overlijden geven koffervissen namenlijk een hoeveelheid gif af wat zeer schadelijk kan zijn voor de inhoud van uw aquarium met als gevolg sterfte van andere dieren. Veel mensen kopen een koffervis wanneer ze een kleine gehoornde koffervis (Lactoria cornuta) zien rondzwemmen. De ongeveer 1 cm grote dobbelstenen zijn enorm leuk om te zien en volgen je continu aan de voorruit. Ikzelf ben ook in de fout gegaan met deze soort. Deze soorten dus mooi laten zwemmen waar ze wel horen. Niet in ons aquarium. ( Foto: Bas Arentz Lactoria cornuta )
Egelsvissen en kogelvissen.
Leuk gedrag, direct “tam”, vaak snel te tam. Daarnaast geven ook deze vissen ook gif af bij sterfte. Ze herkennen mensen en doen ten opzichte van andere vissen meer aan een huisdier denken. Een fish-only aquarium met zeer grote afmetingen bied mogelijkheden maar wees op de hoogte welke soort men aanschaft. De Arothron stellatus word namelijk 90 cm groot! Koopt men ze omdat het leuk en imposant is wanneer ze zichzelf opblazen? Dan kan ik u vertellen dat ze zich zo snel aanpassen aan aquariumomstandigheden dat ze dit zelden tot nooit meer zullen doen.
Koraalvlinders.
Onder deze groep reken ik in dit artikel een hoop vissen. De koraalvlinder zoals je ze in alle kleuren wel kent. Maar ook de wimpelvissen en de pincetvissen. Gelukkig zijn deze vissen de laatste tijd minder op de markt te zien. Pincetvissen worden vaak verkocht tegen glasanemonen maar daar zijn ook andere oplossingen voor. Pincetvissen zijn vaak trage eters die enkel diepvries garnaalachtige accepteren. Andere koraalvlinders zijn wat betreft voeding veel minder kieskeurig, zo erg zelfs dat ze een breed scala aan koralen in uw bak op het menu hebben staan.
Vleermuisvissen.
Bijzonder mooi als ze klein zijn. Vaak zwarte varianten met knal oranje omlijning (Platax pinnatus). Mits juist gehouden zullen ze in 2 jaar in grootte vertienvoudigd zijn. Dat maakt dat ze een gemiddelde grootte hebben van 40 tot 60 cm. Desondanks hun zachtaardige karakter zijn ze veel te groot voor het doorsnee zeewateraquarium. Ze zijn verder wel reefsafe, in de natuur staan voornamelijk algen op het menu.( Foto: Inge Leys Chaetodon semilarvatus )
Trekkersvissen.
Deze trekken flink aan je vingers wanneer ze groot en geslachtsrijp zijn. En geloof me, zo één beet doet enorm veel pijn. Naast dat ze agressief naar het baasje kunnen uitpakken doen ze dat ook naar je lagere dieren. Deze dieren zijn totaal niet reefsave en plunderen je bak in enkele dagen als het moet. Verder worden ze doorgaans te groot voor het gemiddelde huisaquarium. Hoe leuk ze ook zwemmen met hun buik en rugvin. Deze dieren koop je alleen als je een vissenaquarium hebt. (Foto: Hans Peter, Xanthichthys ringens )
Overige vissen.
Hengelaarvissen, steenvissen, eekhoornvissen, schorpioenvissen, diklipvissen, koraalduivels, grote baarzen, snappers etc.
Enkelen hiervan zijn giftig, worden snel erg groot, zijn fanatieke zwemmers of hebben weer andere bijzondere eisen… Wil dit zeggen dat ik jullie niets aanraad? Nee! De opsomming is een minifractie van het aanbod in onze landen. Daarnaast is het goed mogelijk om de voorgaande vissen te houden! Informeer je gewoon goed voordat je ze aankoopt in de winkel. En neem ze niet zomaar mee zonder er iets of wat over te weten. Vervolgens enkele lagere dieren
Anemonen.
Anemonen zijn vaak goed houdbaar, hebben geen bewustzijn en dus geen echte pijnervaring. Wel geven veel anemonen problemen voor andere mede bewoners. Tapijtanemonen zijn schitterend maar lopen vaak naar een minder fraaie plek in de bak. Ook wil deze anemoon met zijn bijzonder plakkerige tentakels nog wel eens een visje vangen die met de anemoon in aanraking is gekomen. Deze soort netelt enorm hard. Als je toch een anemoon wil houden in je aquarium zoek eerst een tepelanemoon. Deze heb je in het groen en het rood en kunnen niet veel kwaad voor ons. En nog minder voor de dieren als ze niet in aanraking komen met de sierlijke tentakels van het dier. Een ander nadeel van vrijwel alle grote anemonen is dat ze kunnen lopen. Of ze lopen naar de aanzuig van de pomp waar ze zo anemonen soep bereiden, of ze gaan strak tegen uw favoriete koraal staan waardoor deze schade oploopt. Ook zien we wel eens knalgele anemonen in de winkel, deze hebben vaak hun symbiotische algen (zoöxanthellen) uitgestoten en zijn gekleurd met een kleurstof. Erg aantrekkelijk maar deze gaan vaak snel dood en indien ze overleven blijven ze niet lang zo geel.(Foto: Entacmaea quadricolor)
Non-Zoöxanthellen koralen.
Deze koralen doen dus niet aan fotosynthese. Ze zijn geheel afhankelijk van het voer dat zij met hun poliepen kunnen vangen. In de natuur is erg veel zooplankton voor deze koralen, in onze aquaria is dit nihil aanwezig. Dit is dus ook de reden dat deze koralen zo moeilijk houdbaar zijn voor ons.
Enkele soorten kunnen worden bijgevoerd dankzij hun wat grotere poliepen. Alles wat er in past eten ze op. Het aardbei koraal is het makkelijkst te voeren. Deze moet wel bijna dagelijks gericht gevoerd worden! Denk bij aanschaf dat het een tijdrovende klus is en dat het met moeite en regelmaat wel te doen is. Koop je het impulsief houd het koraal het maximaal een jaar vol in uw aquarium. ( Foto Hans Peter, Tubastrea sp.)
Naaktslakken.
Prachtige dieren maar vrijwel allemaal onhoudbaar. Bijna elke naaktslak is een voedsel specialist en dus erg kieskeurig. Zo worden soms specifieke naaktslakken ingezet tegen glasanemonen, platwormen of algen. Helaas sterven deze meestal snel nadat ze uw bak schoongemaakt hebben. Veel van de verkochte soorten naaktslakken eten specifieke soorten sponzen/gorgonen/koralen. Eigenlijk allen niet houdbaar voor ons, althans niet langer dan enkele maanden.
Zeekomkommers.
Bepaalde zeekomkommers kunnen erg nuttig zijn doordat ze erg goed organisch vuil van de bodem opruimen. Anderen hebben zich gespecialiseerd in het vangen van plankton (= onhoudbaar op lange termijn). Of ze nu worden gekocht omdat ze nuttig zijn of zo mooi gekleurd, ze delen allen een groot nadeel: Indien de dieren sterven, wat vroeg of laat toch zal gebeuren, dan laten de dieren al hun geslachtcellen tegelijk los. Dit kunnen dergelijke hoeveelheden zijn dat zelfs grote aquaria met flinke afschuimers en stromingspompen geheel instorten door een groot zuurstof tekort. Dit kan in enkele uren tijd gebeuren en heeft al erg veel aquarianen met de hobby doen stoppen.
Haarsterren.
Wie kent ze niet? De mooie kronen vol met stekelige haartjes? Je ziet ze vaak in het rood, groen en geel verschijnen. Zijn ze houdbaar? Nee, niet voor lang. Hoe mooi de dieren ook ogen, laat ze beter zitten bij de handelaar. Er worden er maar heel erg weinig (<1%) ouder dan 1 jaar.
Omdat het onmogelijk is alle problematische dieren combinatie’s te noemen, zal ik hieronder zonder uitleg een lijst plaatsen van dieren waarvan bekend is dat ze vrijwel zonder uitzondering problemen met elkaar geven.
Harlekijngarnalen - zeesterren
Borsteltand dokters – salarias sp.
Pincetvissen – kokerwormen
Poetslipvis – poetsgobie’s
Chaetodon koraalvlinders - sps
Pomacanthus keizers - lps
*Herschreven in 2010 door Bas Arentz naar het artikel “gekocht en weer verkocht” van Tom Verhoeven over impulsaankopen.