Plankton is de verzamelnaam voor alle vrij in het water zwevende organismen. Het zoöplankton is het dierlijke deel hiervan. Planktondiertjes kunnen zich wel verplaatsen, maar zijn niet sterk genoeg om tegen de stroom in vooruit te komen. Tot het dierlijk plankton behoren microscopisch kleine ééncelligen, maar ook veel grotere dieren zoals kwallen.Ook de vrij zwevende larven van vissen en andere grotere zeedieren behoren tot het dierlijk plankton. Driekwart van de planktonbiomassa in de Noordzee bestaat uit roeipootkreeftjes. Planktondieren zijn er in vele soorten en maten. De kleinste diertjes bestaan uit één cel. Met het blote oog zijn ze niet te zien, maar onder de microscoop zijn hun prachtige vormen wel te bewonderen. De ééncellige trilhaar- of wimperdiertjes (ciliaten) vormen binnen het dierlijk plankton in de kustwateren de groep met de grootste aantallen. Maar niet al het zoöplankton is zo klein. roeipoorkreeftjes en larven van vissen en bodemdieren kunnen een paar millimeter groot worden. Krill bestaat uit garnaal-achtige diertjes van ongeveer drie centimeter lang. In de oceanen vormen zij het belangrijkste voedsel voor veel walvissen. kwallen worden nog veel groter: sommige soorten kunnen een diameter van meer dan 1 meter bereiken.
Net als het plantaardig plankton bezitten ook een aantal planktondiertjes uitsteeksels. Deze vergroten het drijfvermogen van het dier. Vooral ééncellige planktondiertjes hebben vaak deze aanpassing. Een aantal ééncellige soorten gebruiken ook een oliedruppeltje als drijforgaan. Vislarven hebben een dooierzak, wat hun drijfvermogen aanzienlijk vergroot. Roeipootkreeftjes gebruiken hun lange antennes om te blijven zweven. Zij kunnen zich ook in verticale richting voortbewegen: soms wel met een snelheid van 60 meter per uur. Het krill kan zelfs een afstand van 100 tot 400 meter per uur afleggen. Kwallen bewegen zich voort door hun paraplu-achtige scherm samen te trekken. De ribben van ribkwallen bestaan uit een rij met een groot aantal kamvormige plaatjes. Ieder kamplaatje bestaat weer uit trilharen, waarmee ze slagbewegingen kunnen maken. Zo hebben ze allemaal hun eigen manier om te blijven zweven en zo in de buurt van hun voedsel te blijven. Weblink Fraaie tekeningen van plankton door de beroemde Duitse bioloog Ernst Haeckel: Bron: de Vleet, Ecomare |
|