Portaalsite voor de échte zeeaquariaan

Zoeken op de site

Dieren

De slak die lopen kan - Heremietkreeften

De slak die lopen kan.

Jacques van Ommen (www.zeeaquarium.me)  (Afbeeldingen uit eigen aquarium tenzij anders vermeld.)

Welke zeewaterliefhebber kent de heremietkreeft niet? Ze komen in vrijwel alle zeeën voor. Er bestaan heel kleine soorten, amper een cm groot, maar ook grotere soorten tot wel een cm of 20/30 zoals de Petrochirus uit het Caribische gebied.

Deze heremietkreeft uit de Middellandse zee heeft zijn oorspronkelijke bewoning verwisseld voor een groter huis.

De Heremietkreeft of heremietkrab (PAGUROIDEA) is een kreeftachtige uit de orde van tienpotigen. Het is geen echte kreeft of echte krab. Heremietkreeften behoren tot een groep daartussenin, de ANOMURA, samen met onder andere de porseleinkrabjes (PORCELLANIDAE) en de oprolkreeftjes (GALATHEIDAE). Het zijn tienpotige kreeftachtigen, bewoners van lege slakkenhuisjes.

Taxonomische indeling

Rijk:

Animalia (Dieren)

Stam:

Arthropoda (Geleedpotigen)

Klasse:

Malacostraca

Orde:

Decapoda (Tienpotigen)

Familie:

PAGURIDAE

Geslacht:

Pagurus

   

Soort: Pagurus bernhardus    Linnaeus, 1758

De heremietkreeft heeft in tegenstelling tot de meeste kreeftachtigen geen gepantserde staart maar slechts een week achterlichaam. In de wereld van eten of gegeten worden kan een dier met zo'n week achterlichaam niet lang overleven. Er moest dus een vervangend pantser worden gezocht. Een leeg slakkenhuis bleek de oplossing. Het achterlijf paste zich prima aan door zich gekromd te ontwikkelen met aan het einde een soort grijphaak zodat het uitstekend in het slakkenhuis past. ( Afb, NRC ) 

De heremiet kan vrij kleurloos zijn maar ook juist heel kleurrijk. Dat kleurrijke aspect is doorgaans slecht waar te nemen omdat het grootste deel van zijn lichaam verborgen blijft in het slakkenhuis dat het dier bewoont. Slechts de poten, ogen en tasters van de kreeft zijn doorgaans zichtbaar. Vooral de poten kunnen heel mooi zijn. In mijn aquarium komt o.a. een tropische soort voor met fel rode poten die een sterk contrast vormen met een witte schelp waarin het diertje leeft.

De meeste kleinere soorten zijn vrij onschadelijk voor ons aquarium-milieu en eten voornamelijk algen en klein afval, de grotere exemplaren vooral ook aas. Het zijn goede opruimers na het voeren. De grotere soorten kunnen lastig zijn omdat ze in het algemeen vrij sterk zijn en bij het zoeken naar voedsel onze zo mooi opgebouwde stenen kunnen verplaatsen met alle gevolgen van dien. Ook komt bij die grotere soorten het nogal eens voor dat de kleinere soortgenoten als hartige hap worden geconsumeerd en zelfs vrij zwemmende vissen kunnen gepakt worden. Ook moet men voorzichtig zijn met het combineren van een grotere heremietkreeft met sommige steenkoralen en doopvontschelpen. Houd hier rekening mee wanneer u besluit tot aanschaf van een heremietkreeft. Grote Dardanus-soorten staan bijvoorbeeld bekend als rovers. Vooral de Dardanus megistos, een prachtige grote rode heremietkreeft komt nogal eens binnen. Een echte rover. Dardanus tinctor en Dardanus deformis dragen meestal een anemoon met zich mee en zijn in een speciaalbak  een interessante optie. De Calcinus soorten daarentegen zijn klein blijvend en onschuldig. Prima voor de gezelschapsbak.

Coenobita compressus

De heremietkreeft of heremietkrab zoals dit dier ook wel genoemd wordt is vooral bekend om zijn manier van wonen. Het dier woont in de meeste gevallen in een slakkenhuis (in geval van nood kan ieder passend hol voorwerp als behuizing worden genomen) dat hij of zij op de één of andere manier heeft bemachtigd. De vorige bewoner van dat huis is vertrokken, wel of niet vrijwillig, en de woning komt beschikbaar. Wanneer de heremiet groeit dan groeit betrokkene letterlijk zijn huis uit. De heremietkreeft heeft dus een probleem. Wanneer de heremiet verschaalt en groeit kan zijn woning te klein worden. Hij moet dan doorstromen naar een grotere woning. Helaas, er schijnen weinig makelaars in zee te wonen die een geschikte woning voor onze heremietkreeft kunnen vinden. Het komt dan ook regelmatig voor dat onze huizenzoeker letterlijk uit zijn woning groeit omdat er geen, of te weinig aanbod bestaat. Er kan dan een echte woningnood ontstaan. (Toen bij ons voor de kust de Wulk sterk in aantal terug liep nam het aantal grote heremietkreeften drastisch af.) Regelmatig wordt dan ook alles wat maar enigszins voor een geschikte woning kan doorgaan op geschiktheid onderzocht. Wanneer onze kandidaat een geschikte woning heeft gevonden en die uitvoerig heeft geïnspecteerd gaat de verhuizing plaatsvinden. De heremiet is echt de kampioen onder de verhuizers. Hij is een echte doe het zelf-verhuizer. Zijn verhuizing geschiedt in een fractie van een seconde. Doe hem dat maar eens na. Die snelheid is verschrikkelijk belangrijk, want tijdens die verhuizing is het dier onbeschermd. Zoals u weet zijn de meeste kreeftachtigen voorzien van een uitstekend pantser dat een goede bescherming biedt tegen predicaatoren. De heremietkreeft is wat dat betreft slecht bedeeld. Het lijkt wel of de schepper hier iets vergeten is. Onze heremiet heeft geen gepantserde staart of achterlijf, maar slechts een heel week en zacht achterlichaam. Wanneer een rover (die net zo gek is op kreeftachtigen als ondergetekende) toevallig langskomt, zou die in de verleiding kunnen komen om op dat moment “kreeft “ te willen eten. Het is dus zaak dat de heremietkreeft zo snel mogelijk zijn zachte onbeschermde delen verbergt in zijn gevonden slakkenhuis. Eenmaal in het slakkenhuis zit hij goed. Zijn kop en poten die niet zacht zijn kan hij ook nog intrekken zodat hij, wanneer zijn woning niet te klein is, met zijn scharen en poten een deur kan vormen om daarmee zijn woning af te sluiten. Sommige exemplaren kunnen zich zo ver in de schelp terugtrekken dat ze niet eens meer te zien zijn.

 

Deze kreeftjes heb ik tijdens één van mijn vakanties aan de Rivièra meegenomen

Niet alle heremietkreeften bewonen een schelp. Er zijn er ook die een spons als woning gebruiken of zelfs een bepaalde koraalsoort. Het voordeel daarvan is dat er niet verhuisd hoeft te worden wanneer de bewoner groeit omdat de spons of het koraal kan mee groeien. Door deze manieren van bewoning blijft de heremiet mobiel en kan hij zijn kostje bij elkaar scharrelen en zich ook van een partner voorzien. Sommige heremieten zijn heel slim. Die gebruiken ter verdediging van zichzelf één of meerdere anemonen. (Zie afbeelding) Die anemonen hechten zich met hun voet op de schelp en vormen met hun tentakels een prima bescherming voor de heremiet. Wanneer de heremiet gaat verhuizen verhuist de anemoon mee. De anemoon wordt door de heremiet van zijn oude woning afgeplukt en op zijn nieuwe onderkomen neergezet. Als beloning voor deze diensten kan de anemoon de etensresten die de heremiet morst of laat liggen consumeren. Bovendien door het constant verplaatsen van de heremiet kan de anemoon met zijn tentakels de omgeving als het ware afstropen op iets eetbaars. Een symbiose-vorm dus. Het viel mij op dat in mijn aquarium de anemoontjes op de schelp bij aanraking van wieren en steen hun tentakels lieten uitstaan. Maar wanneer een ander dier het anemoontje raakt dan laat het slijmerige draden los die voor een eventuele vijand bij aanraking niet prettig zullen zijn.

Heremietkreeften zijn niet echt sociale diertjes. Ze hebben geen moeite met het uit huis zetten van andere bewoners als ze hun zinnen hebben gezet op hun huisje. Dat de bewoner niet vrijwillig de woning verlaat is geen bezwaar en wordt na gewelddadige uitzetting meestal ook nog opgegeten.

Deze Heremiet uit de Middellandse zee trekt zich niets aan van de tropische anemonen  in mijn aquarium. Zelfs de tapijtanemonen worden zonder problemen gepasseerd.

Heremietkreeften worden klein geboren en groeien natuurlijk ook nog. De bevruchte eitjes van de Heremietkreeften worden door het vrouwtje mee gedragen. Na het uitkomen van de eitjes leven de jonge Heremietjes nog een tijdje, een aantal weken, zonder huisje. Daarna moeten ze zo snel mogelijk een huisje vinden van bijvoorbeeld een kleine slak anders worden ze niet oud. Na iedere vervelling moeten ze een grotere woning innemen. Dat kan een probleem worden als er geen grotere behuizingen beschikbaar zijn. Bewoond of onbewoond dat maakt niet veel uit. De bewoners worden gewoon uitgezet. Dat gebeurt onder andere door net zo lang op het huisje van de ander te tikken tot de ander het opgeeft en zijn huisje verlaat. Er wordt dan gewisseld. De sterkste gaat met het grootste huisje aan de haal en de verliezer moet zo snel mogelijk proberen hetzelfde spelletje te spelen met een ander om een groter huis te bemachtigen. Dit ritueel is regelmatig in het aquarium te aanschouwen.

Een heremiet (DIOGENIDAE) wil verhuizen. Aan de linkerkant twee verre familieleden uit de Middenlandse Zee. Deze dieren leven zonder problemen in mijn bak.

Een uitzondering.

Op het land leeft een soort Birgus latro genaamd die meen ik de enige soort is die voldoende bepantserd is zodat het geen huisje hoeft te regelen. Jonge dieren hebben nog wel een schelp nodig maar oudere dieren ontwikkelen een soort pantser zodat ze geen schelp meer nodig hebben. 

Ik was eens op vakantie op een heel mooi klein eiland voor de kust van de Sahara. Het eilandje genaamd La Gomera maakt deel uit van de Canarische eilanden en ligt op de grens van de warme golfstroom zodat het water zomers tot 25 graden komt en ‘s winters daalt tot plusminus 16 graden. In dit op het Middellandse Zee biotoop gelijkend onderwatergebied kwam ik een Heremietje tegen die leefde in spleten van rotsen. Dit zijn waarschijnlijk de jongere exemplaren die nog geen huisje hebben kunnen bemachtigen. Ik heb uit dat poeltje een Heremiet meegenomen die een onderhuurder op zijn/haar huisje bij zich had.

In mijn aquarium had ik een al aantal van deze soort rondscharrelen en het grappige is dat ik nu zag dat er twee exemplaren een huisje bewoonden waarop onderhuurders woonden. Ik had er dus blijkbaar nog eentje met onderhuurder meegenomen. In het ene geval betrof het één onderhuurder en in het tweede geval zelfs twee medebewoners. ( Zie afbeelding)  Deze huisjes waren begroeid door een korstalg die een paar spleten vormt. In die spleten woonden jonge soortgenoten die ook in de rotsspleten van het poeltje woonden van waaruit ik ze had meegenomen. Deze kamerbewoners konden dus niet zonder gevaar zelfstandig rondlopen maar waren afhankelijk van de hoofdbewoner. De etensresten die de hoofdbewoner morst zijn waarschijnlijk het voedsel voor de medebewoners. Wanneer de heremiet tussen de bealgde stenen doorkruipt kan de medebewoner natuurlijk ook mee-eten van de bealgde stenen. Het is een heel grappig gezicht dit lopend flatgebouw. Na verloop van tijd zullen deze jonge exemplaren toch op zoek moeten gaan naar een eigen huisje. Ik moest dus op zoek naar kleine slakkenhuisjes.

Het is moeilijk te zien, maar op deze schelp wonen in twee kleine spleten nog twee jonge onderhuurders. Jonge heremietkreeftjes van een paar millimeter groot. Mijn vangst uit een poeltje van het eiland La Gomera.

De vangst, 5 stuks, in mijn aquarium.

 

Noordzee.

In de beginjaren zeventig nam een kennis me mee naar de Hondsbosse zeewering in Noord Holland. Deze kennis wilde een zeeaquarium gaan opstarten en bevolken met eigen vangsten uit de Noordzee. Toe zag ik voor het eerst een slak die kon lopen. Natuurlijk werd ik uit die droom geholpen want slakken kruipen en lopen niet. Het was de eerste heremietkreeft die ik mocht aanschouwen. Het bleek de zogenaamde kleine heremietkreeft te zijn. Deze heremiet werd mee genomen naar het aquarium van mijn kennis. Ik kwam regelmatig langs om naar onder andere die vangst te kijken. Toen werd ik gegrepen door het ‘zeeaquariumvirus”. Ik begon zelf een zeeaquarium op te starten en ging op jacht langs de Nederlandse kusten. In die tijd kon dat nog, er was veel te zien en te vinden. Helaas kom ik nog wel eens op mijn eerste vangplaatsen om eens rond te kijken maar helaas, er is tegenwoordig maar weinig meer te zien. In die tijd kwam ik zoals gememoreerd, bij de Hondsbosse zeewering nog wel eens de kleine heremietkreeft (11 mm) tegen. De linker schaar van deze soort is veel groter dan de rechter. Bij de gewone heremietkreeft is dat net andersom. Daarnaast is de kleine heremietkreeft grauw grijs van kleur. De Grote gewone heremiet heeft oranjerode poten. De kleine heremietkreeft is een soort die af en toe bij ons voor de kust voorkomt als de temperatuur van het zeewater wat hoger is.

Kleine heremietkreeft: Diogenes pugilator heeft een rugschild van ongeveer 11 mm en een lichaamslengte tot 25 mm.
Volwassen dieren leven voornamelijk in kleinere schelpen van tepelhorens, trapgevels, wenteltrapjes en alikruiken.
Bij deze soort is kenmerkend dat de linkerschaar het grootst is en blauwachtig gekleurd. Het heeft behaarde voelsprieten en leeft ondiep in voornamelijk getijdenpoelen, bij voorkeur langs zandstranden. Het verspreidingsgebied is meer zuidelijk. Heeft voorkeur voor wat warmer water. Was vóór 1991 nog erg schaars in Nederland.

Kleine Heremietkreeft (Foto: Wikipedia)

Gewone Heremietkreeft - Pagurus bernhardus Foto: Ecomare

De gewone heremietkreeft is een groter exemplaar met een rugschild tot ¾ cm en een lichaamslengte tot ruim 10 cm. Deze soort leeft vooral in de schelpen van de Wulk en de Noordhoren. De rechter schaar is  het grootst, roodbruin met wit.
Dit dier heeft kale voelsprieten en leeft, tot ca 140 m diep, bij voorkeur in een omgeving met harde bodems. Het heeft een tamelijk groot verspreidingsgebied,.
In Europa van Midden-Noorwegen (en IJsland ) t/m Portugal en de Middellandse Zee en aan de andere kant van het ”grote water” langs de oostkust van de Verenigde Staten en Canada.

Gewone heremietkreeft is de Nederlandse benaming voor de grote Heremietkreeft die meestal in een wulkschelp leeft als volwassen dier. Ik heb ze beiden verzorgd in mijn (gekoeld) koudwater aquarium. De grote heremiet is een krachtpatser die zelfs grotere stenen omverduwt en ook roofzuchtige neigingen vertoonde

De Heremietkreeften uit de Noordzee zijn , of ik moet eigenlijk zeggen waren, vaak te vinden langs de kust tussen de stenen bij dijken en na stormachtig weer ook op het strand.

Een uitzondering die toch even genoemd moet worden is Pagurus prideauxi. Deze heremietkreeft leeft in symbiose met een anemoon zoals dat wel vaker voorkomt bij tropische soorten.

Tot zover de koudwater heremietkreeften.

Middellandse zee.

Tijdens een van mijn vakanties in Zuid Frankrijk aan de Middellandse zee zag ik ook wandelende slakken. Hele poeltjes vol jonge dieren met hier en daar een volwassen exemplaar. Ik begon toen met mijn Middellandse zeeaquarium. Weer zelf vangen. Dat was een hele bedoening. Tijdens mijn vakanties werd er van alles verzameld in emmers en potten. Op de laatste dag werd alles klaargezet. De volgende dag, onze terugreis dag om ‘s ochtends rond een uur of zes, werd er ingepakt. Snel nog water ververst en alle dieren in de koelboxen. Omdat we twee grenzen moesten passeren, die tijd was er nog grenscontrole, werd er zoveel mogelijk bagage op die koelboxen gelegd om gevaarlijke vragen aan de grens te voorkomen. De reis terug duurde ongeveer dertien uren en dat betekende dat we regelmatig een stop moesten inlassen om water te verversen. Dit gebeurde meestal op parkeerplaatsen. Het zal wel een vreemd gezicht geweest zijn om die waterwissel te zien.

De klein blijvende heremietkreeften uit o.a. de Middellandse zee met de naam Clibanaris erythropus leven in de slakkenhuisjes van de slakken die in dezelfde poeltjes leven. Het is dan ook moeilijk om onderscheid te maken tussen de slakken en de heremietkreeften als ze zich niet bewegen zoals ik al heb aangegeven eerder in dit artikel. Deze soort is prima te verzorgen zowel in een subtropisch aquarium als in een tropisch aquarium dat niet boven de 25 graden uitkomt en worden een paar jaar oud. Het blijken ook goede algen eters te zijn en eten verder met de pot mee.

Gaat u ook eens op vakantie naar de Middellandse Zee, kijk dan eens nauwkeurig in de kleine poeltjes. Daar ziet u vast en zeker regelmatig een heleboel kleine slakkenhuisjes liggen. Blijf kijken want dan ziet u dat deze schelpjes kunnen lopen. Pak er eens eentje op en bekijk hem eens goed. Waarschijnlijk ziet u niets. Het lijkt een lege schelp. Maar laat u niet bedotten. Na verloop van tijd zal de bewoner zich laten zien door zijn poten naar buiten te steken. Gebeurt dat, dan heeft u waarschijnlijk een Clibanaris erythropus in uw hand één van de meest voorkomende heremietkreeft van de Middellandse zee. (Wanneer u dit diertje terugzet in het water vergeet dan niet de lucht uit de schelp te laten ontsnappen) Die zijn herkenbaar aan de witte en rode streepjes op het laatste deel van de poten. De scharen zijn bijna even groot en ze hebben rode tasters. Ze zijn goed te houden in een tropisch aquarium waarin de temperatuur niet boven de 25 graden komt. Zelfs bij hogere temperaturen zullen ze het wel uithouden maar dan vraagt u wel erg veel van het diertje. Geef hem in het aquarium een paar extra slakkenhuisjes liefst een maat groter met de opening aan dezelfde kant (dit in verband met de kromming van het achterlichaam) en wie weet kunt ook u zo'n verhuizing meemaken.

De Eupagurus anarchoretus, herkenbaar aan de bonte kleur vooral op de uiteinden van de poten, leeft solitair tussen de rotsen in de bovenste waterlaag van o.a. de Middellandse zee. Lengte ongeveer 1 cm. De Clibanarius erythropus uit de Middellandse zee, afmetingen 10-12 mm, is vaak in poeltjes te vinden en herkenbaar aan de rode oogstelen. Verder roodbruin of groenachtig van kleur met streepjes op de scharen en poten. Deze soorten zijn prima te houden in een gemengde bak evenals de kleinere tropische soorten, maar wees voorzichtig met grotere exemplaren.

Vangst vanuit een poeltje aan de Middenlandse zee in mijn opvangbakje.

Tropisch.

Toen ik toevallig in een winkel kwam die een aquariumafdeling bezat kwam ik in aanraking met het tropisch zeeaquarium.

En ook daar leven heremietkreeften in. Hier kom je de meest kleurrijke diertjes tegen voor zover je de kleuren kunt zien. De kleinere exemplaren geven geen problemen maar houd rekening met de grotere. Die kunnen de zorgvuldig opgebouwde koraalconstructies wel eens verbouwen. In mijn bakken had ik ook wel eens een probleem met doopvonten en slangsterren die beschadigd raakten door deze dieren. Wilt u ze in uw bak verzorgen, zorg dan voor gericht voeren van de grotere exemplaren. U kunt er dan jaren plezier van hebben. Wat de kleinere soorten betreft, die zijn onschadelijk wanneer ze voldoende voedsel ter beschikking hebben. In een schone bak moet ook gericht gevoerd worden. Eigenlijk zijn deze dieren niet geschikt voor overdreven schone en nieuw ingerichte bakken.

Er worden af en toe ook wel eens exemplaren te koop aangeboden met een spons als woning of een anemoon als medebewoner. De anemoon leeft op de schelp en zorgt voor bescherming van de heremiet. Die kan dan mee-eten wanneer de heremiet een maaltijd nuttigt. Zorg er in het aquarium dan ook voor dat die anemoon te eten krijgt. Heremietkreeften kunnen plankton uit het water filteren en kleine voedseldiertjes van de zandboden opnemen maar ook algen en aas wordt gegeten. In het aquarium voer ik ze met Mysis, grill en stukjes mossel. Het spreekt natuurlijk vanzelf dat u enkele gelijke of grotere bewoningen (met de juiste wenteling) moet aanbieden om ervoor te zorgen dat het dier kan groeien en/of de bewoning kan vernieuwen in geval van beschadiging of veroudering.

Er bestaan ook heremietkreeften die op het land leven in (slakken)huisjes die vanuit zee worden aangespoeld of, aan gebrek daaraan, zelfs in blikjes of op schelp gelijkende bouwsels die als woning gebruikt kunnen worden.

Ik heb eens een verkoper horen zeggen dat het huisje waarin de heremietkreeft woonde zou meegroeien. Dit geeft weer eens aan dat niet alle, voor een autoriteit aangezien wordende personen, (of die daarvoor willen doorgaan, zoals bijvoorbeeld mensen met een titel, mensen die lezingen houden of boekjes schrijven zonder praktijkervaring) weten waarover ze het hebben. Ze slaan nog wel eens de plank mis is mijn ervaring. Boekenwijsheid is geen praktijkervaring. Ik heb in mijn bijna vijftig aquariumjaren al zoveel onzin gehoord van die mensen dat ik nu zeer kritisch ben geworden en mijn kennis opdoe van ervaren liefhebbers en/of ervaren verkopers.

 Ik wil u dan ook met klem aanraden, wees altijd goed voorbereid met betrekking tot uw aankoop en zorg ervoor dat u alle benodigde info ter uwer beschikking hebt van ervaren zeeaquarianen. Niet iedereen kan alles weten maar helaas doen veel mensen wel alsof. U gaat wel met een levend dier om en heb daar respect voor.

Ik wens u veel plezier met het verzorgen van het zeeaquarium.

Heremiet  met anemoon. 

Heremietkreeften in mijn aquarium zijn prima met anemonen te houden zoals u hier in mijn bak ziet. Na een korte verkenning door de heremietkreeft vervolgt het zijn/haar eigen weg.

Deze soort leeft al jaren in mijn aquarium en vindt zijn/haar eigen kostje. Prima houdbaar.

Blauwpoot en Midd.zee heremiet

 

Deze Heremietjes uit de Midd.zee leven al meer dan een jaar in mijn aquarium.

Inloggen Registreren

Uw account aanmelden

Gebruikersnaam *
Paswoord *
Onthoud mij

Account aanmaken

Velden met een sterretje (*) zijn verplicht.
Naam *
Gebruikersnaam *
Paswoord *
Herhaal paswoord *
E-mail *
Herhaal e-mail *

Foto van de maand

Centropyge Foto Tanne Hoff

Een koppel Rainfordia opercularis in het kweekaquarium van De Jong Marinelife tijdens het bezoek van het ReefSecrets-team in april 2012

Foto: Patrick Scholberg