Portaalsite voor de échte zeeaquariaan

Zoeken op de site

Heremietkreeften van de families Diogenidae en Paguridae.

Systematiek: 

Orde: DECAPODA Tienpootkreeften

Infra orde: ANOMURA Pantserkreeften

Familie: Diogenidae Heremietkreeften

Geslachten: Aniculus , Calcinus , Cancellus , Dardanus , Paguristes , Petrochinus , Trizopagurus 

Familie: Paguridae Heremietkreeften

Geslachten: Pagurus , Manucomplanus , Paguritta , Spiropagurus , Catopagurus , Nematopagurus

 Algemeen: 

De familie Diogenidae kenmerken zich vooral doordat hun achterlijf (Abdomen) niet bestaat uit een chitinepantser zoals bij gewone kreeften. Hun achterlijf wordt beschermd door een kunstmatig pantser dat kan bestaan uit de schelp van een slak of zelfs een uitgehold stuk koraal.

Het achterlijf past zich aan, aan de vorm van het kunstmatige pantser, het volgt als het ware de windingen van het slakkenhuis. Aan de laatste achterlijfringen hebben zij sterk gereduceerde benen die in de schelp geklemd worden. Ook bevinden zich daar parallelle rijen borstelhaartje die verhinderen dat de schelp afschuift.

 

Calcinus elegans Foto: commons.wikimedia.org User:Haplochromis                                                                                                                  Paguristes cadenati Foto: Andreas Marz

Daarom is het ook onmogelijk om een heremietkreeft met geweld uit het slakkenhuis te verwijderen. Het koppootgedeelte zal altijd afbreken aan de vernauwing tussen kop en achterlijf.

Naarmate de kreeft groeit, zal ze dus ook van slakkenhuisje moeten verwisselen.

Dit gebeuren is in de harde wereld van eten of gegeten worden een riskante gebeurtenis. Het weke achterlijf van een heremietkreeft is voor een overgrote meerderheid van rovers een ware lekkernij. Daarom zoekt de kreeft eerst een geschikt huisje voor ze tot de verwisseling overgaat. Dit gebeurt vliegensvlug en verloopt meestal zonder kleerscheuren. Doch er kan al eens iets misgaan en dan is de kreeft er geweest. 

Vele Diogenidae zijn dagaktieve dieren. Zowel in de natuur als in het aquarium.

Oudere dieren leven meestal solitair. Jonge dieren van het geslacht Diogenes komen echter in het vlakke water van de kustgebieden in grote massa's voor. Ze dragen dan bijna allen dezelfde schelp, namelijk deze van de slakkensoort Bittium reticulatum.

Ze hebben twee schaarpoten waarvan een groter is dan de andere.

De soorten van de familie Diogenidae zijn alleseters van algen tot alles wat er op de zeebodem te vinden is. Ze zijn als het ware de vuilnismannen van het rif. 

Op dat zelfde rif hebben ze echter een massa vijanden.

Egel- en Kogelvissen zijn er verzot op. Hun aartsvijanden zijn echter de Octopussen die met hun sterke kaken in staat zijn de slakkenhuisjes waarin ze zich hebben genesteld te kraken.

Egelvis3.jpg

Foto : Edgar donkervliet, onderwater fotograaf (Egelvis)

Om zich tegen deze achtarmige rovers te beschermen dragen vele heremietkreeften een anemoon op hun schelp. Octopussen zijn als de dood voor de netelcapsules van anemonen.

Men kan hier dus van echte symbiose spreken. Beide dieren hebben voordeel bij deze samenleving. De heremietkreeft wordt beschermd door de anemoon en de anemoon die eigenlijk een sesiel dier is wordt door de heremiet meegedragen en pikt dus altijd een graantje mee wanneer de kreeft voedsel vindt. 

Beide dieren zijn zich daarvan bewust, want wanneer de heremietkreeft op zoek gaat naar een anemoon die hij op zijn rug wil meevoeren dan beklopt en streelt hij deze zonder dat de anemoon netelcapsules afschiet. De kreeft zet de anemoon dan zelf op zijn schelp. Dezelfde procedure wordt gevolgd wanneer de kreeft van slakkenhuisje wisselt. De anemoon wordt met andere woorden "verplant".

Heremietkreeften van de familie Diogenidae dragen hun grote schaar meestal aan de linkse kant. 

De meeste soorten Diogenidae komen vooral voor in de tropische en subtropische zeeën. 

Voor de familie Paguridae geldt eigenlijk hetzelfde verhaal als hierboven. Paguridae dragen hun grote schaar echter aan de rechter zijde.

Vele Paguridae soorten komen ook in de gematigde en koude zeeën voor, zoals de Noordelijke Atlantische Oceaan, de Noordzee en de Oostzee. De meeste soorten blijven ook kleiner dan Diogenidae, als komen er ook "reuzen " voor, namelijk Petrochirus diogenes uit het Caribische gebied die een carapaxlengte van 30 cm kan bereiken. 

Alle heremietkreeften beschermen hun weke achterlijf dus in een slakkenhuis of koraalstuk of dergelijke.

Een uitzondering wordt echter gevormd door een op het land levende Kokosnoot-heremietkreeft Birgus latro uit de familie Coenobitidae. Deze heremietkreeft heeft geen slakkenhuis of iets dergelijks nodig, daar zij zich met haar eigen pantser voldoende kan beschermen.

In het Aquarium. 

Heremietkreeften zijn eigenlijk onmisbaar voor het biologisch evenwicht in een uitgebalanceerd rifaquarium. Zoals we al opmerkten zijn het de reinigers van het rif. Datzelfde geldt ook in het aquarium. Heremietkreeften ruimen alle voedselresten en zelfs eventueel gestorven vissen die achter de aquariumdecoratie achterblijven op. Een niet te onderschatten voordeel voor de waterhuishouding. Heremietkreeften kunnen ook de algengroei binnen de perken houden. Sommige soorten eten zelfs Spirulina (Rode Flap). Dit kan U echter niet gedaan krijgen door een enkel exemplaar in de bak te houden, hiervoor moeten er wel meer in. Normaal een exemplaar voor 20 liter water. 

Wanneer ze niet te groot worden laten ze alle andere bewoners in het rifaquarium met rust. Grotere soorten durven zich wel eens vergrijpen aan kleine visjes of andere kleine kreeftachtigen. Grote Dardanus-soorten staan bekend als rovers in spe. Bij de kleine soorten is dit meer een uitzondering.

Wel moeten we steeds lege slakkenhuisjes in alle maten ter beschikking hebben in het aquarium, zodat ze te allen tijde van huisje kunnen wisselen naarmate ze groeien.

Wat hun voeding betreft: in een gezond goed funktionerend rifaquarium zal altijd genoeg organisch materiaal voorhanden zijn om hun voedselbehoefte te dekken. Ze hoeven dus niet gericht gevoederd te worden. Hebben we grotere heremietkreeften in ons bestand dan kunnen we ze bijvoederen met garnaalvlees, mosselvlees, regenwormen en zelfs voedertabletten en droogvoer. 

Bespreking van enkele soorten geschikt voor het rifaquarium.

 Aniculus aniculus

 Voorkomen : Centrale Indische en Stille Oceaan

Grootte: Carapaxlengte tot 10 cm.

Zeer roofzuchtige vleeseter met een utgebreid voedingspatroon: mosselen, stekelhuidigen en wormen en alle aquarium ersatzvoedsel.

Leeft op een grintbodem op het rifdak. Heeft krachtige scharen en grote looppoten.

Carapax olijfgroen met rode lijnen en punten. Oogstelen olijfgroen.

Is wegens haar vraatzucht niet direct voor het rifaquarium geschikt. Is echter in een vissenaquarium een goede aanwinst.

Calcinus soorten. (algemeen) 

De meeste soorten blijven klein. Normaliter bereikt de carapax slechts 1 tot 2 cm.

Alle soorten voeden zich vooral met algen en voedselresten.

Ze leven in de getijdenzone van de koraalriffen tot op 40 meter.

Kleur zeer variabel doch prachtig.

Alle soorten zijn waardevolle algenopruimers, die vooral korte groene algen eten.

Worden over het algemeen niet oud. De populaties zullen dus regelmatig moeten aangevuld worden. 

Calcinus californiensis : 

Golf van Californie tot Acapulco

Looppoten hevig oranje, scharen en oogstelen groenzwart met rode randen.

Carapaxlengte : 12 tot 19 m/m 

Calcinus elegans. 

Langs de Australische kusten

Krachtig blauw en zwarte banden, schaarpunten wit en antennes oranje, oogstelen en ogen blauw. 

Calcinus gaimardii 

Komt in de Indische Oceaan in twee kleurvormen voor.

Een vorm met donkerbruine scharen, oranje looppoten, helderoranje antennes en oogstelen en krachtig blauwe ogen.

Een tweede vorm heeft bruine langsstrepen op de oogstelen, roestbruine en oranje looppoten met witte dwarsbanden. Beide kleurvormen hebben een groenigwitte carapax. 

Calcinus latens: 

Meest voorkomende Australische heremietkreeft

Groen-rose oogstelen, ogen zwart met witte punten, antennes blauwwit uitlopend in oranje. Carapax vooraan groen en overgaand in groenwit. 

Calcinus laevimanus: 

Veel voorkomend in de Indische Oceaan en ook veel geïmporteerd. Is zeer gemakkelijk in het aquarium te houden.

Onderkant oogstelen blauw, bovenkant oranje. Ogen zwart en blauw, antennes oranje. Scharen donkerblauw met witte vlekken.

Schaarpoten lichtbruin met donkerbruine langsstrepen. Beweeglijke vinger van de schaar is wit. 

Calcinus minutus. 

Indische en Stille Oceaan

Leeft tussen de takken van Acropora en Pocillopora steenkoralen.

Carapax wit, looppoten oranje met zwarte punten, oogstelen wit met hel-oranje. 

Calcinus tibicen: 

Caribisch gebied. Uitermate geschikt voor het aquarium.

Scharen en looppoten oranje, rood, kastanjebruin of donkerroodbruin met kleine witte puntjes besprenkelt. Oogstelen en antennes oranje, antennes met witte punten. Zwarte ogen. 

Clibanarius corallinus: 

Stille Oceaan en Caraïben.

Carapax roodbruin met heldere langsstrepen.Scharen roodbruin met gele of witte vlekken. Oogstelen roodbruin tot oranje. 

Clibanarius taeniatus: 

Langs de kusten van Oostaustralie, echter zeer zelden op het Grote Barrièrerif.

Carapax, oogstelen, scharen en schaarpoten groenbruin met cremegele strepen.

Ogen wit. 

Clibanarius tricolor: 

Caribisch gebied.

Kan in grote aggregaties voorkomen op een zandige bodem. Schaarpoten blauw met rode of oranje dwarsbanden. Scharen zwart met oranje markeringen. Heeft zich als een excellente algeneter bewezen. Eet ook rode smeeralgen (Cyanobakterien). 

Dardanus guttatus: (Gespikkelde heremietkreeft) 

Indische Oceaan, Oost en Zuid Afrika tot Indonesië en Australië. Niet in de Rode Zee.

Duikt regelmatig in de handel op, is echter niet geschikt voor het rifaquarium door zijn roofzucht.

Carapaxlengte : 8 cm.

Voeding: eet allerlei voedselsoorten, Mosselen, wormen, algen en ersatzvoedsel.

Leeft vooral in huisjes met een smalle opening zoals deze van de Kegelslakken.

Carapax purperrood met vele koperkleurige tot witte vlekken, vooraan met grote donkergroene tot blauwe markeringen. Oogstelen purperroos met een smalle witte ring direct onder de zwarte ogen.

Beide antenneparen purperrood , looppoten en scharen purperrood met witte punten. 

Dardanus megistos (Rode heremietkreeft) 

Overal in de Indische en Stille Oceaan

Carapaxlengte : 10 cm, totale lengte tot 30 cm!!! Mannetjes groter dan de wijfjes.

Vleeseter en zeer roofzuchtig, eet vooral mosselen, wormen en visvlees.

Leeft van de getijdenzone tot op 100 meter diepte.

Bewoont verschillende soorten slakkenhuizen, vb. deze van de slakkenfamilies Strombus en Turbo. De grootste exemplaren betrekken huizen van de Tritonhorens Charonis tritonis.

Carapax, antennes, scharen en looppoten rood gekleurd met talrijke zwartgezoomde witte vlekken. Rode haren staan op de meeste witte vlekken

De oogstelen zijn roodoranje en de ogen groenzwart. 

Wordt regelmatig als jongdier ingevoerd en behoorde al van in het begin tot de regelmatig in het zeeaquarium verpleegde kreeftachtigen. Is echter wegens zijn uitermate roofzuchtige karakter niet voor het rifaquarium, noch voor het gezelschapsaquarium geschikt. In een gezelschaps- of speciaalaquarium met robuuste vissen en grote anemonen en grotere kreeftachtigen kan hij echter grote diensten bewijzen. Is als het ware niet kapot te krijgen! 

Dardanus pendunculatus: ( Anemoon - heremietkreeft) 

Indische en Stille Oceaan, van Oost- en Zuid-Afrika noordwaarts tot Japan en Korea en oostwaarts tot de Gezelschapseilanden en Hawaï.

Totale lengte 10 cm, doch meestal kleiner.

Voed zich met aas, kleine ongewervelden, mosselen en wormen en waarschijnlijk ook algen.

Leeft in het vlakwatergebied van het rifdak en tot een diepte van 40 meter op een zandgrond met keien en koraalblokken.

Het slakkenhuis is bijna kompleet met de anemoon Calliactis polypus uit de familie Hormatiidae begroeid. Dit samenleven geeft zowel de kreeft bescherming, dan dat de eigenlijk sesiele anemoon nu gratis vervoerd wordt en van het voedsel meeprofiteert.

In de Rode Zee komt de verwante Dardanus tinctor en op het Grote Barrièrerif Dardanus deformis voor. Beide soorten dragen ook anemonen op hun slakkenhuis de scharen van de drie laatste soorten zijn stekelig en dragen allen helgele borstelharen.

De oogstelen zijn rood en wit gestreept de ogen zijn groen.

De carapaxkleur kan bij de drie soorten verschillen. 

Paguristes cadenati (Wijnrode heremietkreeft) 

Caraiben, Florida en Bahamas.

Carapaxlengte : 2 cm.

Voed zich met algen en voeselresten.

Leeft alleen of in kleine aggregaties op het rif. De looppoten, de scharen en carapax zijn krachtig rood gekleurd, meestal met enkele witte puntjes her en der verspreidt. De oogstelen en antennes zijn feloranje en de ogen donkergroen.

Zeer goede algeneter en voedselrestverdelger in het koraalrifaquarium. Om een goede efficiëntie te bereiken moet men wel meerdere exemplaren in het aquarium voorhanden hebben. Andere medebewoners worden met rust gelaten.

De andere soorten Paguristes worden groter en zijn ook veel vraatzuchtiger.

Petrochirus diogenes (Amerikaanse Reuzenheremietkreeft) 

Caraïben en Westelijke Atlatische Oceaan .

Grootste caribische heremietkreeft die een carapaxlengte van 12 cm kan bereiken en een totale lengte van 25 cm kan halen.

Vooral vleeseter die echter ook kleine ongewervelden, mosselen en wormen eet. Eet ook voedertabletten.

Leeft op zandbodem en in zeegrasvelden in de nabijheid van het rif.de looppoten en de scharen zijn grijs tot roodgrijs en bezitten een oppervlakte structuur die aan overlappende schubben doen denken. De scharen zijn groot en krachtig.De ogen groen of blauwgroen.Rode en witte ringen kenmerken de antennes.

Woont in grote slakkenhuizen van de soort Strombus gigas.

Wordt af en toe ingevoerd als jongdier.

Men moet zich realiseren dat ze zeer groot worden en dan ook een meer roofzuchtig gedrag gaan vertonen. Niet geschikt voor het gewone gezelschapsaquarium.

Trizopargurus strigatus ( Gestreepte heremietkreeft) 

Wijd verbreidt in het Indo-Pacifisch gebied aansluitend de Rode Zee.

Carapaxlengte 6 cm

Voed zich met een veelheid aan voedselbronnen, zoals aas, voedselresten, mosselen en wormen. Waarschijnlijk ook algen.

Leeft onder koraalblokken op het rifdak. Volwassen exemplaren gebruiken de slakkenhuisjes van kegelslakken. Jongen bewonen de slakkenhuisjes van slakken van de families Murex en Mitra.

De carapax is wit, vlak en breed. De oogstelen zijn rood, de ogen oranje. Beide antennes zijn rood. De schaarpoten zijn opvallend oranje en rood geringd. De schaarvinger oranje met zwarte spits. Het gehele lichaam is sterk afgeplat.

Rudi Jennes.

 

 

 

Zakpijpen

Klik op de onderstaande tekst om het artikel te downloaden

Zakpijpen

Inloggen Registreren

Uw account aanmelden

Gebruikersnaam *
Paswoord *
Onthoud mij

Account aanmaken

Velden met een sterretje (*) zijn verplicht.
Naam *
Gebruikersnaam *
Paswoord *
Herhaal paswoord *
E-mail *
Herhaal e-mail *

Foto van de maand

Centropyge Foto Tanne Hoff

Een koppel Rainfordia opercularis in het kweekaquarium van De Jong Marinelife tijdens het bezoek van het ReefSecrets-team in april 2012

Foto: Patrick Scholberg