Portaalsite voor de échte zeeaquariaan

Zoeken op de site

Succesvol houden van vlezige steenkoralen

Inleiding

Omdat elk soort koraal in de natuur op andere plaatsen voorkomt, zijn ze allemaal aangepast aan bepaalde omstandigheden als aanvoer van voeding, licht en stroming. Elke soort heeft zo een andere voorkeur. Toch proberen wij alle koralen in een aquarium samen te houden. Natuurlijk hebben we in het aquarium ook plaatsen waar de stroming en licht omstandigheden van elkaar verschillen. Maar wat betreft voeding kunnen we onze aquaria maar moeilijk vergelijken met de natuur. Omdat dit voor veel koralen toch iets belangrijks is, en we niet alleen kleinpoliepige willen houden, heb ik geprobeerd mijn ervaring op dit onderdeel op papier te zetten.

cynarina sp._1.JPG

 

Alveopora sp.(links), Euphyllia sp.(rechts), Cynarina lacrymalis (boven) in het aquarium van de auteur.

Voeding

Het succesvol houden van een koraal in gevangenschap valt of staat met de manier waarop een koraal aan zijn energie komt. Energie kan worden verkregen door fotosynthese, waarvoor licht nodig is. Een andere manier om aan energie te komen is via voedselopname. En hiervan bevind zich in de tropische oceanen meer dan genoeg.

Sommige soorten koralen leven vrijwel uitsluitend van licht waarvan we ze in onze aquaria prima kunnen voorzien met de tegenwoordig aangeboden HQI en t5 verlichting. Andere soorten komen op dieper gelegen riffen voor, waar er minder zonlicht doorbreekt. De soorten die dieper voorkomen zijn vaak meer afhankelijk van plankton. Andere koralen missen de zoöxanthellen en kunnen dus niet leven van licht. Deze soorten zijn volledig afhankelijk van voeding die zij met hun poliepen pakken, en van de voeding die zij rechtsreeks uit het water kunnen opnemen. Een voorbeeld van een dergelijk soort is het aardbeikoraal, Tubastrea sp. welke niet zonder directe voeding kan overleven.

Zoals hierboven al deels geschreven krijgen koralen in de natuur continu aanvoer van phytoplankton (plantaardig) en zoöplankton (dierlijk) en regelmatig ook ontlasting van vissen en andere dieren. Hoewel alle koralen directe voeding kunnen opnemen, hebben ze allemaal een andere voorkeur. Zo zal een grootpoliepig steenkoraal (lps) als Plerogyra sinuosa met zijn grote tentakels wel eens een klein visje of garnaaltje kunnen vangen. Een kleinpoliepig steenkoraal (sps) heeft zodanig kleine poliepen, dat deze eerder klein plankton zal vangen.

In het aquarium komen de voedingsstoffen vooral in de vorm van visvoer het aquarium binnen. De meeste aquarianen doen wat droog- of diepvriesvoer in een bekertje met wat aquariumwater om het voer te laten zinken en ontdooien, gieten dit vervolgens meestal, met de stroming gewoon aan, in de bak. Een deel hiervan valt natuurlijk, in onze vaak flink bezette bakken, op de koralen welke dit consumeren, indien de poliep het voerdeeltje aankan. Directe voeding dus. Het deel dat door de vissen wordt opgegeten, wordt voor de energieproductie van de vis gebruikt. Maar de ontlasting van vissen bevat waarschijnlijk voor een koraal nog genoeg nuttige voedingsstoffen, want komt dit op de koralen, dan zullen deze de vaste delen proberen naar binnen te werken. De vloeibare ontlasting van vissen (o.a. ammonium) kan door koralen direct opgenomen worden. Het deel dat niet door koralen en vissen wordt gevangen, komt op de bodem terecht of in het filter. De afbraak hiervan gebeurt door bacteriën en microleven als kleine kreeftachtigen, die we vaak vooral ‘s nachts over het steen zien lopen. Deze zijn ook voedsel voor zowel de vissen als de koralen. Zo worden onze koralen op diverse manieren gevoed.

In een aquarium waarin de waardes van nitraat en fosfaat met gemak onder controle worden gehouden, kunnen we eventueel wat extra gaan voeren. Meer kunnen voeren is voor veel aquarianen een reden het visbestand te mogen uitbreiden. Het gevolg van meer vissen en bijbehorende voeding is meer ontlasting, voedingstoffen (opgelost in het water) en bacterie- en microleven voor koralen. Vooral de vlezige steenkoralen hebben dan ook moeite te overleven in extreem voedingsarme aquaria, waarin zij de aanvoer van dit soort voeding missen.

Enkele vlezige grootpoliepige steenkoralen: Lobophyllia, Symphyllia, Trachyphyllia, Cynarina, Scolymia, Platygyra, Favia, Favites, Catalaphyllia, Caulastrea, Plerogyra, Blastomussa, Acanthastrea, Montastrea, Euphyllia, Fungia, Heliofungia*.

* = Heliofungia actiniformis blijkt in de praktijk erg moeilijk houdbaar. Ook met gerichte voeding wordt er nog weinig succes behaald. Mogelijk is gewenning aan aquarium omstandigheden en transportschade het probleem.

Ondanks dat veel van de bovenstaande soorten het prima doen zonder extra aandacht, kan men meestal de gezondheid van het dier en de groeisnelheid verbeteren, door het dier gericht te voederen. Beschadigde dieren herstellen beter en sneller met directe voeding. Ook in de extreme voedingsarme aquaria is directe voeding de uitkomst om deze dieren toch succesvol te kunnen houden. Het gebrek aan plankton dat in de natuur wordt aangenomen kan zo door ons worden gecompenseerd. Vooral bij soorten als: Lobophyllia, Symphyllia, Trachyphyllia, Cynarina en Scolymia blijkt in de praktijk, dat dieren die geregeld gevoerd worden het veel beter doen.

Omdat dieren tijdens de lichtperiode niet graag open zullen gaan staan i.v.m. eventuele dreiging van natuurlijke vijanden, is het voor deze koralen ideaal, als er in de nacht wordt gevoerd. Helaas is dit voor ons verzorgers meestal minder praktisch. Gelukkig kunnen we de koralen overdag “wakker” maken. Dit kan men doen, door en klein beetje voer op het koraal te leggen of spuiten, liefst enkele keren na elkaar. Hierna zal een gezond dier, dat niet wordt belaagd door zijn natuurlijke vijanden, ook tijdens de lichtperiode volledig open gaan staan, om daarna gemakkelijk gevoerd te worden. Na gewenning aan het voer zullen dieren steeds vaker ook tijdens de lichtperiode bij het “ruiken” van het voer de voertentakels snel laten zien en zo prima voer aannemen.

 

Caulastrea furcata Foto: Germain Leys

Voersoorten

Omdat we ons concentreren op soorten met grote poliepen, die dus redelijk grof voer aan kunnen nemen, hoeft ook het voer niet al te fijn te zijn. Toch heb ik er enkele bijgezet, omdat dit met de pipet erg gemakkelijk te voeren is.

Voersoort:

Enkele voor- en nadelen:

Rode plankton

Voordelen: Kan gebruikt worden voor kleinpoliepig koraal en het is een natuurlijk voer.

Nadeel: Deels positief drijfvermogen en kan dus meer via overloop naar afschuimer verdwijnen.

Cyclops

Voordelen: Kan gebruikt worden voor kleinpoliepig koraal, en zinkt sneller dan rode plankton.

Kreefteneieren

Voordelen: Ook geschikt voor kleinpoliepig koraal, neutraal drijfvermogen, voedselrijk.

Artemia

Voordeel: Goed verkrijgbaar, en kan gemakkelijk gevoerd worden met pipet.

Mysis/krill

Nadeel: Vaak te grof voor een pipet.

Droogvoer

Voordelen: Voedselrijk, goedkoop, na het wellen blijft het meestal perfect liggen op het koraal, zowel granulaat als vlokvoer is bruikbaar.

Persoonlijk geef ik bij gerichte voedering de voorkeur aan: kreefteneieren, artemia en droogvoer i.v.m. de goede “voerbaarheid” met een pipet.

Mogelijke problemen

Grote dieren van soorten als Plerogyra en Cynarina kunnen nog grover voer aan; stukjes mossel of vis worden perfect aangenomen. Maar pas op dat het niet te grof wordt, want dan zal het koraal het voer niet snel genoeg kunnen verteren. Dit heeft het gevolg dat, indien het voer begint te bederven, het voer weer wordt losgelaten.

 

oktober__3_.JPG

Plerogyra sinuosa Foto: Bas Arentz

Garnalen, slangsterren en vissen kunnen erg lastig zijn, doordat deze het voer weer uit de koralen trekken, voordat die het binnen hebben. Aan te bevelen is het om pas veel te voeren als de dieren mooi open staan en de tentakels maximaal uit staan. Het voer wordt dan het best aangepakt en direct naar binnen gewerkt. Zijn de ongewervelde en/of vissen nog te lastig en moet een bepaald koraal echt extra voeding krijgen, dan kan altijd tijdelijk een klein waterdoorlatend kooitje worden gemaakt, zodat er moeilijk voer wordt gestolen.

Grootpoliepige steenkoralen als Alveopora en Goniopora zijn uitzonderingen op dit artikel, de poliepen van deze soorten zijn niet instaat grove voersoorten aan te nemen. Voor zover ik weet, is over deze soorten ook nog niet goed duidelijk of deze wel kleiner voer als plankton aannemen of uitsluitend afhankelijk zijn van de zooxanthellen.

 

alveopora_sp..JPG

Alveopora sp. Foto: Bas Arentz

Stroming

Bij de plaatsing van grootpoliepig steenkoraal is stroming ook een belangrijk punt om bij stil te staan. Stroming mag nooit zo sterk zijn, dat het weefsel van het koraal zich kan beschadigen aan het vaak scherpe skelet. Ook zorgt dit dat voeding moeilijk op het koraal blijft liggen en vastgehouden wordt. Een opwaartse stroming kan ervoor zorgen, dat er minder detritus terecht komt op het koraal en zo het koraal van voeding voorziet. Een neerwaartse zwakke stroming zou zo dus eigenlijk wel eens nuttig zijn.

Licht

Voor de meeste door ons gehouden koralen is zonder twijfel fotosynthese de belangrijkste energiebron. De plaatsbepaling in de bak vereist dus extra aandacht, omdat, zeker bij HQI, de lichtsterktes in het aquarium overal anders zijn. Voor grootpoliepig steenkoraal is de hoeveelheid licht ook wel belangrijk, maar het hoeft niet zoveel te zijn als bijvoorbeeld een Acropora verlangt. Daarom krijgen deze in onze aquaria meestal de minder fel belichte plekken nabij de bodem. Omdat deze soorten in de natuur ook dieper voorkomen, waar er minder licht doordringt, hebben we voor de meeste soorten genoeg aan 4 rijen tl of een 70 watt hqi boven een niet te hoge en diepe bak. Maar houdt er rekening mee, dat ze met minder licht meer afhankelijk van voeding worden, om in de energiebehoefte te kunnen voorzien. Meer licht is bijna altijd beter. Je kunt vlezige steenkoralen meestal zonder problemen midden onder een HQI armatuur plaatsen, ze zullen niet zo snel “verbranden”als een klein poliepig steenkoraal. Toch moet je ook met deze koralen enige voorzichtigheid hebben. Het meer dan normaal openstaan (opgeblazen) van een koraal kan plaatsvinden bij een gebrek aan licht om zo meer licht te kunnen vangen. Vaak worden deze koralen ook bruiner van kleur dat te danken is aan de grote hoeveelheid zooxanthellen.

Waterkwaliteit

Qua waterkwaliteit is de ene groep koralen toleranter dan de andere. De grootpoliepige steenkoralen zou je kunnen plaatsen tussen de groepen lederkoralen en de kleinpoliepige steenkoralen. Zeker bij steenkoralen, maar eigenlijk in alle rifaquaria, moeten we streven naar een stabiel milieu. Liever een stabiele nitraatwaarde van 10 mg/l, dan een waarde van 0 tot 5 mg/l die telkens wisselt. Verder wil ik hier niet op in gaan, omdat deze koralen geen specifieke wensen hebben en over waterkwaliteit genoeg geschreven zal worden in andere artikelen.

Visbezetting

Veel vissoorten staan bekend als niet “reefsave” en kunnen dus koralen op hun menu hebben staan. Waar o.a. koraalvlinders er om bekend staan een voorkeur voor sps te hebben, zijn er o.a. de grotere keizervissen welke enorme schade kunnen aanrichten aan lps in onze aquaria. Dit mede doordat de meeste van deze vissen, vergeleken met hun natuurlijke situatie, bij ons sterk ondervoed leven. De keuze voor een vis dan maar gedeeltelijk op koralen over te gaan is dan natuurlijk snel gemaakt en kan hem moeilijk kwalijk worden genomen. Daarom moet de visbezetting in combinatie met de koraalkeuze weloverwogen worden gemaakt. Voor risicovolle combinaties tussen koralen en vijanden kan het dus helpen de vissen veel te voeren.

Netelen

Een typische eigenschap van alle lps is het netelen met lange vechttentakels. Met tentakels tot ongeveer 20 cm lengte worden (in de stromingsrichting) soms anderen koralen meedogenloos afgeslacht. Weer iets om bij de plaatsing rekening mee te houden!

Enkele soorten koralen, die vaak erg lange neteldraden/vechttentakels laten zien: Euphyllia, Favia, Favites, Goniastrea, Platygyra, Acanthastrea, Caulastrea, Galaxea, Hydnophora en Merulina. Ongetwijfeld zijn er veel meer, maar deze zijn mij in het verleden bijgebleven als soorten met extra agressiviteit.  

 

Giftige Korstanemonen 2

Giftige korstanemonen (Protopalythoa)

Rien van Zwienen

Binnen onze vereniging zijn er verschillende aquarianen die door het doorgeven van stekken heel mooie kolonies korstanemonen hebben gekregen. Deze stekken waren heel populair. Het spul is eenvoudig te stekken door er een steentje naast te leggen, het groeit welig, ziet er mooi uit, is een goede tapijtvormer (ook over achterwand). Niets mis mee zou je zo zeggen.

korstanemoon.jpg

Protopalythoa

Tot het moment aanbreekt dat het tegen andere koralen aangroeit of op plaatsen komt waar je het niet wilt hebben. De soort die binnen de vereniging circuleert, netelt namelijk erg sterk, veel leders en steenkoralen worden dood geneteld. Als je probeert de poliepen te verwijderen door bv. te borstelen, komen er blijkbaar zoveel netelstoffen vrij, dat alle dieren in het aquarium hun tentakels intrekken. Wij weten van een aquariaan die door deze schoonmaakwerkzaamheden bijna alle steenkoralen verloren heeft. Er zijn ook gevallen bekend van aquarianen die zelf geïrriteerde armen, handen krijgt tijdens deze werkzaamheden.

Het is te begrijpen dat men nu op zoek is naar een methode om van deze korstanemonen af te komen.Tijdens een bezoek aan een aquariumwinkel in Spakenburg hebben we het probleem eens voorgelegd en gevraagd of hij raad weet. Eerst moesten we weten wat voor dier het is en zijn daarom later teruggegaan met een stuk steen, bedekt met deze korstanemonen. Zodoende konden we pogen een determinatie te doen en eventueel wat middeltjes uitproberen.
Met Fossa en Nilsen bij de hand kwamen toch wel snel tot de conclusie dat het om de Protopalythoa (of Zoanthus) gaat. Nilsen  (Fossa en Nilsen, 1995) geeft hier ook aan dat een verwante korstanemoon, de soort Palythoa, een zeer sterk gif bevat. Namelijk het gif Palytoxin. Samen met Tetanus en Botulinum is Palytoxin een van de sterkste natuurlijke giffen. Deze informatie komt aardig overeen met wat wij ervaren met deze korstanemonen.

Dus thuis nog even gegoogled om te kijken of er op Internet nog wat informatie te vinden. En jawel, er zijn verschillende meldingen en publicaties over dit gif en deze korstanemonen. Julian Sprung waarschuwt in een artikel over korstanemonen (Zoanthidae)  voor de giftigheid en het sterk netelende karakter van de Zoanthidae. Ook hij noemt de stof Palytoxin (Mebs,1989) als een van de sterkste natuurlijke giffen. Men schat dat een hoeveelheid van 5 microgram al dodelijk is voor een mens. Hij schrijft hier ook over een aquariaan die zijn met Protopalythoa bedekte stenen met heet water schoon maakte. Deze man is nadien met ernstige ademhaling problemen in het ziekenhuis opgenomen. Men vermoedde dat hij kleine druppeltjes water met Palytoxin binnen gekregen heeft. Een bijzonder droef verhaal staat op”Reefcentral.com”.  Op dit forum verteld een man dat hij wat stekken met Zoanthidae in een emmer geplaatst had om op een veiling te gaan ruilen of verkopen. Toen hij even weg was om wat elastiekjes te halen heeft zijn hond uit de emmer gedronken. De hond is ziek geworden en binnen 24 uur overleden.

Ook Daniel Knop refereert aan een paar slechte ervaringen van aquarianen. Door de sterke groei van de korstanemonen wil men op een gegeven moment wat stenen schoonmaken en dan komen er heel giftige stoffen vrij. Ook hij noemt het gif Palytoxin. Beide auteurs raden aan na het werken met korstanemonen de handen zeer goed te wassen en oppassen met wondjes aan de handen of armen. Eric Borneman waarschuwt in “Aquarium.net” ook voor de gevaren van de Zoanthidae.

Wat zijn nu de methoden om van deze korstanemonen af te komen? We hebben met het stuk steen, dat we voor de determinatie meegenomen hadden, een middel geprobeerd dat heel goed werkt bij glasanemonen (Joey’s Juice). Helaas had dit geen enkel effect op deze korstanemonen.

Julian Sprung vermeld dat de slak Heliacus spp. deze Zoanthidae eet.

Heliacusspp..jpg

                             Heliacus Spp.

Deze slakken zijn volgens hem een zegen voor degenen die van de Zoanthidae af willen komen en een plaag als je ze wil laten groeien.

Verder is bekend dat de slak Stomatella varia,
Zoanthidae eet.

stormatella.jpg

                 Stomatella varia

 

Deze slak komt soms mee met levend steen of stukken steen met Zoanthidae. Het is niet zeker dat deze slakken houdbaar zijn in een aquarium.

 

Wat mij toch wel verbaast is dat al deze schrijvers de Zoanthidae als perfecte dieren voor beginners aanbevelen. Enige voorzichtigheid en waarschuwing lijken mij zeker op zijn plaats.

De giftigheid van de Zoanthidae in aquaria is niet wetenschappelijk bewezen en nog wat anekdotisch van aard. Er wordt beweerd dat de Zoanthidae in aquaria geen Palytoxin zouden kunnen aanmaken. Maar het zou best kunnen dat met de sterk verbeterde aquarium technieken van tegenwoordig  het Palytoxin wel degelijk in aquaria aangemaakt kan worden.

Onze ervaringen wijzen in ieder geval wel in die richting.

Men is gewaarschuwd.

Referenties:

Fossa en Nilsen,1995, Korallenriff-Aquarium deel 4, 259-269

Mebs, D. (1989). Gifte im Riff. Wissenschaftliche Verlagsgesellschaft mbH, Stuttgart, Germany.
http://www.advancedaquarist.com/issues/feb2003/invert.htm

http://www.knop.de/d/magazin/krustenanemonen.htm

http://www.reefs.org/library/aquarium_net/0198/0198_1.html

http://reefcentral.com/forums/showthread.php?s=&threadid=158663

Rien van Zwienen, Secretaris Cerianthus

 

 

Giftige korstanemonen

Giftige korstanemonen

In eerdere nummers van Cerianthus  (nr. 2005/5 en 10) hebben we al geschreven en gewaarschuwd voor bepaalde soorten korstanemonen.
Het gaat hierbij vooral om de Palythoa’s. Deze bevatten het gif Palytoxin, een van de sterkste giffen die in de natuur voorkomen, sterker dan het gif van de Cobra slang.
Fred ten Hove heeft naar aanleiding van onze ervaringen een stukje op het zeewaterforum geschreven en heeft daar heel veel reacties op gehad.

Er blijken diverse aquarianen te zijn die soortgelijke ervaringen hebben met  Palythoa’s. Er zijn zelfs mensen die in het ziekenhuis zijn opgenomen.

Op het Forum is door de NBBZ beloofd hier in het Zeeaquarium ook aandacht aan te besteden, maar tot heden (15-1-2006) is hiervan nog niets gebleken.

Op de laatste ledenavond kreeg ik een kopie van een artikel uit het laatste nummer van “Der Meerwasser Aquarianer”. Hierin wordt ook geschreven over de gevaren van bepaalde soorten korstanemonen. Het blijkt dat dit blad ook al in 2001 over dit gevaar geschreven heeft.

Op de Duitse TV (Sat1) is hier ook aandacht aan besteed. Een van de zaken die daarbij opvielen is het feit dat de vakhandel totaal geen aandacht heeft voor deze zaak. De Palytoa’s worden nog steeds aanbevolen als perfect materiaal voor de beginnende aquariaan, zonder de mogelijke gevaren te vertellen. Onbegrijpelijk, men verkoopt toch ook geen schorpioenvis zonder te vertellen dat hij giftig is!!.

In Duitsland zijn ook een aantal mensen in het ziekenhuis opgenomen nadat zij stenen met Palythoa schoongemaakt hadden. In het ziekenhuis heeft men het gif Palytoxin in het bloed van deze mensen kunnen aantonen.

Nu zijn zeker niet alle kostanemonen giftig, gelukkig niet. Maar een aantal soorten wel. Helaas is de naamgeving van de korstanemonen erg moeilijk en niet volledig. Volgens Fossa en Nilsen (Korallenriff-aquarium deel 4, blz 258 en 261) zijn er drie groeivormen waaraan men de verschillende typen kan herkennen.

korstanemoon.jpg

Er zijn drie groeivormen bij korstanemonen (Zoanthidae):

A - solitaire groei zonder verbindingen tussen de volgroeide poliepen
B - open kolonie met verbindingen tussen de poliepen door een kruipend groeiend coenenchym
C - massieve kolonie, waarbij de poliepen in een gemeenschappelijk coenenchym kompleet ingebouwd zijn.

Benoemingstabel voor de Familie Zoanthidae (korstanemonen)
 
  1. Losse poliepen op de zandbodem-----------------------Sphenopus

        Kolonie vorm A,B of C---------------------------------------------2

 
  1. Met ingebouwde zanddeeltjes in coenenchym-------------------3

        Zonder zanddeeltjes in coenenchym-------------------------------4

 
  1. Kolonie vorm C---------------------------------------------Palythoa

        Kolonie vorm A of B---------------------------------Protopalythoa

 
  1. Polypen rechtopstaand, overdag uitstaand--------------Zoanthus

        Polypen liggend, niet overdag uitstaand----------------- Isaurus

Hieruit blijkt dat de Palythoa in groeivorm C voorkomt.

Nu lijken de korstanemonen waar wij problemen mee hebben meer op groei vorm B en dit zouden dan Protopalythoa’s zijn. In het betreffende nummer van “Der Meerwasser Aquarianer” wordt gemeld dat ook de Protopalythoa’s het gif Palytoxin bevatten. Nu komt het gif gelukkig niet spontaan uit deze Palytoa’s. Met wat we nu weten moet je ze beschadigen, kapot maken om het gif vrij te laten komen. De gif concentratie is ook variabel, het schijnt dat de hoogste concentratie gemeten wordt als de korstanemonen eieren produceren. Beschadig je de Palytoa’s in het aquarium dan kan je soms een reactie zien aan de (steen)koralen in je aquarium: ze zullen hun poliepen intrekken, soms ook permanent en gaan dan dood.

Het grootste gevaar is er als je de steen met Palytoa’s uit het aquarium haalt en dan gaat schoonmaken.

Bij het schoonmaken worden altijd heel kleine waterdruppels gevormd en vormen een aërosol. Dit is een stabiel waterdruppeltje dat in de lucht blijft zweven, denk maar aan de nevel in de badkamer als je douchet. Het gif Palytoxin zit in deze aërosol en die zal je inademen als je aan het schoonmaken bent.

Het resultaat is dat je ademhalingsproblemen krijgt, je gaat hoesten, kuchen en krijgt koorts (soms hoge koorts). De symptomen lijken een beetje op een stevige griep.

Wees dus gewaarschuwd als je stenen uit het aquarium gaat schoonmaken en als je snel hierna ziek wordt, denk dan aan een mogelijke Palytoxin vergiftiging en zeg dat ook tegen de artsen als je die consulteert.

Het vervelende is wel dat zover wij nu weten er geen tegengif bekend is.

Dus, een gewaarschuwd mens telt voor twee.

Rien van Zwienen, Secretaris Cerianthus. 

Plerogyra sinuosa (Dana, 1846) Blaasjeskoraal

Blaasjeskoraal komt voor in de Rode Zee, van Oost Afrika en Madagaskar tot de Marshall eilanden tot bij Samoa. Ze komen in de natuur meestal voor op plaatsen met een enigszins troebel water en een matige stroming.

Systematiek:

Orde:  SCLERACTINIA  (MADREPORARIA) Steenkoralen.

Familie: Caryophylliidae                  

Geslachten : -         Plerogyra     

                                      Physogyra

                                      Eusmilia

                                      Euphyllia

                                      Catalaphyllia                              

                                      Nemenzophyllia

Van Plerogyra zijn minstens twee soorten bekend namelijk Plerogyra sinuosa en P. simplex.

Voorkomen en Kenmerken:

 
Plerogyra sinuosa "Green". Foto: Reef Corner

Blaasjeskoraal komt voor in de Rode Zee, van Oost Afrika en Madagaskar tot de Marshall eilanden tot bij Samoa.

Ze komen in de natuur meestal op plaatsen voor met enigszins troebel water, een matige stroming en gedempt licht.

De tentakels van dit koraal bestaan zoals de naam al doet vermoeden uit druifvormig gladde blazen met sterk netelende nematocysten.

In de vrije natuur komen ze voor in kolonies van wel een meter doorsnede. De structuur van deze kolonies is meestal flabello-meandrisch wat zoveel wil zeggen dat de septen (tussenschotten) van het kalkskelet wolkvormige meanders vormen, ongeveer zoals een hersenkoraal. De meeste voor het aquarium ingevoerde stukken zijn breukstukken van zo een grote kolonie.

Ook in het aquarium kan men van een moederkolonie gewoon stukken afbreken die dan normaal verder groeien. Ook kan men de dochterpoliepen die geregeld aan de basis naar buiten stulpen met een pincet afbreken en op het substraat of op een stuk levend steen inplanten.

’s Nachts worden de zeker 20 cm lange vechttentakels uitgestrekt op zoek naar voedsel en om andere bewoners die te dicht zouden naderen op afstand te houden.

In de vrije natuur voeden ze zich met de producten van hun zooxanthellen en met plankton.

Het geslacht Plerogyra bevat volgens Veron(1986) minstens drie soorten. Zoals we eerder al aangaven is dat P. sinuosa, P. simplex en  P. spp (nog niet op naam gebracht)

P.sinuosa en P. simplex zijn zeer met elkaar verwant, doch simplex heeft kleinere en  meer langwerpige blazen.

In het Aquarium:

 
Foto: Michael de Recht,  Plerogyra sinuosa.

P. sinuosa is een steenkoraal zijnde, toch relatief gemakkelijk te verzorgen, al is het niet zo gemakkelijk zoals het in vele handboeken wordt gesuggereerd.

Het is sterk netelend en heeft daarom veel plaats nodig in het aquarium. Het kan ook niet direct naast een ander steenkoraal of zelfs anemoon geplaatst worden. Ze zullen steeds met hun vechttentakels plaats ruimen, dit ten koste van het nabij staande koraal.

Ervaring heeft uitgewezen dat het skelet te leiden heeft van borende groenalgen.

Bij fosfaatwaarden boven de 1.0 mg/l werken de booralgen zo intensief dat stukken van het skelet kunnen afbreken die dan door het aquarium gaan ronddrijven.

Mag met plankton en opgeloste organische verbindingen (mosselmelk) gevoederd worden. Neemt echter ook kleine stukjes vis en stukjes garnaal op. Doch de voedering met stukken organismen (mossel, garnaal  en vis) mag men zeker niet overdrijven.

Bij een aangepaste verlichting  halen zij in  wezen hun hoofdvoedsel uit de producten van de zooxanthellen.

Verkiest in het aquarium een plaatsje met zwakke tot middelmatige belichting en een middelmatige stroming. Mag echter niet in de volle scheut van de pomp staan.

P. sinuosa is in de zeeaquaristiek reeds vele jaren een favoriet steenkoraal. Bij een goede verzorging zal het zich spontaan vermeerderen en kan  ook vele jaren oud worden.             

P.S.: Er is zelfs een garnaal die in nauwe symbiose leeft met het Blaasjeskoraal, namelijk de Blaasjeskoraalgarnaal  Vir philippinensis, deze garnaal is ongeveer 20 mm lang.Hoe de garnaal zich beschermd tegen de sterk netelende tentakels van het Blaasjeskoraal is nog onbekend.                                     

Jennes Rudy.                                                                                                                                                                   

Inloggen Registreren

Uw account aanmelden

Gebruikersnaam *
Paswoord *
Onthoud mij

Account aanmaken

Velden met een sterretje (*) zijn verplicht.
Naam *
Gebruikersnaam *
Paswoord *
Herhaal paswoord *
E-mail *
Herhaal e-mail *

Foto van de maand

Centropyge Foto Tanne Hoff

Een koppel Rainfordia opercularis in het kweekaquarium van De Jong Marinelife tijdens het bezoek van het ReefSecrets-team in april 2012

Foto: Patrick Scholberg